15 mei 2019 woordsoorten

Pak je boek - 10 min. lezen
timer
10:00
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Pak je boek - 10 min. lezen
timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag:
  • Uitleg bijwoord
  • KWW, HWW of ZWW?
  • Opdracht maken
  • Opdracht nakijken
  • Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Bijwoord:
  • Leer de woorden die altijd bijwoord zijn uit je hoofd
  • Bijwoord zegt vaak iets over een werkwoord
  • Bijwoord = bijwoordelijke bepaling van 1 woord
  • 'Vandaag heb ik zeer hard gewerkt.'
  • 'Wij kwamen gisteren plotseling in een sneeuwstorm terecht.'

Slide 4 - Tekstslide

HWW, KWW of ZWW?
  • Een zin heeft óf een KWW, óf een ZWW. Nooit allebei.
  • ZWW meestal achteraan in de zin
  • PV is meestal een HWW
  • ZWW is het werkwoord met de sterkste betekenis
  • 'Zij zijn op het moment op de Canarische Eilanden.'
  • 'Hij blijft een vervelend mannetje.'
  • 'Mijn vrouw zal nog wel even thuis moeten blijven.'
  • 'Marian blijkt haar boeken alweer vergeten te zijn.'

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht 16
  • Maak opdracht 16 (p. 134)
  • Je werkt individueel en in stilte
  • Klaar? Leer de theorie
timer
15:00

Slide 6 - Tekstslide

Nakijken opdracht 16
  • 15 a die - aanw.vnw
  • blijkt - hww
  • zijn - kww
  • b Nadat - vgw
  • had - hww
  • haar - bez.vnw
  • dat - vgw
  • blijven - hww
  • c niet - bw
  • vooraf - bw
  • zullen - hww             toesturen - zww

Slide 7 - Tekstslide

Nakijken opdracht 16
  • d Als - vgw
  • kan - hww
  • iemand - onbep.vnw
  • waarschuwen - zww
  • wanneer - vgw
  • hij - pers.vnw
  • zijn - bez.vnw
  • per - vz
  • was - zn

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht 16
  • 17 a Tot - vz
  • eerste - bep.rangtelw
  • hun - bez.vnw
  • maar - vgw
  • b anderhalf - bep.hoofdtelw
  • c We - pers.vnw
  • gaan - hww
  • houden - zww
  • benodigde - bn

Slide 9 - Tekstslide

Afsluiting
  • Oefen op CambiumNed of via It's 

Slide 10 - Tekstslide