herhaling h8

5.2: Blussen
Blussen: wegnemen van één van de drie voorwaarden




1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

5.2: Blussen
Blussen: wegnemen van één van de drie voorwaarden




Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Welke voorwaarde werd hier weggehaald?
A
Brandstof weghalen
B
Zuurstof weghalen
C
Temperatuur verlagen

Slide 3 - Quizvraag

Slide 4 - Video

Welke voorwaarde werd hier weggehaald?
A
Brandstof weghalen
B
Zuurstof weghalen
C
Temperatuur verlagen

Slide 5 - Quizvraag

Verbrandingsreacties

Slide 6 - Tekstslide

Alle drie tegelijk nodig voor een verbranding:

Slide 7 - Tekstslide

Vlammen
gloeiend gas

Slide 8 - Tekstslide

Vonken
gloeiende vaste deeltjes die wegspringen

Slide 9 - Tekstslide

asresten : onverbrande vaste deeltjes

Slide 10 - Tekstslide

rook : onverbrande vaste deeltjes in de lucht, een vaste stof in een gas 

Slide 11 - Tekstslide

explosie

snelle uiteenzetting van gassen , meestal veroorzaakt door een snelle verbranding 

Slide 12 - Tekstslide

zes brandstoffen


- benzine
- aardgas
- steenkool
- diesel
- kerosine
- LPG

Slide 13 - Tekstslide

Wat gebeurt er met de moleculen bij een verbranding?
Elk atoom in de brandstof gaat met één of meer zuurstofatomen reageren:
  • C  +  O2  --> CO2
  • 4 P  +  5 O2  -->  2 P2O5
  • CH4  +  2O2  --->  CO2  +  2 H2O

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Slide 22 - Video

molecuulmassa van ethaan
  • ethaan = C2H6
  • 1 C-atoom = 12 u
  • 1 H-atoom = 1 u
  • totaal dus 2x12 en 6x1 = 30 u
  • molecuulmassa van ethaan = 30 u

Slide 23 - Tekstslide

Rekenen met massaverhouding
  1. Stel de reactievergelijking op en maak kloppend.
  2. Bereken van alle stoffen de molecuulmassa.
  3. Welke stof is gegeven en welke stof is gevraagd?
  4. Maak een verhoudingstabel en reken uit.

Voorbeeld: Hoeveel zuurstof is nodig voor de verbranding van 24 gram koolstof? 

Slide 24 - Tekstslide

Rekenen met massaverhouding
  1. Stel de reactievergelijking op en maak kloppend.
  2. Bereken van alle stoffen de molecuulmassa.
  3. Welke stof is gegeven en welke stof is gevraagd?
  4. Maak een verhoudingstabel en reken uit.

Opdracht: Bereken hoeveel water er ontstaat als je 35 gram waterstof verbrandt.

Slide 25 - Tekstslide

Massaverhouding
Maak een kloppende reactievergelijking 
bijv: 2 C2H6 + 7 O2 --> 4 CO2 + 6 H2O
Reken de molecuulmassa's uit
C2H6=30,0 u (zie vorige dia)
Op dezelfde manier uitgerekend     O2=32,0 u,    CO2=44,0 u,     H2O=18,0 u
In de reactievergelijking   2 C2H6   +  7 O2      -->   4 CO2   +   6 H2O
                                         2 x 30,0  +  7 x 32,0 -->   4 x 44,0 +   6 x 18,0
massaverhouding is dus  60,0 u     :   224,0 u   :     176,0 u       : 108,0 u
Of ook wel                        60,0 g     :   224,0 g   :     176,0 g       : 108,0 g

Slide 26 - Tekstslide

Overmaat: Cake bakken





4 eieren                halve liter melk             200 gram meel

Slide 27 - Tekstslide

Rekenen met overmaat
  1. Stel de reactievergelijking op en maak kloppend.
  2. Bereken van alle stoffen de molecuulmassa.
  3. Kies een van de twee gegeven stoffen en reken uit hoeveel je dan van de andere stof nodig hebt.
  4. Vergelijk met het gegeven in van die stof. 

Voorbeeld: Je verbrandt 20 g magnesium met 15 g zuurstof. Welke stof is in overmaat?

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Verbrandingsproducten aantonen

Water aantonen met wit kopersulfaat --> wordt blauw
Koolstofdioxide aantonen met helder kalkwater --> wordt troebel. 

Slide 33 - Tekstslide

Wit kopersulfaat

Slide 34 - Tekstslide

Helder kalkwater

Slide 35 - Tekstslide