Oefentoets Soorten en Populaties

• Biologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Oefentoets Soorten en Populaties

Bij sommige soorten zie je geen echte optimumwaarde, maar een breder tolerantiegebied. Kunnen deze soorten goed of slecht tegen schommelingen in de zoutconcentratie? Leg je antwoord uit.

Als een populatie te klein wordt, neemt de overlevingskans van de populatie sterker af dan op grond van het probleem van paarvorming mag worden verwacht.
Waardoor neemt de kans op overleven af als de populatie kleiner wordt?

1. een kleine populatie heeft een kleine genetische variatie
2. een kleine populatie heeft meer emigratie dan immigratie
3. een kleine populatie is een eenvoudige prooi voor roofdieren
4. een kleine populatie wordt makkelijk weggeconcurreerd

Als tussen twee eerder gescheiden populaties uitwisseling van genen plaatsvindt, noemen biologen dat:

1. het founder effect
2. soortsvorming
3. gene flow
4. allelfrequentie

Welke soort kan het beste tegen schommelingen van deze milieufactor? Leg je antwoord uit!

Wat is een populatie.

1. Een groep soorten.
2. Een groep individuen.
3. Een aantal dieren van dezelfde soort.
4. Een aantal organismen van dezelfde soort.

Bij de binaire naamgeving volgt eerst de soortaanduiding en daarna de geslachtsnaam.

1. Juist
2. Onjuist

Sterft een groot deel van een populatie en is er geen immigratie, dan is er sprake van een..

1. Flessenhalseffect
2. Founder effect

Van welk type soortvorming is er sprake in de afbeelding?
-Allopatrische soortvorming
-Sympatrische soortvorming

1. Links allopatrisch ; rechts allopatrisch
2. Links allopatrisch; rechts sympatrisch
3. Links sympatrisch; rechts allopatrisch
4. Links sympatrisch; rechts sympatrisch

Welke soort heeft de grootste tolerantiegebied voor temperatuur?

1. A
2. B
3. C
4. D

Welke van onderstaande termen
kan het MINST zorgen voor de
extinctie van allel a uit populatie Q?

1. Natuurlijke selectie
2. Founder effect
3. Flessenhals effect
4. Ziekte

Lees eerst de informatietekst uit de afbeelding.

Twee typen soortvorming zijn allopatrische soortvorming en sympatrische soortvorming.

Van welk type soortvorming zal zeer waarschijnlijk sprake zijn geweest bij het ontstaan van de verscheidenheid aan vissen? Licht je antwoord toe met een gegeven uit de tekst.

Verwantschap
Met welke nu levende soort is soort 5 het meest verwant?