Weekkrant VO

Doel
Aan het einde van de les...
  • Weet ik het verschil tussen een nep- en echt nieuws
  • Weet ik hoe ik kritisch naar een artikel moet kijken.
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsBasisschoolMiddelbare schoolGroep 7,8Leerjaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Doel
Aan het einde van de les...
  • Weet ik het verschil tussen een nep- en echt nieuws
  • Weet ik hoe ik kritisch naar een artikel moet kijken.

Slide 1 - Tekstslide

algemeen schrijf of lees doel.
Nieuws

Slide 2 - Woordweb

Stel je volgende vraag aan de leerlingen:
- Wat weet je al over het nieuws?
Zijn de volgende artikelen waar of niet waar?

Slide 3 - Tekstslide

Vermeld hierbij dat de kinderen een aantal artikelen krijgen te zien waarbij er telkens wordt gevraagd of het artikel waar is of niet.

Na elke quizvraag, wordt de bron vermeld.
Sta hierbij soms stil met kinderen
- Wat valt de kinderen op?

De bedoeling is dat ze aan het einde van de quiz doorhebben dat er ook sites zijn die nepnieuws verspreiden.
- De Speld
- Nieuwsportaal

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar of niet waar?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Bron:
https://speld.nl/2021/03/08/partij-tegen-de-burger-iedereen-fraudeur/

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar of niet waar?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bron: https://www.hln.be/nieuws/buitenland/-miljonairsdochter-blijkt-meesteroplichter-het-was-net-een-goocheltruc~a48e1150/

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar of niet waar?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bron:
https://speld.nl/2021/01/25/urker-variant-van-debiliteit-ernstig-besmettelijk/

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar of niet waar?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bron: https://speld.nl/2021/01/25/gaat-mijn-vuurwerkbom-wel-hard-knallen-wij-luisterden-naar-de-zorgen-van-de-relschoppers/

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar of niet waar?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bron: https://www.telegraaf.nl/nieuws/1668794/passagiers-slepen-transavia-voor-rechter-na-stinkvlucht

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar moet je opletten bij nieuwsartikelen?

Slide 20 - Tekstslide

Voor dat je de sheets laat zien, stel aan de leerlingen de volgende vragen:
- Waar moet je opletten bij een artikel?
- Hoe weet je of een artikel echt is of niet?
Accounts
Kijk wie het bericht als eerste online zette. Mensen die nepnieuws willen verspreiden, doen dat vaak met nepaccounts. Check daarom altijd of het account echt is.  Dit kan je doen door te checken hoeveel berichten er zijn geplaatst, hoelang het account actief is en hoeveel mensen diegene volgen. De officiële profielen van beroemde personen, journalisten en mediabedrijven hebben vaak een blauw vinkje naast hun naam staan.  Je kunt erop vertrouwen dat het profiel echt is.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Websites
Nepnieuwsmakers laten hun bericht zoveel mogelijk op echt nieuws lijken. Let daarom goed op van welke website het bericht komt. En of dit een betrouwbare nieuwsbron is. Wil je weten of een website betrouwbaar is? Bestaat de afzender echt? Kijk dan op pagina’s waar je 'disclaimer' of ‘over ons’ ziet staan. Daarin kun je ook zien wie de schrijver van een stuk is. Bij nepnieuws is vaak niet duidelijk wie het geschreven heeft.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bronnen
In veel nepberichten staat ook waar het nieuws op is gebaseerd. Bijvoorbeeld een onderzoek of een ooggetuige. Soms zijn deze bronnen verzonnen. Check daarom altijd de originele bron. Gebruik een zoekmachine om die te vinden. En bekijk dan of de informatie inderdaad klopt.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Berichten
Zie je een nieuwsbericht alleen maar op social media? En niet bijvoorbeeld ook in (online) kranten of in een tv-journaal? Dan kun je jezelf afvragen of het bericht wel echt is. Misschien is het alleen even heel populair op social media. Kijk of je het bericht ook in andere media terugvindt. Nieuws verschijnt in Nederland op heel veel verschillende websites, in (online) kranten en (televisie)programma’s. Zoek hetzelfde bericht eens ergens anders op. En bekijk dan of er hetzelfde staat.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Betrouwbare sites
www.nu.nl
www.nos.nl
www.jeugdjournaal.nl
www.telegraaf.nl
www.destentor.nl
www. nrc.nl
www.ad.nl
www.nieuwsuur.nl
www.kidsweek.nl
www.volkskrant.nl
www.trouw.nl

Slide 25 - Tekstslide

Bespreek met de kinderen de volgende vragen:
- Wat valt je op?
- Weet je zelf nog een site?
- Waarom staat wikipedia er niet op?

Wikipedia staat er niet op omdat iedereen de pagina's zelf kan aanmaken.
Opdracht
Maak je eigen weekkrant.
In dit weekkrant schrijf je twee nieuwsartikelen en één zelf geschreven stuk over een zelfgekozen onderwerp 

Slide 26 - Tekstslide

Benadruk bij het vertellen van de opdracht dat ze 2 nieuwsartikelen schrijven, waarvan één gaat over nieuws dat te maken heeft met het centrale thema bij 10-14, bijvoorbeeld bij communicatie kan je denken aan een artikel over social media. 
Doelen
Aan het einde van de lessenserie weet ik hoe...
  • ik een artikel in mijn eigen woorden kan schrijven.
  • ik mijn taalgebruik kan passen aan mijn leeftijdsgenoten.
  • ik erachter kom of een artikel waar is of niet
  • ik een bron van een artikel kan achterhalen






Slide 27 - Tekstslide

Bespreek de doelen kort met de leerlingen
- Zijn de leerlingen het eens met de doelen?
- Begrijpen ze de doelen? Waarom is dit zo belangrijk?
Doelgroep
Je schrijft het verhaal voor je leeftijdsgenoten. 
Denk hierbij aan :
- niet te moeilijke woorden gebruiken
- taalgebruik.

Slide 28 - Tekstslide

Het is belangrijk dat de kinderen leren om hun taalgebruik aan te passen aan hun leeftijdsgenoten. Straattaal wordt hierbij niet geaccepteerd. Daarbij moeten ze ook op hun spelfouten letten.
Weekkrant eisen
  • Je maakt het via het programma www.nieuwstool.nl
  • Je maakt 2 artikelen over het nieuws
  • Je maakt hierbij één artikel over het nieuws
  • Je zoekt minimaal 2 echte bronnen over het nieuws per artikel.
  •  Je schrijft de bronnen in je eigen woorden
  • Je maakt daarnaast één artikel over je eigen omgeving. 

Slide 29 - Tekstslide

Benadruk nog even het stukje over één artikel over het nieuws en één artikel over het centrale thema bij 10-14.

Benadruk daarnaast ook hoe je een tekst in je eigen woorden moet zetten:
- Haal de moeilijke woorden uit de zin en zoek op het internet naar synoniemen (een ander woord voor…).
- Lees de zin over: Klopt de zin die ik lees? Snap ik wat er wordt gezegd? Staat het er zo geschreven dat ik het kan uitleggen aan een ander?


De artikelen
Eisen:
- Je maakt één artikel (over het nieuws) 
- Je maakt een artikel over een zelfgekozen onderwerp
- Je zoekt minimaal 2 echte bronnen over het nieuws per artikel.
- Je schrijft de bronnen in je eigen woorden.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelf geschreven stuk
Je schrijft zelf 1 stuk
kies uit:
- interview met iemand , waarin je vragen stelt aan iemand. Dit schrijf je vervolgens in een artikel. 
- een recensie over een muziekstuk, boek of film
- een collum over een zelfgekozen onderwerp

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eisen zelfgeschreven stuk
Als je een keuze maakt in je zelfgekozen stuk, is het belangrijk dat je eerst goed gaat oriënteren op het gekozen onderwerp

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitdaging
Wil jij je zelf nou uitdagen bij deze opdracht? Dan kan je kiezen uit de volgende extra's
1. Je maakt een puzzel wat bij je weekkrant past. 
2. Je maakt een bronvermelding.

Slide 33 - Tekstslide

Benadruk hierbij dat dit een extra opdracht is naast het maken van de weekkrant. Dit plaatsen ze in een extra pagina op nieuwstool.nl
Huiswerk
Zoek op het internet een artikel, wat jij wil toevoegen aan je weekkrant. Zorg dat je dit de volgende les ook bij je hebt ( uitgeprint of op je laptop)

Slide 34 - Tekstslide

Je kan hierbij gebruik maken van een Padlet.
Laat de kinderen voor een bepaalde dag minimaal 1 vraag opschrijven over nieuwstool.
Of laat de kinderen hun artikel naar jou toe sturen.