Kt1 unit 1 to be

I’m very …….. to ……… you!’
1 / 46
volgende
Slide 1: Open vraag in interactieve video
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 1

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

00:31
I’m very …….. to ……… you!’

Slide 1 - Open vraag

01:00
way, way over on the …….. coast

Slide 2 - Open vraag

01:19
We didn’t have …….. , ……….., no …………

Slide 3 - Open vraag

01:34
I did, I was in a ……

Slide 4 - Open vraag

02:00
The officers would shoot you …….

Slide 5 - Open vraag

02:17
I thought boys were much …….. than girls

Slide 6 - Open vraag

02:35
My job was ……….. … … …………….

Slide 7 - Open vraag

02:42
I taught …………

Slide 8 - Open vraag

03:08
The ants can carry a …………..

Slide 9 - Open vraag

03:25
What does the old lady do for fun?

Slide 10 - Woordweb

04:09
What’s the hardest part of getting old?

Slide 11 - Open vraag

welcome class :)
to be
interview
study for your test

Slide 12 - Tekstslide

Ontkenningen met 'to be' afkorten
Ontkenningen met 'is not' en 'are not' kan je ook afkorten.



Voorbeelden:
They are not the best            --> They aren't the best
She is not the best                 --> She isn't the best
Bij 'am not' kan dat niet!

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Hoe gebruik je het werkwoord 'to be' bij ontkenningen?
Bij ontkennende zinnen zet je 'not' achter de vorm van 'to be'.

Voorbeelden:
They are not  lazy                   She is not here             I am not eating

Slide 15 - Tekstslide

Watch the next video and answer the questions…

Slide 16 - Tekstslide

11

Slide 17 - Video

Slide 18 - Video

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Wat betekent to be in het Nederlands?
A
zijn
B
zijn/worden
C
worden
D
heb

Slide 21 - Quizvraag

Welke vorm van to be hoort bij
I
A
is
B
are
C
am
D
be

Slide 22 - Quizvraag

Welke vorm van to be hoort bij
HE/SHE/IT

A
are
B
am
C
be
D
is

Slide 23 - Quizvraag

Welke vorm van to be hoort bij
WE
A
be
B
am
C
is
D
are

Slide 24 - Quizvraag

(to be)
We ..... at school.
A
am
B
are
C
is

Slide 25 - Quizvraag

Welke vorm van to be hoort bij
YOU
A
am
B
are
C
be
D
is

Slide 26 - Quizvraag

I
You
He / She/ It
We
You
They
am
are
is
are
are
are

Slide 27 - Sleepvraag

Vul de juiste vorm van de ontkenning van 'to be' in.
A
He am not
B
He are not
C
He is not

Slide 28 - Quizvraag

Vul de juiste vorm van de ontkenning van 'to be' in.
A
We am not
B
We are not
C
We is not

Slide 29 - Quizvraag

Vul de juiste vorm van de ontkenning van 'to be' in.
They ..... in the house.
A
'm not
B
're not
C
's not

Slide 30 - Quizvraag

Vul de juiste vorm van de ontkenning van 'to be' in.
I ..... into singing.
A
'm not
B
're not
C
's not

Slide 31 - Quizvraag

Vul de juiste vorm van de ontkenning van 'to be' in.
A
They am not
B
They are not
C
They is not

Slide 32 - Quizvraag

Vul de juiste vorm van de ontkenning van 'to be' in.
A
I am not
B
I are not
C
I is not

Slide 33 - Quizvraag

(to be)
He ..... my brother.
A
am
B
are
C
is

Slide 34 - Quizvraag

(to be)
We ..... at school.
A
am
B
are
C
is

Slide 35 - Quizvraag

(to be)
..... you at home tonight?
A
am
B
are
C
is

Slide 36 - Quizvraag

(to be)
Where ..... I?
A
am
B
are
C
is

Slide 37 - Quizvraag

Sleep de vormen van to be naar de juiste plek in de zinnen.
1. I _________ at home.

2. You _________ with your brother.

3. He _________ working out.
am
is
are

Slide 38 - Sleepvraag

(to be)
Dawn and Sheila ..... at work.
A
am
B
are
C
is

Slide 39 - Quizvraag

He .... helping me.
A
am not
B
are not
C
is not
D
isn't

Slide 40 - Quizvraag

They ... at school
A
am not
B
is not
C
isn't
D
aren't

Slide 41 - Quizvraag

Peter and Paul ... reading a book
A
am not
B
aren't
C
isn't
D
are not

Slide 42 - Quizvraag

Practice makes perfect
time for some exercises...
Green= Basisstof 
Red = verdieping

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Link

Slide 45 - Link



That's it for today

Homework/ studytime!
Study for your test....

Quizlet 
Woordtrainer!

Slide 46 - Tekstslide