- verschil tussen zwakke en sterke werkwoorden kennen
- de persoonsvorm van zwakke werkwoorden in de tegenwoordige en in de verleden tijd goed schrijven
- je weet wat de stam van het werkwoord is en weet dat de stam soms verschilt van de ik-vorm
- je weet wat de afkortingen ott, ovt en vtt, vvt betekenen en welke informatie zij geven