3HV Pincode H2.3 en H9.1.

3HV Pincode H2
3HV Pincode H2.3 & H9.1 
01
Wat gaan we doen vandaag: 
  • Toetsbespreking H1                                   (30 min) 
  • Zelfstandig aan het werk met par 1 & 2  (15 min) 

Lesdoelen. Wat heb je aan het einde van deze les geleerd. 
  1. Je krijgt ontwikkelpunten mee vanuit de toets bij H1/2. Waar moet je nog aan werken en welke formules moet je beter gaan oefenen. 
  2. Je kunt uitleggen wat inflatie is. 
  3. Je kunt het verschil tussen kosteninflatie en bestedingsinflatie benoemen. 
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

3HV Pincode H2
3HV Pincode H2.3 & H9.1 
01
Wat gaan we doen vandaag: 
  • Toetsbespreking H1                                   (30 min) 
  • Zelfstandig aan het werk met par 1 & 2  (15 min) 

Lesdoelen. Wat heb je aan het einde van deze les geleerd. 
  1. Je krijgt ontwikkelpunten mee vanuit de toets bij H1/2. Waar moet je nog aan werken en welke formules moet je beter gaan oefenen. 
  2. Je kunt uitleggen wat inflatie is. 
  3. Je kunt het verschil tussen kosteninflatie en bestedingsinflatie benoemen. 

Slide 1 - Tekstslide

Zelfstandig aan het werk met deel 1 van paragraaf 2.3. 
Wat ga je doen. 

  1. Je leest op blz. 54/55 blauwe stukken theorie. Schrijf de dikgedrukte begrippen op en de betekenis erachter. 
  2. Bekijk de video door in te loggen in de lessonup. 
  3. Maak opdracht 21 op blz. 54 en 22 op blz. 55 en 24 op blz. 56. 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

3HV Pincode H2
3HV Pincode H2.3 & H9.1 
02
Wat gaan we doen vandaag: 
  • Terugblik op de opdrachten uit de vorige les       (10 min) 
  • Klassikale uitleg paragraaf 2.3 en oefenen           (35 min) 

Lesdoelen. Wat heb je aan het einde van deze les geleerd. 
  1. Je kunt uitleggen wat inflatie is. 
  2. Je kunt het verschil tussen kosteninflatie en bestedingsinflatie benoemen. 
  3. Je kunt uitleggen wat koopkracht is en uit een voorbeeld benoemen of koopkracht daalt, stijgt of gelijk blijft. 
  4. Je kunt benoemen wat nominaal inkomen en reëel inkomen is. 

Slide 4 - Tekstslide

Welke twee soorten inflatie zijn er?

Slide 5 - Open vraag

Paragraaf 2.3. Koopkracht verandert. 
Blz. 54 & 55. 
  • Inflatie: Het gemiddelde van alle prijstijgingen van diensten en goederen in een land. Er zijn twee soorten inflatie 
  1. Kosteninflatie: Prijzen stijgen omdat de kosten van bijv. loon, materiaal, energie hoger worden. 
  2. Bestedingsinflatie: Wanneer je als consument meer koopt en de vraag naar producten toeneemt. Er ontstaat schaarste en een producent kan voor een product of dienst meer vragen. 


Slide 6 - Tekstslide

Paragraaf 2.3. Koopkracht verandert. (blz. 57 & 58) 
  • Koopkracht: De hoeveelheid goederen en diensten die jij kunt kopen met je inkomen. 
  • Nomionaal inkomen: Verandering van je inkomen in euro's 
  • Reëel inkomen: Verandering van je inkomen min de inflatie. 

Slide 7 - Tekstslide

Aan de slag met paragraaf 2.3 

Maak opdracht 28, 29 & 31
Klaar? Kom ze aan mij laten zien. 


Slide 8 - Tekstslide

3HV Pincode H2
3HV Pincode H2.3 & H9.1 
03
Wat gaan we doen vandaag:
  • Uitleg en oefenen bij paragraaf 9.1.        (30 min) 
  • Aan de slag met het bbp en welvaart      (15 min) 


Lesdoelen. Wat heb je aan het einde van deze les geleerd. 
  1. Je kunt uitleggen wat welvaart is. 
  2. Je kunt twee vormen van welvaart benoemen. 
  3. Je kunt uitleggen wat bbp is en hoe dit wordt berekend. 

Slide 9 - Tekstslide

Uitleg bij paragraaf 9.1. (blz. 256 t/m 259) 
  • Welvaart: De mate waarin je in je behoeften kunt voorzien. Verschilt per persoon en per land. Twee soorten welvaart. 
  1. Welvaart in enge zin. De welvaart uitgedrukt in geld 
  2. Welvaart in brede zin: Welvaart in geld en in welzijn. 
  • Welvaart kan je meten met behulp van indicatoren
  1. Welvaart in enge zin bereken je met het                                                                     bbp: bruto binnenlands product. Dat                                                                          is de totale waarde van alle bedrijven                                                                         en de overheid in een land bij elkaar.                                     

Slide 10 - Tekstslide

Wat was het bruto binnenlands product van Nederland in 2024?

Slide 11 - Open vraag

Bruto binnenlands product van Nederland








  • bbp per hoofd: Het gemiddelde inkomen van een inwoner. Het bbp per hoofd zegt iets over de welvaart in enge zin van een land. 








Jaar 2023

Slide 12 - Tekstslide

Bereken het bbp per hoofd van de bevolking van Nederland in het jaar 2024 met behulp van de gegevens uit de vorige vraag.

Slide 13 - Open vraag









Je hebt nu welvaart in enge zin (in geld uitgedrukt) gemeten. 

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Aan de slag met paragraaf 9.1 

Maak blz. 258 & 259 opdracht 6a, 7 & 8. 
Klaar? Laat je antwoorden checken bij mij. 


Slide 16 - Tekstslide

3HV Pincode H2
3HV Pincode H2.3 & H9.1 
04
Wat gaan we doen vandaag:
  • Oefenen met de verschillende formules         (45 min)
*ingepland SO H2.3 en 9.1 


Lesdoelen. Wat heb je aan het einde van deze les geleerd. 
  1. Je oefent met de verschillende formules voor koopkracht berekenen. bbp berekenen, rekenen met procenten en berekenen van procentuele stijging en daling. 

Slide 17 - Tekstslide

3HV Pincode H2
3HV Pincode H2.3 & H9.1 
05
Wat gaan we doen vandaag:
  • Uitleg en aan het werk met de HDI           (30 min) 
  • Video. Demografie in de praktijk               (15 min) 


Lesdoelen. Wat heb je aan het einde van deze les geleerd. 
  1. Je kunt uitleggen wat welvaart is en twee soorten van welvaart benoemen. 
  2. Je kunt welvaart in enge zin berekenen 
  3. Je kunt uitleggen hoe welvaart in ruime zin gemeten kan worden. 

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Link

Slide 21 - Video

Slide 22 - Tekstslide