PTA - Module 3: Grammatica herhaling 1 + 2

Module 3: Grammatica
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Module 3: Grammatica

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma
Woensdag    - grammatica
Vrijdag            - spelling

  1. Planning periode 1
  2. Het fictiedossier - planning - boekenlijst
  3. paragraaf 1 doornemen
  4. paragraag 2 doornemen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

                                       Fictie
                                         dossier

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen!
Aan het eind van deze les:

Hebben we prargraaf 1 en 2 herhaald.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Link

Deze slide heeft geen instructies

1. Redekundig ontleden

  • Een zin bestaat uit verschillende woorden;
  • Deze woorden vormen zinsdelen;
  • Deze zinsdelen kun je uit de zin halen;
  • Dit noem je ontleden.....
  • Doel: begrijpen wat er in de zin staat

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Blz. 4 zinsdelen
Gebruik dit schema als hulpmiddel!

Je krijgt straks een korte quiz waar we de zinsdelen gaan herhalen.

Wat weten jullie nog!

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Veel leerlingen kwamen het laatste uur niet opdagen.

Persoonsvorm?
A
opdagen
B
leerlingen
C
kwamen
D
uur

Slide 8 - Quizvraag

Persoonsvorm

Zet de zin in een andere tijd:
Veel leerlingen komen het laatste uur niet opdagen.

Zin in enkelvoud/meervoud:
De leerling kwam het laatste uur niet opdagen.

Zin vragend maken:
Kwamen veel leerlingen het laatste uur niet opdagen?
Veel leerlingen kwamen het laatste uur niet opdagen.

Onderwerp?
A
veel leerlingen
B
kwamen opdagen
C
laatste uur
D
niet

Slide 9 - Quizvraag

Onderwerp

Wie/wat + persoonsvorm (kwamen)

Wie kwamen het laatste uur niet opdagen?

Veel leerlingen
Veel leerlingen kwamen het laatste uur niet opdagen.

Werkwoordelijk gezegde?
A
veel leerlingen
B
kwamen opdagen
C
het laatste uur
D
niet

Slide 10 - Quizvraag

Werkwoordelijk gezegde

Persoonsvorm = kwamen + de andere werkwoorden

kwamen opdagen
Veel leerlingen kwamen het laatste uur niet opdagen.

Lijdend voorwerp?
A
Het laatste uur
B
Veel leerlingen
C
kwamen opdagen
D
niet

Slide 11 - Quizvraag

Lijdend voorwerp

vraag: Wat of wie + persoonsvorm (kwamen) + onderwerp (veel leerlingen) + ww gezegde (kwamen opdagen)

Wat kwamen veel leerlingen niet opdagen?
Het laatste uur

Veel leerlingen kwamen het laatste uur niet opdagen.

Meewerkend voorwerp?
A
niet
B
veel leerlingen
C
het laatste uur
D
geen meewerkend voorwerp aanwezig.

Slide 12 - Quizvraag

Meewerkend voorwerp

AAN wie of VOOR wie + pv + o + lv + gez

aan/voor wie kwamen veel leerlingen het laatste uur opdagen?
Veel leerlingen kwamen het laatste uur niet opdagen.

Bijwoordelijke bepaling?
A
niet
B
veel leerlingen
C
het laatste uur
D
geen meewerkend voorwerp aanwezig.

Slide 13 - Quizvraag

Bijwoordelijke bepaling

Zinsdelen die je overhoudt. 
WAAR, WANNEER EN HOE

Ook losse woorden kunnen een bijwoordelijke bepaling zijn. 

niet/ misschien/ toch/ waarheen/ waarom
AAN DE SLAG

Hoe ver zijn jullie met de opdrachten?

We lopen ze even na.

Wat moet er nog geoefend worden?

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Link

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

2. Enkelvoudige en samengestelde zinnen blz. 14
Elke zin heeft een persoonsvorm. 
Een zin met 1 pv noem je een enkelvoudige zin.

Je kunt 2 enkelvoudige zinnen aan elkaar plakken
  1. Dion loopt op de weg.
  2. Hader loopt op de stoep.



Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. Enkelvoudige en samengestelde zinnen blz. 14
Dion loopt op de straat en Hader loopt op de stoep.

Het woordje EN voegt de 2 zinnen samen = VOEGWOORD

Door de zin in een andere tijd te zetten kun je de persoonvormen vinden

Dion liep op straat en Hader liep op de stoep.



Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdzin en bijzin blz. 16

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

HUISWERK
Luisterboek of boek  kiezen voor a.s. vrijdag.

Oefenen met ontleden (Lesson Up)

Paragraaf 3: enkelvoudigr zin/ samengestelde zin maken (volgende sheet)








Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Link

Deze slide heeft geen instructies

HUISWERK
Studiemeter:

Methode - ViaStarttaal Online
2F - grammatica
onderwerp/ lijdend voorwerp/ meewerkend voorwerp
zinsdelen









Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nabespreking
Wat is nu REDEKUNDIG ONTLEDEN?
Hoe haal je de volgende zinsdelen uit een zin?
  1. De persoonsvorm
  2. Onderwerp
  3. Werkwoordelijk gezegde
  4. Lijdend voorwerp 
  5. Meewerkend voorwerp
  6. Bijwoordelijke bepaling

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies