Socialisatie, cultuur en identiteit

Pluriforme samenleving
Par. 1
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Pluriforme samenleving
Par. 1

Slide 1 - Tekstslide

Doel van deze les 
Aan het einde van deze les....

.... kun je in eigen woorden uitleggen wat socialisatie is
.... kun je in eigen woorden uitleggen wat identificatie is
.... kun je in eigen woorden uitleggen wat internalisatie is
.... weet je het verschil tussen persoonlijke identiteit en groepsidentiteit
.... heb je zelfstandig gewerkt aan de lesstof
.... heb je je eigen kennis getest door middel van de zelftest

Slide 2 - Tekstslide

Wie socialiseert?

  • socialiserende instituties (bijv. je ouders, vrienden, school, de overheid)
Socialisatie

  • Impliciet (bijv. imitatie)
  • Expliciet (bijv. opvoeding, schoolregels, wetgeving

Slide 3 - Tekstslide

Expliciete socialisatie
  • Formele sancties
  • Informele sancties (sociale controle) 
  • Ook positieve sancties

Slide 4 - Tekstslide

sociale controle?

Slide 5 - Tekstslide

Andere vormen van socialisatie
  • socialisatie (vanaf geboorte)
  • acculturatie (bij verhuizen naar een nieuw land)
  • enculturatie 

Slide 6 - Tekstslide

Identiteit
  • Wordt door socialisatie gevormd!
  • Sociale identiteit
  • Peroonlijke identiteit (uniek)

Slide 7 - Tekstslide

Samenhang begrippen
Sociaiserende institutie ->Socialisatie -> Sociale controle -> sancties -> internalisatie -> cultuur -> normen en waarden -> identiteit.

Slide 8 - Tekstslide

Zijn menselijke eigenschappen aangeboren of aangeleerd?
A
Voornamelijk aangeboren
B
Voornamelijk aangeleerd
C
Een combinatie van beide
D
Geen van beide

Slide 9 - Quizvraag


Socialisatie betekent dat mensen:
A
Cultuur van een groep aanleren
B
Allemaal dezelfde normen en waarden aanleren
C
Verschillende culturen leren kennen
D
Alle aangeboren eigenschappen afleren

Slide 10 - Quizvraag

gezelligheid en eerlijkheid zijn voorbeelden van ....
A
waarden
B
normen
C

Slide 11 - Quizvraag

Wat is je sociale identiteit?
A
Het beeld dat je van jezelf hebt
B
Je normen en waarden.
C
De identificatie met verschillende groepen
D
Je omgeving.

Slide 12 - Quizvraag

De meeste socialisatie vindt plaats door?
A
Sociale controle
B
Expliciete socialisatie
C
Imitatie
D
Formele sancties

Slide 13 - Quizvraag

Wetten en regels zijn een vorm van ..?
A
Socialisatie
B
Formele sancties
C
Expliciete socialisatie
D
Impliciete socialisatie

Slide 14 - Quizvraag

Wat is je persoonlijke identiteit en wat is je sociale identiteit?

Slide 15 - Open vraag

Kun je de relatie beschrijven tussen socialisatie, cultuur en identiteit?

Slide 16 - Open vraag