Lifeguard Hoofdsuk 1 & 2

1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
Keuzedeel zweminstructeurMBOStudiejaar 2,3

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide


Een positieve mindset brengt je altijd verder

Slide 2 - Woordweb

Lifeguard

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

In welk plan staat de afgesproken rol per zwembadmedewerker, waardoor je precies weet wat je moet doen, mocht er iets gebeuren?
A
Calamiteitenplan
B
Het logboek bij het toezichtplan
C
Nood- en Ontruimingsplan
D
Toezichtplan

Slide 12 - Quizvraag

Welke van de onderstaande stellingen is juist?

I. In de wet is geregeld dat een zwembad een Toezichtplan, een Nood- en Ontuimingsplan en een Calamiteitenplan moet hebben.

II. VVA (Veiligheid, Verantwoordelijkheid en Aansprakelijkheid is ook een plan wat in elk zwembad aanwezig moet zijn.

A
Alleen stelling I is juist
B
Alleen stelling II is juist
C
Beide stellingen zijn juist
D
Beide stellingen zijn onjuist

Slide 13 - Quizvraag

De afkorting BHVBZ staat voor:
A
Besluit Hygiëne en Veiligheid Badinrichtingen en Zwemgelegenheden
B
Besluit Hygiëne en Veiligheid Bezoekers en Zwembadmedewerkers
C
Besluit Hygiëne en Verantwoordelijkheden Badinrichtingen en Zwembadmedewerkers
D
Besluit Hygiëne en Verantwoordelijkheden Bezoekers en

Slide 14 - Quizvraag

Als Lifeguard:
A
Moet je ervoor zorgen dat je altijd fit blijft
B
Draag je een verplicht tenue
C
Controleer je continue de situatie in het zwembad
D
Mag je sieraden dragen

Slide 15 - Quizvraag

Welke van de onderstaande stellingen is juist?



A
In het BHVBZ staat dat er alleen gewerkt mag worden met gekwalificeerde toezichthouders
B
In het BHVBZ staat dat er deels gewerkt mag worden met niet (volledig) gekwalificeerde toezichthouders
C
In het BHVBZ staat niks over het al dan niet werken met gekwalificeerde toezichthouders
D
Geen van bovenstaande stellingen is juist

Slide 16 - Quizvraag

Welke van de onderstaande stellingen is juist?

I. Als Lifeguard moet je er altijd netjes en verzorgd uitzien.

II. Goed gastheerschap is voor een Lifeguard net zo belangrijk als toezichthouden.

A
Alleen stelling I is juist
B
Alleen stelling II is juist
C
Beide stellingen zijn juist
D
Beide stellingen zijn onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Drie belangrijke kenmerken van een Lifeguard zijn:
A
Fit, gastvrij en tolerant
B
Flexibel, fit en vriendelijk
C
Tolerant, felxibel en gastvrij
D
Vriendelijk, gastrvij en tolerant

Slide 18 - Quizvraag

Welke van de onderstaande stellingen is juist?

I. Als Lifeguard ben je een echte teamplayer.

II. Als Lifeguard is het vooral je eigen verantwoordelijkheid om te doen wat er in het Toezichtplan staat.

A
Alleen stelling I is juist
B
Alleen stelling II is juist
C
Beide stellingen zijn juist
D
Beide stellingen zijn onjuist

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Een combinatiezwembad is:
A
Een zwembad dat geschikt is voor verschillende doelgroepen
B
Een zwembad met verschillende soorten bassins
C
Een zwembad met zowel een binnen- als buitenbad
D
Een zwembad waar allerlei activiteiten plaats vinden

Slide 25 - Quizvraag

Welk van onderstaande kenmerken van zwembaden is een vast kenmerk?


A
Aanwezigheid van een omroep- en muziekinstallatie
B
De beschikbaarheid van spelmaterialen
C
De beschikbare attracties
D
De watertemperatuur

Slide 26 - Quizvraag

Welke van de onderstaande stellingen is juist?

I. Bij recreatief zwemmen is er naast toezicht ook begeleiding van een medewerker.

II. Recreatief zwemmen is altijd gericht op een bepaalde doelgroep.


A
Alleen stelling I is juist
B
Alleen stelling II is juist
C
Beide stellingen zijn juist
D
Beide stellingen zijn onjuist

Slide 27 - Quizvraag

Het Zwem-ABC wordt uitgegeven door:
A
Het Nationaal Platform Zwembaden (NRZ)
B
Het zwembad waar je je diploma haalt
C
Koninklijke Nederlandse Zwem Bond (KNZB)
D
Nationale Beroepsopleiding Zwemonderwijs (NBZ)

Slide 28 - Quizvraag

Welke van de onderstaande stellingen is juist?

I. Een doelgroep-activiteit is een activiteit met (actieve) begeleiding door een gediplomeerde zwembadmedewerker.

II. De meeste doelgroep-activiteiten zijn gericht op 50-plussers.



A
Alleen stelling I is juist
B
Alleen stelling II is juist
C
Beide stellingen zijn juist
D
Beide stellingen zijn onjuist

Slide 29 - Quizvraag

Welke zwemsport kun je niet bij een zwemvereniging beoefenen:
A
Schoonspringen
B
Waterpolo
C
Wedstrijdzwemmen
D
Zwemmend redden

Slide 30 - Quizvraag

De volgende doelgroepen vormen een verhoogd risico in zwembaden:
A
Dumpkinderen, jongeren tussen de 16 en 21 jaar, disco-zwemmers
B
Dumpkinderen, zwemmers met een gezondheidskwaal en disco-zwemmers
C
Jongeren tussen de 16 en 21 jaar, zwemmers met een gezondheidskwaal en disco-zwemmers
D
Jongeren tussen de 16 en 21 jaar, zwemmers met een gezondheidskwaal en baldadige bezoekers

Slide 31 - Quizvraag

De grootste risicogroep in het zwembad zijn:
A
De grootste risicogroep in het zwembad zijn:
B
Zwemmers met beperkte zwemvaardigheid
C
Zwemmers met een geestelijke of lichamelijke beperking
D
Zwemmers met een gezondheidskwaal

Slide 32 - Quizvraag

Welke van de onderstaande stellingen is juist?

I. Baldadige bezoekers zijn altijd onder invloed van drank of drugs.

II. Onder disco-zwemmen vallen allerlei gezellige festiviteiten die rond en in een zwembassin plaatsvinden en vaak veel bezoekers trekken.




A
Alleen stelling I is juist
B
Alleen stelling II is juist
C
Beide stellingen zijn juist
D
Beide stellingen zijn onjuist

Slide 33 - Quizvraag