Verpleegkundig proces

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2,4

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat is methodisch werken?
  • Methodisch werken geeft structuur en richting aan alle losse taken en doelen van de verpleegkundige
  • Het betekent dat je vraaggericht werkt op basis van een cyclisch stappenplan: het verpleegkundig proces.
  • Je neemt je beslissingen op grond van een methodisch denkproces: klinisch redeneren.
  • Je gebruikt daarbij de competenties (kennis, houding en vaardigheden) die je hebt ontwikkeld

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Verpleegkundig proces
  1. Gegevens verzamelen
  2. Verpleegkundige diagnose stellen
  3. Verpleegdoelen formuleren 
  4. Verpleegkundige interventies kiezen
  5. Uitvoeren verpleegkundige zorg
  6. Monitoren
  7. Evalueren van de zorg

Slide 4 - Tekstslide

Welke fasen vind je terug in het verpleegkundig proces?
Vier fasen:
  1. diagnostische fase; anamnese (gezondheidspatronen van Gordon), NANDA, klinische blik, observeren,
  2. planningsfase; actuele en potientele verpleegproblemen, verpleegprobleem formuleren (PES), verpleegplan maken
  3. uitvoeringsfase; uitvoeren van de verpleegkundige zorg
  4. evaluatiefase; evaluatie met client, naasten, mantelzorg

Slide 5 - Tekstslide

Strategieën verpleegkundig proces
  1. Door adequate en volledige gegevensverzameling krijg je een goed beeld van de zorgverleningsituatie, waardoor geen belangrijke elementen worden gemist. 
  2. Actief opdoen van kennis, het ontwikkelen van competenties en vaardigheden  
  3. Meer dan ooit speelt hier het principe van ‘selectieve waarneming’. 
  4. Je observeert slechts die dingen bewust, waarvan je het bestaan en het  belang kent. Wat je niet kent, weet of begrijpt, ontgaat aan jouw aandacht. 
  5.        Het gevolg kan zijn inadequate zorgverlening 

Slide 6 - Tekstslide

Gegevens verzamelen 11 gezondheidspatronen

Marjory Gordon was een verpleegkundig theoretica en professor in de verpleegkunde. Ze heeft bijgedragen aan het standaardiseren van het verpleegjargon.

Ze was de eerste president van de North American Nursing Diagnosis Association (NANDA). In 1977 werd ze lid van de American Academy of Nursing. Marjory Gordon heeft tot aan haar dood gewerkt als gepensioneerd professor verpleegkunde.

Slide 7 - Tekstslide

verpleegkundige diagnose
-Je ordent de verzamelde gegevens en beschrijft deze objectief volgens een ordeningsprincipe 
-Je stelt aanvullende vragen. Verpleegkundigen kunnen alleen doelgericht een anamnese afnemen als zij weten wat normaal / abnormaal is en wat de risicofactoren zijn.  
-Je beoordeelt welke gezondheidspatronen functioneel en dysfunctioneel zijn.  
-Je zoekt naar mogelijke verbanden tussen problemen, signalen en symptomen.  
-Je zoekt uit welke aanvullende gegevens je nodig hebt voor het stellen van de hypothese (voorlopige diagnose). 
 

Slide 8 - Tekstslide

PES
Elke verpleegkundige diagnose wordt volgens de PES-structuur omschreven: 

1 Probleem
2 Etiologie
3 Symptomen

Slide 9 - Tekstslide

Welke aspecten bevat een verpleegprobleem?
De drie aspecten probleem, oorzaak (etiologie) en symptomen vormen samen de zogenoemde PES-structuur van een verpleegprobleem

P Verpleegproblemen zijn het uitgangspunt voor het plannen van verpleegkundige zorg
E Etiologie omvat alle oorzakelijke factoren van het verpleegprobleem. 
S Onder symptomen worden alle klachten en verschijnselen verstaan die bij het probleem kunnen optreden.

Slide 10 - Tekstslide

Soorten diagnosen
1 Actuele (nu)
2 Risico diagnose(toekomst)
3 Welzijnsdiagnose
4 Syndromen (meerdere vpk diagnosen)
5 Multidisiplinaire problemen 

Slide 11 - Tekstslide

Beoogd resultaat
vaststellen van het beoogde resultaat

NOC (Nursing Outcome Classification) is een classificatie van zorgresultaten. Hiermee kunnen verpleegkundigen en andere zorgverleners de toestand beoordelen en de voortgang volgen van patiënten

Slide 12 - Tekstslide

Waar staan de RUMBA eisen voor?
 DOELEN = beoogde resultaat
Relevant, Understandable, Measurable, Behavioral, Attainable

R = relevant
U = begrijpelijk
M = meetbaar
B = in termen van gedrag
A = haalbaar
(of SMART doelen)


Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Wat houdt klinisch redeneren in?
In het Beroepsprofiel (VN&VN 2020) staat deze definitie:
'Klinisch redeneren is het continue proces van gegevensverzameling en analyse gericht op de vragen en problemen van een individu en diens naasten, in relatie tot ziekte en gezondheid.'

De definitie van Nursing:
Klinisch redeneren is de vaardigheid om eigen observaties en interpretaties te koppelen aan medische kennis (fysiologie, anatomie, pathologie, farmacologie).

 Zo kunnen verpleegkundigen goed onderbouwen welke verpleegkundige interventies zij moeten inzetten en welke vervolgstappen ze moeten nemen.

Slide 15 - Tekstslide

interventies
verpleegkundige interventies:

NIC (Nursing Intervention Classification) is een classificatie van verpleegkundige interventies (handelingen en verrichtingen).  Een verpleegkundige interventie is elke behandeling die een verpleegkundige op grond van haar deskundige oordeel en klinische kennis uitvoert

Slide 16 - Tekstslide

 Interventies
ACCEPTABEL  
VERPLEEGKUNDIG 
RELEVANT 
UITVOERBAAR 
EENDUIDIG  
DUIDELIJK 

Slide 17 - Tekstslide

Uitvoeren en monitoren van de actie's / interventies
en rapporteren van de interventies

Slide 18 - Tekstslide

Rapportage
 op basis van het verpleegplan worden rapportages geschreven (objectief)

volgens SOAP of SAMPC

Slide 19 - Tekstslide

SOAP
De SOAP methode structureert het rapporteren: 

S = subjectief: wat de zorgvrager zegt over zijn eigen beleving

O = objectief: de situatie van de zorgvrager zoals jij die waarneemt

A = analyse: de conclusie uit de subjectieve en objectieve gegevens

P = plan: wat je vervolgens gaat doen
SAMPC
Dit is een hulpmiddel voor het ordenen van gegevens en kan gebruikt worden bij rapportages. 

S = somatisch aandachtsgebied

A = activiteiten dagelijks leven

M = maatschappelijk gebied

P = psychisch aandachtsgebied

C = communicatief aandachtsgebied

Slide 20 - Tekstslide

stap 6
evaluatie van het zorgresultaat en de verpleegkundige interventies

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video