Workshop coaching

Coaching Periode 8
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesHBOStudiejaar 4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Coaching Periode 8

Slide 1 - Tekstslide

Wat versta jij onder coaching?

Slide 2 - Woordweb

2

Slide 3 - Video

00:54
Wat doet de uil heel erg goed? (Wat te maken heeft met coachen)
A
De vos in een bepaalde richting duwen
B
Doorvragen op wat de vos gedaan heeft
C
De uil is erg subjectief
D
Een oplossing bedenken voor de vos

Slide 4 - Quizvraag

01:22
Wat wil de uil bereiken wanneer hij de vos in het water laat kijken?

Slide 5 - Open vraag

Welke voorwaarden zijn van belang bij coachen?

Slide 6 - Woordweb

Slide 7 - Link

Werking van de hersenhelften
De ene hersenhelft is anders (beter) ontwikkeld dan de andere hersenhelft. Misschien heeft de ene de danseres éérst de linkerkant op zagen draaien, haar ook naar de rechterkant kunnen zien draaien.
 
Je kunt je eigen gedachten beïnvloeden/herprogrammeren

Slide 8 - Tekstslide

Bedenk maar eens...
Hoe kan ik mijn gedachten zo beïnvloeden, mezelf zo coachen, dat ik beter uit ‘vervelende’ situaties blijf of er andere gedachten over kan krijgen?

Slide 9 - Tekstslide

welke vormen van coaching ken je?

Slide 10 - Woordweb


Coachgesprekken

- Fase 1: introductie (10%)
- Fase 2: huidige situatie (25%)
- Fase 3: doelen stellen (25%)
- Fase 4: strategieën kiezen (25%)
- Fase 5: conclusie(10%)

Slide 11 - Tekstslide

Hulpmethodes/inzichten

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Lesweek 2:
Terugblik naar vorige week

Slide 14 - Tekstslide

Bespreken van een casus
Ga in twee- tal  een casus bespreken uit de praktijk en pas de IJsberg toe.
De ene verteld de casus en de andere observeert aan de hand van de vier elementen. ( Inhoud, horen, zien en voelen)

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Dit heb ik gehad aan het oefenen met de coachgesprekken:

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Hoe werkt het?
Als je jezelf andere vaardigheden aanleert, ga je vanzelfsprekend ander gedrag vertonen.
Doordat jouw gedrag anders wordt, verandert ook de manier waarop mensen weer op jou reageren – je omgeving verandert dus ook.
Omgekeerd kán een verandering in omgeving een verandering in gedrag en vaardigheden betekenen, maar dit hoeft niet zo te zijn.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide