10.4 en 10.5 periodieke verbanden

Periodieke verbanden
Periodiek verband
Periode                      
Evenwichtsstand  
Amplitude                
Frequentie               
In een periodieke grafiek is sprake van schommeling om een horizontale evenwichtslijn met een vaste periode.
de periode is de kortste tijd die het duurt tot de grafiek zich herhaalt
evenwichtsstand is het midden tussen met maximum en het minimm van de grafiek (maximum +minimum) :2
amplitude is het verschil tussen het miximum (of het minimum) en de evenwichtsstand 
frequentie is het aantal perioden dat past in een tijdseenheid (bijvoorbeeld een dag of een uur)
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Periodieke verbanden
Periodiek verband
Periode                      
Evenwichtsstand  
Amplitude                
Frequentie               
In een periodieke grafiek is sprake van schommeling om een horizontale evenwichtslijn met een vaste periode.
de periode is de kortste tijd die het duurt tot de grafiek zich herhaalt
evenwichtsstand is het midden tussen met maximum en het minimm van de grafiek (maximum +minimum) :2
amplitude is het verschil tussen het miximum (of het minimum) en de evenwichtsstand 
frequentie is het aantal perioden dat past in een tijdseenheid (bijvoorbeeld een dag of een uur)

Slide 1 - Tekstslide

Je kan het!
Enkele oefeningen...

Slide 2 - Tekstslide

Welk soort grafiek zie je in deze afbeelding?
A
Lineaire grafiek
B
Parabool
C
Periodieke grafiek
D
Vloeiende kromme

Slide 3 - Quizvraag

Wat is de frequentie per uur?
A
90 per uur
B
30 per uur
C
1,5 per uur
D
40 per uur

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de amplitude?
A
0 m
B
30 m
C
20 m
D
15 m

Slide 5 - Quizvraag

Welke van de grafieken is/zijn periodiek?
A
Alleen A
B
A en B
C
A en C
D
B en C

Slide 6 - Quizvraag

Wat is van de grafiek hiernaast de periode?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 7 - Quizvraag

Hoe hoog is de grafiek bij 10 uur?

A
0,5
B
1
C
1,5
D
2

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de frequentie per minuut1
A
1 : 0,005 = 200
B
60 : 0,05 = 12000
C
1 : 0,010 = 100
D
60 : 0,010 = 6000

Slide 9 - Quizvraag

Gebogen grafiek
periodieke grafiek
Lineaire grafiek

Slide 10 - Sleepvraag

Wat is in de grafiek hiernaast de periode?

Slide 11 - Open vraag

Wat is de frequentie per minuut?

Slide 12 - Open vraag

Tot ziens iedereen

Slide 13 - Tekstslide