Groepsniveaus & groepsontwikkeling

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgendeMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

8 niveaus van groepen
hoofdstuk 4

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

nog 3 extra niveaus
6. Ethisch niveau
7. Mythisch niveau
8. Zingevingsniveau

Slide 5 - Tekstslide

Wat hoort bij inhoudsniveau?
A
Het Wat
B
Het Hoe
C
Onderling
D
Individu

Slide 6 - Quizvraag

Wat hoort bij procedure niveau?
A
Individu
B
Onderling
C
Het Hoe
D
Het Wat

Slide 7 - Quizvraag

Wat hoort bij interactie niveau?
A
Het Hoe
B
Onderling
C
Het Wat
D
Individu

Slide 8 - Quizvraag

Wat hoort bij het bestaansniveau
A
Het Wat
B
Het Hoe
C
Onderling
D
Individu

Slide 9 - Quizvraag

Onder niveau van ethiek vallen de onderstaande waarden:

- Betrouwbaarheid                       - Eerlijkheid
- Vertrouwen                               - Authenticiteit
- integriteit                 -  Openheid         
- verantwoordelijkheid     -Loyaliteit          - Zorgzaamheid
- respect              - Autonomie    - Bereid tot samenwerken




Slide 10 - Tekstslide

Onder Mythisch niveau valt:
Diepliggende collectieve thematiek

"Wat in de groep gebeurt, is een nagalm van wat eerder is gebeurd in de mensheid"

Slide 11 - Tekstslide

Zinsgevingsniveau
Hier gaat het om existentiële of bestaansthematiek van groepsleden of de groep als geheel.

Slide 12 - Tekstslide

Noem waarden welke onder niveau van ethiek vallen:

Slide 13 - Open vraag

Welke waarden zijn kenmerkend voor jouw persoonlijke beroepscode?

Slide 14 - Open vraag

Wat zijn voor jou 'grenssituaties'?

Slide 15 - Open vraag

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Bedenk een praktijkvoorbeeld waarin je één van de modellen zou kunnen toepassen.

Slide 24 - Open vraag

Zijn er specifieke situaties te bedenken waarvoor je het ene model zou toepassen, maar het andere niet?

Slide 25 - Open vraag

Is er een model wat je voorkeur heeft? Waarom dan?

Slide 26 - Open vraag

Slide 27 - Tekstslide