6.03 Populaties

6.03 Populaties
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

6.03 Populaties

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik

Slide 2 - Tekstslide

Kijk naar het voedselweb in het plaatje. Geef minstens 2 dingen aan die niet kloppen.

Slide 3 - Open vraag

Waarom beginnen voedselwebben bijna altijd met planten?

Slide 4 - Open vraag

Welk organisme in het voedselweb produceert zijn eigen energie?

Slide 5 - Open vraag

Kijk naar het voedselweb in het plaatje. Geef de langste voedselketen in dit web.

Slide 6 - Open vraag

Hoe noemen we bacteriën en schimmels?
A
consumenten
B
reducenten
C
allesetters
D
producenten

Slide 7 - Quizvraag

Waar horen pissebedden bij?
A
producenten
B
consumenten 2e orde
C
afvaleters
D
reducenten

Slide 8 - Quizvraag

Zet in de goede volgorde

Slide 9 - Sleepvraag

Zet de volgende organismen in de juiste volgorde om een voedselketen te vormen.
-->
Vlierbes
Kikker
Havik
Sprinkhaan
Adder

Slide 10 - Sleepvraag

Leerdoelen
Je  kunt aangeven hoe de grootte van een populatie wordt beïnvloed door biotische en abiotische factoren.


Slide 11 - Tekstslide

8

Slide 12 - Video

00:09-00:11
Individu

Slide 13 - Tekstslide

00:43-00:45
Populatie

Slide 14 - Tekstslide

02:34-02:36
Krokodil

Slide 15 - Tekstslide

02:50-02:52
Olifanten

Slide 16 - Tekstslide

02:56-02:58
Gieren

Slide 17 - Tekstslide

03:06-03:08
Maraboe's

Slide 18 - Tekstslide

03:27-03:31
Gras & Planten + Gnoe's + Krokodil+ Gieren+ Maraboes + Olifanten = Levensgemeenschap

Slide 19 - Tekstslide

03:34-03:36
Ecosysteem

Slide 20 - Tekstslide

Wat beïnvloed de overleving van de gnoe's?

Slide 21 - Woordweb

Abiotische factoren
(levenloze natuur)
  • licht
  • wind
  • neerslag
  • temperatuur
  • lucht
  • bodem 

Slide 22 - Tekstslide

Biotische factoren
(levende natuur)
  • voedsel
  • ziekteverwekkers
  • vijanden
  • bescherming tegen vijanden ( bomen,struiken)

Slide 23 - Tekstslide

Organisatieniveaus 

  • Individu 
  • Populatie
  • Levensgemeenschap
  • Ecosysteem 
(van klein naar groot)

Slide 24 - Tekstslide

Populatiegrootte
  • Als de omstandigheden gunstig zijn dan wordt de populatie groter.
    Bijvoorbeeld als er veel voedsel is en er weinig vijanden zijn.

  • Er gaan veel dieren dood als de omstandigheden ongunstig zijn. De populatie wordt dan kleiner.
    Bijvoorbeeld als er weinig voedsel is en er ziektes heersen.

Slide 25 - Tekstslide

Populatiegrootte
  • Wanneer een populatie (door de jaren heen) om een evenwichtswaarde schommelt dan noemen we dat een biologisch evenwicht.

  • De populatiegrootte is afhankelijk van biotische en abiotische factoren.
  •  Optimale omstandigheden: alle biotische en abiotische factoren hebben de meest gunstige waarde

Slide 26 - Tekstslide

Biologisch evenwicht

Slide 27 - Tekstslide

Optimumkromme
  • Optimumkromme is een diagram dat voor één bepaalde abiotische factor angeeft wat de groei- en voortplantingskansen van een populatie zijn. 
  • Het gebied tussen het minimum en het maximum noem je het tolerantiegebied. 

Slide 28 - Tekstslide

Zin in een quizje?

Slide 29 - Tekstslide

Zijn soortgenoten biotische of abiotische factoren
A
Biotische factoren
B
Abiotische factoren

Slide 30 - Quizvraag

Wat zijn biotische en wat zijn abiotische factoren?
Biotische factoren
Abiotische factoren
Nestgelegenheid
Soortgenoten
Ziekteverwekkers
Voedsel
Roofdieren
Licht
Zuurtegraad
Lucht
Temperatuur

Slide 31 - Sleepvraag

Is regen een biotische of abiotische factor
A
Biotische factor
B
Abiotische factor

Slide 32 - Quizvraag

Wat is een ander woord voor milieu?
A
Organisme
B
Vervuiling
C
Leefomgeving

Slide 33 - Quizvraag

Wat zijn de vier organisatieniveaus van klein naar groot?
A
Individu, populatie, levensgemeenschap, ecosystemen
B
Populatie, individu, ecosysteem, levensgemeenschap

Slide 34 - Quizvraag

Kies de juiste pijlen om een voedselweb te maken

Slide 35 - Sleepvraag

Wanneer spreken we van een biologisch evenwicht?
A
Als de populatiegrootte altijd hetzelfde is
B
Als de populatiegrootte een populatiegrootte is
C
Als de populatiegrootte rond een gelijke waarde schommelt
D
Als de dieren in een populatie even zwaar zijn

Slide 36 - Quizvraag

Groot
Klein
Groot
Klein
Individu
Populatie
Levensgemeenschap
Ecosysteem

Slide 37 - Sleepvraag

Waarvan is de populatiegrootte afhankelijk?
A
beschikbaar voedsel
B
aantal vijanden
C
aanwezige ziekteverwekkers
D
voedsel, vijanden en ziekteverwekkers

Slide 38 - Quizvraag

Vul in het schema van het voedselweb de volgende organismen op de juiste plaats in (zie afbeelding). 
muggenlarve
snoek
kikkervisje
waterkever
baars
algen

Slide 39 - Sleepvraag

Aan het (huis)werk
Quayn opdracht 6.03 Populaties
Blz. boek: 66 t/m 68
 Kijk eerst snel nog naar de volgende dia. 

Slide 40 - Tekstslide

Zet hier een foto van je lijngrafiek van opdracht 5 Quayn neer.

Slide 41 - Open vraag