5.3 Lezen

Wat gaan we vandaag doen?
Voorbereiding toetsweek
+ ww-spelling

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan we vandaag doen?
Voorbereiding toetsweek
+ ww-spelling

Slide 1 - Tekstslide

Pak je schrift
De theatervoorstelling was zo’n succes dat deze ………………………… (verlengen) werd. 
In de winter ………………………… (stoken) men de kachel met hout. 
Omdat het vliegtuig vertraging had, ………………………… (wachten) we uren op de luchthaven. 
Hij gleed uit op het ijs en ………………………… (blesseren) zijn enkel. 
Mijn vader ………………………… (coachen) het voetbalteam van mijn broertje. 
Huilend en ……………… (lachen) tegelijkertijd vielen ze elkaar in de armen. 
De oude brug ………………………… (bevinden) zich in de binnenstad van Zwolle. 
Zij ………………………… (worden) altijd blij van een compliment. 
Toen hij zich ………………………… (melden) bij de receptie, kreeg hij direct een bezoekerspas. 
Vorig jaar ………………………… (verzetten) hij zich tegen de nieuwe regels. 
‘De film was zo spannend’, ………………………… (verzuchten) het verliefde stelletje. 
………………………… (redden) jij een gewond dier? 

Slide 2 - Tekstslide

Pak je schrift
De theatervoorstelling was zo’n succes dat deze verlengd (verlengen) werd. 
In de winter stookt (stoken) men de kachel met hout. 
Omdat het vliegtuig vertraging had, wachtten (wachten) we uren op de luchthaven. 
Hij gleed uit op het ijs en blesseerde (blesseren) zijn enkel. 
Mijn vader coacht (coachen) het voetbalteam van mijn broertje. 
Huilend en lachend (lachen) tegelijkertijd vielen ze elkaar in de armen. 
De oude brug bevindt (bevinden) zich in de binnenstad van Zwolle. 
Zij wordt / worden (worden) altijd blij van een compliment. 
Toen hij zich meldde (melden) bij de receptie, kreeg hij direct een bezoekerspas. 
Vorig jaar verzette (verzetten) hij zich tegen de nieuwe regels. 
‘De film was zo spannend’, verzuchtte / verzucht (verzuchten) het verliefde stelletje. 
Red (redden) jij een gewond dier? 

Slide 3 - Tekstslide

Toetsweekstof
H1.3/5.3

Slide 4 - Tekstslide

Dus, wat moet je kennen?
  • Verschil onderwerp en hoofdgedachte.
  • Tekstdoelen.
  • Leespubliek.
  • Tekstverbanden met signaalwoorden.
  • Verschillende tekststructuren.
  • Verschil ideële en commerciële reclame.
  • Functie beeld en opmaak bij reclame.
  • Hoe je citeert.

Slide 5 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen onderwerp en hoofdgedachte?

Slide 6 - Open vraag

Welke 4 tekstdoelen ken je?

Slide 7 - Open vraag

Wat is het verschil tussen een ideële en commerciële reclame?

Slide 8 - Open vraag

Wat is het belangrijkste doel van een commerciële reclame?
A
informeren
B
overtuigen
C
activeren
D
amuseren

Slide 9 - Quizvraag

Wat is het belangrijkste doel van een ideële reclame?
A
informeren
B
overtuigen
C
activeren
D
amuseren

Slide 10 - Quizvraag

Geef voorbeelden van
een commerciële reclame

Slide 11 - Woordweb

Geef voorbeelden van
een ideële reclame

Slide 12 - Woordweb

Welke tekststructuur heeft een tekst waarschijnlijk over de opwarming van de aarde ?
A
verklaringsstructuur
B
voor- en nadelenstructuur
C
probleem-oplossingsstructuur

Slide 13 - Quizvraag

Welke tekststructuur heeft een tekst over voedingssupplementen ?
A
verklaringsstructuur
B
voor- en nadelenstructuur
C
probleem-oplossingsstructuur

Slide 14 - Quizvraag

Citeren
Letterlijk weergeven wat iemand gezegd heeft
of wat in de tekst staat.

  • Tussen aanhalingstekens
  • Eerste en laatste twee woorden met 3 puntjes ertussen
  • Eventueel regelnummers tussen haakjes erachter

Slide 15 - Tekstslide

Aan de slag
§5.3) 4,5,6,9,10,11,12,13

hoe? voor jezelf, in stilte.
geen oortjes

Klaar? 

maak een samenvatting van de belangrijkste informatie uit §1.3/5.3

ww-spelling herkansen: ga daarmee oefenen

Slide 16 - Tekstslide