1718-M3a-nask-krachten

• Nask / Techniek
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

Welkom

Download de app: LessonUp

over 2 minuten begint de les!

Wat gaan we vandaag doen?

De leerdoelen van de eerste lessen

Vaardigheid omrekenen

Oefenvragen om jezelf te testen!

Hefbomen

Ging de natuurkundeles ineens over 

"De kracht uit jezelf halen"

Krachten in de omgeving

Soorten krachten

Krachten tekenen

Zwaartekracht en massa

Krachten tekenen op schaal

Twee krachten in evenwicht

De nettokracht

Klassencode in lessonUp

vzrne

Vul je naam in.

Of gebruik de code links onderin

Verhoudingen uitrekenen met een tabel

Video instructie

In welke eenheid geef je zwaartekracht aan?

1. cm​3​​
2. g
3. ​cm​3​​​​g​​
4. N

Hans heeft een massa van 56 Kg
Hoe groot is de zwaartekracht op Hans? ....... N

Als je aan een touw trekt, veroorzaak je een spankracht in dat touw.
In welke eenheid geef je spankracht aan?

1. cm​3​​
2. g
3. ​cm​3​​​​g​​
4. N

Op een tafel staat een bureaulamp met een massa van 1200g.
Welke krachten werken er op de lamp?

1. zwaartekracht
2. spankracht
3. normaalkracht
4. veerkracht

Een voorwerp hangt aan een touw.
De spankracht in het touw is ............ de zwaartekracht op het voorwerp

1. groter dan
2. kleiner dan
3. gelijk aan
4. geen idee

Matthijs heeft op zijn kamer een bokszak hangen van 40 Kg. De bokszak is met een stevig touw aan het plafond bevestigd. De spankracht in het touw is?
(kies ook de goede eenheid)

1. 200 N
2. 40 Fs
3. 40 N
4. 400 N

Als de krachten op een voorwerp evenwicht maken, is de nettokracht op het voorwerp 0 N

1. Waar
2. Onwaar

Om evenwicht met elkaar te maken, moeten de normaalkracht en de zwaartekracht in dezelfde richting werken.

1. Waar
2. Onwaar

Om evenwicht met elkaar te maken, moeten de normaalkracht en de zwaartekracht even groot zijn

1. Waar
2. Onwaar

Op een voorwerp werken drie krachten:
F1 = 5 N en werkt naar rechts
F2 = 12 N en werkt naar rechts
F3 = 15 N en werkt naar links
Hoe groot is de nettokracht en in welke richting werkt hij?
De nettokracht is ..... N en werkt naar .........

Om de nettokracht op een voorwerp te vinden, tel je de krachten in dezelfde richting bij elkaar op

1. Waar
2. Onwaar

Om evenwicht met elkaar te maken, moeten de normaalkracht groter zijn dan de zwaartekracht

1. Waar
2. Onwaar

Op een voorwerp werken vier krachten:
F1 = 6 N en werkt naar rechts
F2 = 13 N en werkt naar rechts
F3 = 3 N en werkt naar links
F4 = 20 N en werkt naar links
Hoe groot is de nettokracht en in welke richting werkt hij?
De nettokracht is ..... N en werkt naar .........

Wat heb je geleerd over krachten?

         Hoofdstuk 1.3

Hefboom 

Krachten in werktuigen