Module werknemerschap_ Les 2_ Ethiek

Ethiek
Ethische dilemma's
Boek: Professional Maatschappelijke zorg
Thema 10: Omgaan met dilemma's
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EthiekMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Ethiek
Ethische dilemma's
Boek: Professional Maatschappelijke zorg
Thema 10: Omgaan met dilemma's

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma
  • Aanwezigheid
  • Leerdoelen 
  • Professionale autonomie
  • Ethisch handelen
  • Aan de slag 
  • Afronding + huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

lesdoelen:
  • je kunt je eigen waarden en normen toelichten
  • je weet wat micro, meso en macro niveau is
  • je kunt een ethische dilemma uitwerken volgens de stappenplan

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent waarden als we het over normen en waarden hebben?
A
Zaken die belangrijk zijn.
B
Opvatting over wenselijk gedrag.
C
De kosten voor een bepaald product.
D
Opstaan voor ouderen.

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je hoort vaak over normen en waarden.
Wat zijn NORMEN?
A
Regels die de regering heeft bedacht.
B
Ongeschreven regels over hoe je jezelf hoort te gedragen.
C
Dingen die je belangrijk vindt als persoon of als groep.
D
Dingen die je in je leven een keer gedaan moet hebben.

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer je een waarde belangrijker vindt dan een andere waarde, dan heb je:
A
een probleem
B
Niets aan de hand
C
een ethisch dilemma

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een ethisch dilemma?
A
Een situatie waarbij iemand verschillende keuzes tot handelen heeft die altijd verschillende waarden bevat.
B
Een situatie waarbij onwenselijke situaties zorgen voor verschillende meningen.
C
Een situatie waarbij iemand een andere mening heeft waardoor er een ruzie ontstaat.
D
Een situatie waarbij iemand maar één keuze tot handelen had, met een onderliggende waarde.

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een beroepscode?
A
Eigenschappen en gedrag waarover iemand dient te beschikken om zijn beroep goed uit te oefenen
B
Een leidraad waarin staat waar de beroepsgroep voor staat en welke waarden en gedragsregels zij in hun beroepsbeoefening belangrijk vinden
C
Het geheel van waarden en normen die een beroepsbeoefenaar helpen te bepalen wat hij wel en niet moet doen
D
Beroepshoudingsaspect dat duidt op betrouwbaarheid van binnenuit

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Professionele autonomie 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is dat?

Slide 10 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Professionele autonomie
Autonomie: Een vorm van onafhankelijkheid, zelfstandig te werk gaan en je eigen keuzes kunnen maken.

Professionele autonomie is het zorgvuldig en verantwoord omgaan met situaties . Je weegt steeds weer bewust af: hoe blijf ik binnen de kaders én sluit ik aan bij wat de situatie vraagt? De keuzes die je maakt moet je kunnen verantwoorden aan:

- jezelf
- de cliënt
- collega's
- de organisatie
 - de samenleving.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ethisch handelen
Ethisch handelen betekent dat je niet alleen je werk goed doet, maar in je werk ook het goede doet!

3 niveaus
microniveau: bij jezelf
mesoniveau: in kleinere groepen
macroniveau: op samenlevingsniveau

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Microniveau - bij jezelf
Op microniveau gaat het om je eigen waarden en normen. Om het luisteren naar je geweten, naar je hart. 

Stel dat een cliënt vertelt een eind te willen maken aan zijn leven. Of abortus wil plegen. Of weg wil gaan bij zijn kinderen. Of jou een hand wil geven terwijl dat strijdig is met de religieuze voorschriften die je wilt volgen. 

Er zijn allerlei situaties waarin je als begeleider in een persoonlijk gewetensconflict kunt komen. De vraag is dan, hoe ga je daarmee om? Houd je vast aan je eigen behoeften, normen en waarden of ga je mee in wat de cliënt van je vraagt?

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Op mesoniveau - in kleine groepen
Op mesoniveau gaat het om de waarden en normen in groepen zoals je familie, collega's of de organisatie
 Stel dat je op een afdeling werkt waar maar heel weinig aandacht aan de cliënten wordt gegeven. De sociale norm is om papierwerk te doen en met elkaar te praten, en maar minimaal aandacht te geven aan de cliënten. Op een dag vraagt een cliënt of je tijd hebt voor een wandeling. Misschien zou je dat best fijn vinden om te doen! Maar wat als je collega's het raar vinden? Zij doen zoiets tenslotte ook niet. De vraag is dan of je trouw bent aan wat je zelf goed vindt om te doen, of je aanpast aan de sociale norm. De vraag is dan, naar wie luister je, aan wie pas je je aan? Soms lukt het om er samen uit te komen en een oplossing te vinden die voor alle partijen goed is. Maar misschien niet altijd.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Op macroniveau - de samenleving
Op macroniveau gaat het om de waarden en normen in de samenleving.

Een voorbeeld is wanneer je werkt met mensen aan de rand van de samenleving. Zoals mensen zonder vaste woon- en verblijfplaats. Zij kunnen vaak niet de sociale regels volgen die in de rest van de samenleving normaal (de norm) zijn. Is het dan goed om hen te helpen zich zo veel mogelijk aan te passen, of juist om hun keuze te respecteren? Misschien wordt die persoon daar gelukkiger van maar misschien ook niet. Het meedoen in de samenleving ondersteunen is een van de doelen van maatschappelijke zorg. Maar autonomie is ook een belangrijke kernwaarde. 

In hoeverre zou je de vrijheid om anders te zijn juist moeten respecteren?

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geef in eigen woorden aan op welke 3 niveaus we kijken bij een ethisch dilemma. Leg uit wat deze 3 niveaus inhouden.

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ethisch stappenplan
Het ethisch stappenplan is een hulpmiddel om bij dilemma's tot een afgewogen keuze te komen. 
Er zijn vier stappen (Buitink, Ebskamp & Groothoff, 2019):

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ethisch stappenplan
Stap 1: Verkennen:

Wat is de situatie?
Welk dilemma ervaar je, met welke reden?
Verzamel zo nodig extra informatie.

Casus:
Doret  , een vrouw van middelbare leeftijd met een borderline persoonlijkheidsstoornis, lijkt Liselot ( MZ'er) wel te mogen. Ze vertelt van alles over haar leven. Ze heeft heel nare, grensoverschrijdende dingen meegemaakt. En dan vertelt ze plots dat zelfs haar persoonlijk begeleider een keer iets heeft geprobeerd. Daar is ze niet op in gegaan. Nu vertelt deze persoonlijk begeleider rare dingen over Doret, zodat ze niet meer serieus wordt genomen.









Slide 18 - Tekstslide

Verkennen: Liselot zet de feiten op een rijtje: Doret vertelt haar dat haar persoonlijk begeleider haar grenzen heeft overschreden. En dat hij nu verhalen over haar vertelt waardoor anderen haar niet meer serieus nemen (situatie). Liselot vraagt zich af hoe ze daarmee moet omgaan. Ze werkt er maar net. Nu vertelt een cliënt zoiets ernstigs over een collega. Moet ze daar iets mee, en zo ja, wat (dilemma)? Ze kijkt in het dossier van Doret (informatie verzamelen). Daar wordt geen grensoverschrijding door de persoonlijk begeleider vermeld. Wel staat er dat Doret haar begeleider aanvankelijk idealiseerde. Maar toen zij merkte dat hij ook aardig was naar anderen viel hij voor haar van zijn voetstuk. De persoonlijk begeleider zou nu bewust een houding van neutrale betrokkenheid toepassen.
Ethisch stappenplan
2 - Onderzoeken:
Wie zijn de betrokkenen, en welke belangen, waarden en normen hebben die? Zelf ben je ook een van de betrokkenen.
Welke kaders (wet, beroepscode, beleid) zijn van belang en wat zeggen die?
Welke handelingsmogelijkheden zijn er (vaak meer dan je denkt!) en welke voordelen én nadelen hebben die?

Slide 19 - Tekstslide

Onderzoeken: Voor Doret en de cliënten gaat het om veiligheid en persoonlijke integriteit. Voor de persoonlijk begeleider om zijn goede naam en het vertrouwen dat anderen in hem stellen. Voor het team gaat het om het vertrouwen in elkaar, en voor de organisatie en de beroepsgroep om het imago, het vertrouwen dat de samenleving in hen kan stellen (belangen, waarden, normen). In artikel 16 van de beroepscode staat dat bij een vermoeden van grensoverschrijding, eerst met de collega moet worden gesproken. En in de meldcode van de organisatie staat dat er met de leidinggevende moet worden overlegd (kaders). Liselot ziet drie opties:
Niets doen lijkt het meest veilig voor haarzelf, ze werkt er pas. Maar ze zou Doret ermee in de steek laten en afwijken van de richtlijnen.
Als ze de collega aanspreekt geeft ze hem de kans zich te verdedigen. Maar als Doret gelijk heeft, is het de vraag of hij eerlijk antwoord geeft.
Als ze haar leidinggevende inlicht kan die meedenken, maar als de informatie niet klopt ontstaat misschien onnodig wantrouwen naar de persoonlijk begeleider.
Ethisch stappenplan
3 - Afwegen:
Welke waarden, normen en belangen wegen hier het zwaarst met welke reden?
Overleg zo mogelijk met collega's. Dit wordt 'moreel beraad' genoemd.

Slide 20 - Tekstslide

Afwegen: Liselot vindt de veiligheid van de cliënten het zwaarst wegen. En daarna het vertrouwen dat in begeleiders wordt gesteld (afwegen van belangen). Omdat ze niet goed weet met wie ze zou moeten overleggen in de organisatie vraagt ze advies aan Veilig Thuis (moreel beraad).
Ethisch stappenplan
4 - Beslissen:
Beslis welke handelingswijze hier het best is.
Vraag je daarbij af:
Zijn alle alternatieven afgewogen?
Zou jij de oplossing kunnen accepteren als je in de schoenen van de ander stond?
Zou je op dezelfde wijze kiezen bij andere cliënten?
Blijf alert op hoe het uitpakt. Als het nodig is, stuur je bij.

Slide 21 - Tekstslide

Beslissen: De adviseur van Veilig Thuis geeft Liselot een compliment omdat ze actie onderneemt en advies vraagt. Liselot besluit haar leidinggevende in vertrouwen te nemen en is er nu gerust op dat dat de beste manier is. Ze rekent erop dat die er integer mee om zal gaan. Zou zij in de schoenen van Doret staan, dan zou ze blij zijn dat het signaal werd opgepakt. Zou ze in de schoenen van de collega staan, dan zou ze zich ermee kunnen verenigen gezien de situatie. En ze is met de situatie omgegaan los van de informatie over Doret in het dossier. Bij elke andere cliënt zou ze hetzelfde doen.