13.2 Reactie op hormonen V5 2425

Paragraaf 13.2 Reactie op hormonen
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 13.2 Reactie op hormonen

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel 
Herhalen vorige les
13.2: Leerdoel 3 en 4

Welke typen hormonen heb je?
Hoe beïnvloeden ze precies de doelwitcellen?

Oefenen H12


Slide 2 - Tekstslide

BINAS 89A
Schrijf alle woorden op die je niet begrijpt uit de rechter kolom.
Begrijpt je buurman/ buurvrouw ze ook niet?

Geef ze aan me door.


Slide 3 - Tekstslide

Wat is een hormoon
Geef de definitie van een hormoon.




Slide 4 - Tekstslide

Wat is een hormoon
Signaalmolecuul, dat wordt aangemaakt door een hormoonklier, dat wordt afgegeven aan en getransporteerd via het bloed en elders in het lichaam, bij een doelwitorgaan een effect heeft

Slide 5 - Tekstslide

Neurohypofyse
In de hypothalamus wordt ADH afgegeven. Wat gebeurt er daarna?
In alle doelorganen.
ADH

Slide 6 - Tekstslide

Adenohypofyse
In de hypothalamus wordt CRH afgegeven. Wat gebeurt er daarna?
In alle doelorganen.




Stressreactie!
CRH

Slide 7 - Tekstslide

Leerdoel 4
Je beschrijft hoe steroïd- en peptidehormonen celprocessen regelen 

Slide 8 - Tekstslide

Verschillende typen hormonen
  • Peptidehormonen 
  • Steroïdhormonen
  • Tyrosinehormonen

BINAS 89A:

Slide 9 - Tekstslide

Peptidehormonen     1
  • Eiwitten (aminozuurketens)
  • Kunnen celmembranen niet passeren (hydrofiel)
  • Receptoreiwit bevindt zich op het celmembraan
  • Binding van het hormoon activeert een second messenger (cascade) die kan een enzym activeren of een gen.

Slide 10 - Tekstslide

Steroïdhormonen     2
  • Gemaakt van cholesterol
  • Kunnen celmembranen passeren (hydrofoob genoeg)
  • Receptoreiwit bevindt zich in het grondplasma
  • Hormoon-receptorcomplex -> DNA -> eiwitsynthese

Slide 11 - Tekstslide

Tyrosinehormonen
  • Gemaakt van aminozuur tyrosine 
  • Sommigen gedragen zich als steroïdhormonen (schildklierhormoon-T3/T4)        3
  • Sommigen gedragen zich als eiwithormonen (adrenaline)               4

Slide 12 - Tekstslide

Leerdoel 3
Je beschrijft de werking van het hypofysehormoon GH

Slide 13 - Tekstslide

G(H)RH stimuleert de afgifte van GH in de hypofyse.
GH stimuleert de afgifte van IGF in de lever.
Deze groefactoren stimuleren bijvoorbeeld groeischijven in de botten.
GH heeft ook een directe invloed op vetweefsel (afbraak vetten).
Wat hiervan vindt ik terug in de BINAS?

Slide 14 - Tekstslide

Waar vind ik informatie over…
…de wijze waarop verschillende typen hormonen invloed uitoefenen op de doelwitcellen?
BINAS 89B
…de moleculaire bouw van een aantal hormonen?
BINAS 67K 1, 2, 3


Slide 15 - Tekstslide

Lesdoel 13.2 
  • Je beschrijft de werking van de hypofysehormonen GH en ACTH (leerdoel 3)
  • Je beschrijft hoe steroïd- en peptidehormonen celprocessen regelen (leerdoel 4)


Slide 16 - Tekstslide

Huiswerk
Opdrachten 13.2
Leerdoel 3 en 4



Slide 17 - Tekstslide