Unit 4 3

Engels - Unit 4
3K
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Engels - Unit 4
3K

Slide 1 - Tekstslide

Lessonplan
1. Praktische zaken 
2. Grammar recap
3. Grammar explanation
5. Practise grammar + homework



Slide 2 - Tekstslide

Praktische zaken
Toetsen
- Schrijftoets
- Unit 4 (verkort)   -> 31/5 of 1/6
- Unit 5 (verkort)   -> toetsweek

Slide 3 - Tekstslide

Unit 4 verkort
Words
Unit 4.1 + 4.2
Step Up 31, 35, 36 & 39

Grammatica
Unit 4.1 (Will + hele ww)
Unit 4.2 (Vergelijkingen)
Unit 4.5 (Onr. ww.)

Slide 4 - Tekstslide

Recap: Will + hele werkwoord

Slide 5 - Tekstslide

De ontkennende vorm van Will is...
A
Willn't
B
Won't
C
Will not
D
Wouldn't

Slide 6 - Quizvraag

Which question is correct?
A
Will you be ready soon?
B
Shall you be ready soon?

Slide 7 - Quizvraag

What time (shall / will) we meet?
A
will
B
shall

Slide 8 - Quizvraag

Will + hele werkwoord
- gaat in de toekomst gebeuren
- spontaan besloten, niet vastgelegd

Bevestigend
:) I will go with you!
:) It will start soon.
:) We will do it! - We'll do it.

Slide 9 - Tekstslide

Will + hele werkwoord
- gaat in de toekomst gebeuren
- spontaan besloten, niet vastgelegd

Vragend - Let op! I & we = shall
? Shall I gowith you!
?  Will it start soon?
? Shall we do it?

Slide 10 - Tekstslide

Vergelijkingen

Slide 11 - Tekstslide

Comparisons 
In het Nederlands noemen we ze trappen van vergelijkingen.
Gebruik: Om mensen of dingen te beschrijven
Je vergelijkt ze met elkaar. 
Comparative: Vergrotende trap
  Superlative: Overtreffende trap. 
C
B
A
Box A is small.
Box B is smaller than box A.
Box C is the smallest of all.

Slide 12 - Tekstslide

Comparisons 
Woorden van 1 lettergreep/syllable:
- Vergrotende trap: -er
- Overtreffende trap: -est
old
older
oldest

Slide 13 - Tekstslide

Woorden met 1 lettergreep

warm - ??? - warmest

Slide 14 - Open vraag

Woorden met 1 lettergreep

loud- louder - ???

Slide 15 - Open vraag

Comparisons 
Woorden van 3 lettergrepen of meer:
- Vergrotende trap: more 
- Overtreffende trap: most
expensive
more expensive
most expensive

Slide 16 - Tekstslide

Woorden met 3 lettergrepen of meer

interesting - ??? - most interesting

Slide 17 - Open vraag

Comparisons 
Woorden van 2 lettergrepen - eindigend op -le/-er/-ow/-y
- Vergrotende trap: -er
- Overtreffende trap: -est

simple - simpler - simplest
yellow - yellower - yellowest
happy - happier - happiest


Slide 18 - Tekstslide

Woorden met 2 lettergrepen

shallow- ??? - ???

Slide 19 - Open vraag

Comparisons 
Woorden van 2 lettergrepen - niet eindigend op -le/-er/-ow/-y
- Vergrotende trap: more
- Overtreffende trap: most

famous - more famous - most famous
helpful - more helpful - most helpful

Slide 20 - Tekstslide

Careful - ??? - ???
A
carefuller - carefullest
B
more careful - most careful

Slide 21 - Quizvraag

friendly- ??? - ???
A
friendlier - friendliest
B
more friendly- most friendly

Slide 22 - Quizvraag

Comparisons - (niet) gelijk
(not) as .... as 


This is just as cheap as that one!
I am not as fit as you are!

Slide 23 - Tekstslide

Comparisons - uitzonderingen

Slide 24 - Tekstslide

Welk rijtje is juist?
A
Good - Better - Best
B
Good - Gooder - Goodest
C
Beautiful - Beautifuler - Beautifulest
D
Small - More small - Most small

Slide 25 - Quizvraag

That group is _____ than the other group.
A
the more serious
B
the most serious
C
more serious
D
most serious

Slide 26 - Quizvraag

Welk rijtje klopt niet?
A
nice - nicer - nicest
B
happy - happier - happiest
C
bad - badder - baddest
D
beautiful - more beautiful - most beautiful

Slide 27 - Quizvraag

It is not as _____ as last year to find good football players.
A
difficult
B
difficulter
C
more difficult
D
difficultest

Slide 28 - Quizvraag

Adele is famous. Lady Gaga is _____ than her, but Michael Jackson is _____!
A
more famous, the most famous
B
famouser, the most famous
C
famouser, the famousest
D
more famouser, most famous

Slide 29 - Quizvraag

Practise Grammar
Extra oefenen met 'will + hele ww'

Extra oefenen met vergelijkingen

Snap je alles?
HW:
Lr: Words 4.1 & Step Up 31 + 35
Mk: Unit 4.1

Slide 30 - Tekstslide