Samenvatting hoofdstuk 7

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
commerciële vaardighedenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen de break-even afzet en break-even omzet?

Slide 4 - Open vraag

Rob de eigenaar van de Steigeraar, overweegt om steigerhouten boekenkasten in productie te nemen. Voordat hij deze boekenkasten in zijn assortiment opneemt, wil hij weten wat zijn geschatte winst kan zij en wat de break-evenafzet moet zijn. Tess zet een en ander voor hem op een rij. De variabele kosten zijn €85 per stuk. De vaste kosten €20.000. Tess bepaald de verkoopprijs op €250. Op basis van deze informatie kan Tess voor Rob de winst berekenen en kan Rob bepalen of hij de boekenkasten wil gaan produceren

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Peter baseert zijn prijs op basis wat de consument er voor wil geven.
kostprijs georiënteerd
Concurrentie georiënteerd
Vraag georiënteerd

Slide 9 - Sleepvraag

Jan probeert zijn prijs altijd een paar euro goedkoper te hebben dan een andere winkel
kostprijs georiënteerd
Concurrentie georiënteerd
Vraag georiënteerd

Slide 10 - Sleepvraag

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een monopolie en een oligopolie?

Slide 13 - Open vraag

Een groente boer is een vorm van een?
monopolie
oligopolie
Monopolistische concurrentie
volledig vrije mededinging

Slide 14 - Sleepvraag

De markt voor tandpasta is een vorm van?
monopolie
oligopolie
Monopolistische concurrentie
volledig vrije mededinging

Slide 15 - Sleepvraag

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Stel dat de prijs van een product €10 per stuk is. De gevraagde hoeveelheid daarbij is 4.000 stuks. De prijs wordt verhoogd naar €11 per stuk. Daardoor daalt de gevraagde hoeveelheid van 4.000 naar 3.000 stuks. Wat is prijselasticiteit?

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Een product heeft een prijs van €700 exclusief BTW bij een btw tarief van 21%. Wat is de consumenten prijs?

Slide 22 - Open vraag

De consumentenprijs van een product is €60 bij een BTW-tarief van 21%. Wat is de netto verkoopprijs?

Slide 23 - Open vraag