WEEK 4 - INFORMATICA

Week 4 les 1
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
InformaticaMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Week 4 les 1

Slide 1 - Tekstslide

Startklaar zitten.
STARTKLAAR!
Tellie in zakkie

Slide 2 - Tekstslide

Startklaar zitten.
Voorkennis activeren

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke operator gebruik je om resultaten te filteren in een SQL-query?
A
WHERE
B
FILTER
C
LIMIT
D
SELECTIVE

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe selecteer je specifieke kolommen uit een tabel met een SQL-query?
A
PICK kolom1, kolom2 FROM tabelnaam
B
SHOW kolom1, kolom2 FROM tabelnaam
C
GET kolom1, kolom2 FROM tabelnaam
D
SELECT kolom1, kolom2 FROM tabelnaam

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke SQL-query gebruik je om gegevens uit een database te verwijderen?
A
SELECT * FROM table_name;
B
DELETE FROM table_name WHERE condition;
C
INSERT INTO table_name VALUES (value1, value2, value3);
D
UPDATE table_name SET column_name = value;

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar staat CRUD voor in termen van SQL?
A
Copy, Remove, Undo, Duplicate
B
Create, Read, Update, Delete

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
- De leerling is in staat om aan de hand van een consultant gesprek een logische ontwerp te maken.


Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Logische ontwerp
- geeft een overzicht welke entiteiten aanwezig zijn in een database
- welke attributen een entiteit heeft
- welke unieke sleutel een entiteit heeft
- welke entiteiten een relatie onderlingen hebben 
- wat voor soort relatie dat is (0-1, 1-1, 0-n, 1-n n-n)

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Logische ontwerp
Een logische ontwerp is een ontwerp die snel weergeeft welke entiteiten en haar relaties een database heeft. In de afbeelding een database van een webshop.
Het heeft een Supplier
De Supplier levert Producten
Product zit in een Category
Een Product is van een Brand
Een Inventory zitten Producten


Al die blokken noemen wij entiteiten
En al die gekke tekentjes noemen wij kraaienpoten notatie


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kraaienpoten notaties
In een logische ontwerp wordt ook type relatie aangegeven door kraaienpoten notatie

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Relatie tussen entiteiten
Tussen entiteiten kan een relatie ontstaan omdat zij elkaar nodig hebben.

Bijvoorbeeld de student volgt vakken en voor de vakken kan een student cijfers halen
in dit geval hebben wij de volgende entiteiten:

Student
Vak
Cijfer

Een cijfer zonder vak is niet mogelijk en een student zonder vak is ook niet mogelijk.

Korte oefening. Maak een logische ontwerp adhv die 3 entiteiten.


timer
3:00

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht logische ontwerp maken
In teams staat een opdracht die gemaakt moet worden. Deze oefening telt mee voor cijfer. Ik controleer of je het op tijd hebt ingeleverd en of alle eisen in voorkomen. de opdracht heet in teams 02. P3 Logische ontwerp

Eisen:

Er zijn de juiste entiteiten
De entiteiten hebben logische attributen
De relatie tussen entiteiten is logisch 
De kraaiennotatie tussen relaties zijn gebruikt
De kraaiennotatie tussen relaties kloppen
Het logische ontwerp is digitaal gemaakt

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Klassikaal 
- Teken op papier wat je tot heden aan logische ontwerp hebt gemaakt
- Leg het op tafel voor 
- Docent neemt 1 of 2 logische ontwerpen en bespreek het met de klas

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik weet nu wat het doel is van een logische ontwerp
Ja
Deels
Nee

Slide 15 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Ik weet nu hoe ik een logische ontwerp kan maken
Ja
Deels
Nee

Slide 16 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Ik weet nu wat de kraaienpotennotatie eruit ziet en wat ze betekenen
Ja
Deels
Nee

Slide 17 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Ik weet nu hoe ik in mijn logische ontwerp een relatie kan zetten tussen entiteiten
Ja
Deels
Nee

Slide 18 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Week 4 les 2

Slide 19 - Tekstslide

Startklaar zitten.
STARTKLAAR!
Tellie in zakkie

Slide 20 - Tekstslide

Startklaar zitten.
Voorkennis activeren

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kun je een veel-op-veel relatie in jouw logische database ontwerp oplossen?
A
Door de relatie te negeren
B
Door de tabellen te splitsen
C
Door gegevens te combineren
D
Door een tussenliggende koppelingstabel te maken

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk datatype is het meest geschikt voor het opslaan van een telefoonnummer in een database?
A
DATE
B
VARCHAR(15)
C
INT
D
BOOLEAN

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is dit al ingeleverd door iedereen
Hatsup v1, v2 en v3?

SQL WHERE oefening?

Logische ontwerp (oefening)? Telt niet mee maar als je dit niet hebt gemaakt dan kan ik je moeilijk helpen bij het logische ontwerp die je volgende week moet inleveren.

Logische ontwerp 6-maart

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LEERDOELEN
  • De leerling is in staat zijn logische ontwerp om te zetten naar een fysieke ontwerp





Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Van logische naar fysieke ontwerp
Jouw logische ontwerp geeft een overzicht welke entiteiten en attributen betrokken zijn in jouw database en wat de relatie is onderling. 

Vanuit jouw logische ontwerp ga je kijken welke details elke attribuut (kolom) nodig heeft. Dit zijn:
Welke datatype
Wat is de lengte
Wat is de standaardwaarde

Dit noemen wij het fysieke ontwerp. Het is handig eerst per entiteit het volgende te doen om te bepalen hoe het fysieke ontwerp er uiteindelijk uit moet zien.



Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fysieke ontwerp

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fysieke ontwerp - KOLOMNAAM
Kolomnaam is in logische ontwerp attribuut

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fysieke ontwerp - DATATYPE
Voor elke attribuut/kolomnaam die je aan te geven in welke type het opgeslagen moet worden.

Varchar = alle karakters
date = datum
char = alle karakters maar ...
int = N getallen
BOOLean = 0 of 1 / true of false



Groente 
Fruit
Dieren
enz.



Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fysieke ontwerp - DATATYPE
Zoek uit wat de volgende datatypes zijn

timer
10:00

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verder werken
  • Maak jouw logische ontwerp af zodat we het samen kunnen nakijken
  • Ga daarna verder met jouw fysieke ontwerp




Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik weet nu wat een fysieke ontwerp is
Ja
Deels
Nee

Slide 32 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Ik weet nu wat een datatype is
Ja
Deels
Nee

Slide 33 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Ik weet nu wat er wordt opgeslagen bij welke datatype
Ja
Deels
Nee

Slide 34 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

samenvatting
klassikaal 

Slide 35 - Tekstslide

Startklaar zitten.