In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Verhoudingen
Slide 1 - Tekstslide
Sam gebruikt siroop en water in de verhouding 1 : 5. Wat betekent deze verhouding? Geef je antwoord in de vorm van een conclusie
Slide 2 - Open vraag
Schrijf de verhouding op van 12:24 zo klein mogelijk
Slide 3 - Open vraag
Schrijf de verhouding op van 15:75
Slide 4 - Open vraag
Schrijf de verhouding op van 32:40
Slide 5 - Open vraag
Schrijf de verhouding op van 30:54
Slide 6 - Open vraag
hoeveel procent van de hokjes is geel gekleurd?
A
5
B
20
C
2
D
10
Slide 7 - Quizvraag
hoeveel procent van de hokjes is rood gekleurd?
A
25
B
50
C
100
D
4
Slide 8 - Quizvraag
Hiernaast zie je een rooster met 100 vakjes (10x10) Hoeveel procent is wit?
A
30%
B
70%
C
60%
D
100%
Slide 9 - Quizvraag
Bij handige percentages als 10%, 20%, 25% en 50% kun je zonder verhoudingstabel rekenen.
Om 50% te berekenen deel je het totale aantal door ...
Om 25% te berekenen deel je het totale aantal door ...
Om 20% te berekenen deel je het totale aantal door ...
Om 10% te berekenen deel je het totale aantal door ...
10
4
2
5
Slide 10 - Sleepvraag
Is dit een verhoudingstabel?
2
4
8
4
6
10
A
Ja
B
Nee
Slide 11 - Quizvraag
Is dit een verhoudingstabel?
6
30
54
10
50
90
A
Ja
B
Nee
Slide 12 - Quizvraag
Is dit een verhoudingstabel?
14
28
42
18
36
56
A
Ja
B
Nee
Slide 13 - Quizvraag
Via welk getal kun je altijd rekenen bij een verhoudingstabel?
A
100
B
1
C
500
D
2
Slide 14 - Quizvraag
Aantal huizen
3
27
6
Aantal fietsen
12
120
Sleep de goede antwoorden in de verhoudingstabel
15
30
24
108
9
Slide 15 - Sleepvraag
Vul de verhoudingstabel in. Sleep het juiste antwoord naar de twee juiste plekken in de tabel
€ 0,20
x 7
€ 30
€ 1,40
x 25
: 25
Slide 16 - Sleepvraag
Hoeveel eieren heb je nodig voor 750 poffertjes?
A
2
B
6
C
5
D
10
Slide 17 - Quizvraag
Wat moet er bij het rode vraagteken staan?
A
5,5
B
10
C
: 10
D
x10
Slide 18 - Quizvraag
Rekenklassen 3 heeft 76 leerlingen, deze les zijn er 52 leerlingen online. Hoeveel procent van de leerlingen is online?
Aantal
Procenten
1
X
52
100
76
68,4
: 76
x 52
: 76
x 52
Slide 19 - Sleepvraag
Dit kan ook anders
76 leerlingen in totaal en er zijn 52 leerlingen online. Hoeveel procent van de leerlingen is online?
52 leerlingen van de 76 dus
0,684x 100 = 68,4%
Slide 20 - Tekstslide
In 2019 had een voetbalvereniging 175 leden. Een jaar erop is het gedaald naar 150 leden. Met hoeveel procent is het gedaald.
Aantal
Procenten
1
X
25
100
175
14,3
: 175
x 25
: 175
x 25
Slide 21 - Sleepvraag
Dit kan ook anders
In 2019 had een voetbalvereniging 175 leden. Een jaar erop is het gedaald naar 150 leden. Met hoeveel procent is het gedaald?
Hoeveel leden zijn het minder?
175 - 150 = 25
dus 25 van de 175=
0,142 x 100 = 14,2%
Slide 22 - Tekstslide
In een aquarium zitten 60 vissen, er zijn 30% rode vissen. Hoeveel van de vissen is rood? Sleep de juiste getallen in de verhoudingstabel.
procent
aantal
1
0,6
18
60
100
30
Procent
Aantal vissen
Slide 23 - Sleepvraag
Dit kan ook anders
In een aquarium zitten 60 vissen, er zijn 30% rode vissen. Hoeveel van de vissen is rood?
Alles is 100% en dat zijn 60 vissen.
30% van alles
30 van de 100, dus
0,3 x 60 =18 vissen
Slide 24 - Tekstslide
Waar is de mobiel het goedkoopste?
A
Tele2
B
KPN
C
Vodafone
D
Allemaal even duur
Slide 25 - Quizvraag
In 3bb zitten 20 leerlingen. In de klas zitten 6 meiden. Hoeveel procent is jongen in 3bb? Rond af op een geheel getal
Slide 26 - Open vraag
Hoeveel procent is 60 van 120?
Slide 27 - Open vraag
Tijdens een paardrijwedstrijd doen er 55 deelnemers mee aan een springwedstrijd. 16 daarvan springen foutloos. Bereken hoeveel procent van de deelnemers foutloos heeft gesprongen.
Slide 28 - Open vraag
Een schildpad legt 44 eieren. 13 eieren zijn kapot. Hoeveel procent is kapot? (1 decimaal)
timer
2:00
Slide 29 - Open vraag
Er zijn 110 duiven losgezet er hiervan zijn er 65 gespot. Hoeveel procent is gespot?
Slide 30 - Open vraag
Reken uit en maak een foto: In een bedrijf werken 165 werknemers. 91 reizen dagelijks met het openbaar vervoer. Hoeveel procent reist dagelijks met het openbaar vervoer?
Slide 31 - Open vraag
Fleur wil graag een nieuwe fiets voor het voortgezet onderwijs. Ze heeft een mooie fiets gezien van 750 euro. Er is nu 42 procent korting. Hoeveel korting krijg je dus? Typ ook in hoe je het hebt uitgerekend.
Slide 32 - Open vraag
Een videospel voor PlayStation 5 kostte 60 euro. Je krijgt nu 10 procent korting. Hoeveel euro is dat?