2.1 Chemische oceanografie

2.1 Chemische oceanografie
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

2.1 Chemische oceanografie

Slide 1 - Tekstslide

Voedingsstoffen
  • HMS Challenger
  • 1872-1876, 70.000 km 
  • 4000 soorten beschreven 
  • William Dittmar analyseerde de watermonsters die genomen waren
    - 6 ionen die altijd aanwezig waren: natriumchloride (NaCl), sulfaat, magnesium, calcium, kalium, fosfaat
    - Magnesium: chlorofyl
    - Calcium: botten, koralen, tanden
    - Fosfaat: DNA, botten

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Kringlopen voedingsstoffen
  • Stikstof, koolstof en fosfor worden door levende organismen gebruikt 
  • Bewegen door de voedselketen door voeding (organische stoffen) 
  • Reducenten brengen voedingsstoffen weer terug in het systeem (anorganische stoffen) 
  • Voedingsstoffen gaan van abiotische (niet-levend) naar biotische (levend) fase via assimilatie (fotosynthese) 

Slide 4 - Tekstslide

Reservoirs
  • Onderdeel van abiotische fase van een voedingsstof
    - Atmosfeer
    - Water
    - Rotsen en sedimenten 
  • Verblijftijd: hoe lang een voedingsstof in een systeem zit
    - In diepe oceaan langer dan in oppervlaktewater

Slide 5 - Tekstslide

Koolstofcyclus
  • Basis van organische materialen: glucose, vetten, eiwitten, DNA
  • Gefixeerd door fotosynthese
  • Komt vrij door verbranding
  • CO2 lost op in zeewater en vormt waterstofcarbonaat (HCO3-) en H+
  • Oceaan verzuurt bij meer CO2 in de atmosfeer

Slide 6 - Tekstslide

Stikstofcyclus
  • Nodig voor aminozuren (basis van eiwitten) en DNA 
  • Weinig organismen kunnen stikstof uit atmosfeer opnemen
  • Diazotrofen kunnen stikstof omzetten naar ammonia, wordt in water omgezet naar ammonium 
  • Veel organismen kunnen ook nitriet en nitraat opnemen 

Slide 7 - Tekstslide

Concentratie voedingsstoffen in marien ecosysteem
  • Voedingsstoffen toegevoegd door vulkaanuitbarstingen, run-off, interactie met de atmosfeer, zeestromen
  • Factoren hebben invloed op concentratie gassen in zeewater:
    - Oplosbaarheid: hoe makkelijk het oplost in zeewater. Koolstofdioxide hoogste oplosbaarheid (dus hoogste concentratie), daarna zuurstof en daarna stikstof
    - Temperatuur: koud water kan meer gas vasthouden dan warm water
    - Saliniteit: lage saliniteit kan meer gas vasthouden
    - Aanwezigheid organismen: veranderen concentraties gassen

Slide 8 - Tekstslide

Vulkaanuitbarstingen
  • Uitbarsting voegt hete as toe aan atmosfeer
    - Koolstofdioxide, sulfurdioxide, waterstofsulfide, waterstofchloride
    - Mixen met waterdamp in atmosfeer
    - Komen in oceaan terecht met regen 
  • Vulkanen onder water voegen dezelfde gassen toe
    - Belangrijkste bron van chloride in zeewater 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Run-off
  • Water vanuit rivieren komt in oceaan terecht
  • Neemt voedingsstoffen vanuit de bodem mee
  • Bevat voedingsstoffen, pesticiden, kunstmest, olie
  • Kan algenbloei veroorzaken

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Biomagnificatie
  • Stoffen hopen zich op in weefsels organismen
  • Hoger trofisch niveau hogere concentratie

Slide 13 - Tekstslide

Interactie met atmosfeer
  • Hogere concentratie in atmosfeer --> hogere concentratie in oceaan
  • Mixen door turbulentie (golven en wind), meer turbulentie --> meer opname gassen in oceaan

Slide 14 - Tekstslide

Zeestromen
  • Opwelling: koud water uit diepe oceaan komt naar oppervlak, brengt voedingsstoffen mee

Slide 15 - Tekstslide

Concentratie voedingsstoffen in marien ecosysteem
  • Voedingsstoffen toegevoegd door vulkaanuitbarstingen, run-off, interactie met de atmosfeer, zeestromen
  • Factoren hebben invloed op concentratie gassen in zeewater:
    - Oplosbaarheid: hoe makkelijk het oplost in zeewater. Koolstofdioxide hoogste oplosbaarheid (dus hoogste concentratie), daarna zuurstof en daarna stikstof
    - Temperatuur: koud water kan meer gas vasthouden dan warm water
    - Saliniteit: lage saliniteit kan meer gas vasthouden
    - Aanwezigheid organismen: veranderen concentraties gassen

Slide 16 - Tekstslide

Dissolved Oxygen (DO)
  • Bovenste 100 meter supersaturatie: meer zuurstof aanwezig dan er normaal in zeewater opgelost kan zijn
    - Turbulentie van het water
    - Fotosynthese producenten 
  • Oxygen minimum layer rond 500 meter
    - Veel verbranding, geen fotosynthese
  • Dieper weer meer zuurstof
    - Weinig voedsel dus weinig verbranding
    - Oplosbaarheid zuurstof neemt toe met lage temperatuur en hoge druk 

Slide 17 - Tekstslide

Saliniteit
  • Totale opgeloste vaste stoffen
    - Vastgestelde hoeveelheid water verdampen en de vaste stoffen die overblijven wegen
    - Electrische geleiding: Hoe meer opgeloste zouten, hoe beter de geleiding 
  • Parts per thousand (ppt of ‰)
    - Gemiddeld 35 ppt  
  • Neerslag en verdamping

Slide 18 - Tekstslide

Verdamping en saliniteit
  • Variatie in saliniteit
  • Rivieren, neerslag en smeltwater gletsjers lagere saliniteit
  • Verdamping hogere saliniteit, hypersaline wateren

Slide 19 - Tekstslide

Voedingsstoffen verdwijnen
  • Assimilatie door producenten
  • Mariene sneeuw
    - Organisch materiaal dat naar de bodem ‘sneeuwt’
    - Ontlasting, dode organismen 
  • Opgenomen door koraalriffen
    - Leggen calciumcarbonaat vast en nemen voedingsstoffen op 
  • Oogsten
    - Mensen verwijderen organismen uit de oceaan 

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Werkcollege
  • Practicum 2.1 uitvoeren en toevoegen aan je map

  • PO: Artikel doorlezen, belangrijke informatie markeren, toevoegen aan je map.

Slide 22 - Tekstslide