Kerkelijk jaar Quizvragen

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
GodsdienstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het kerkelijke jaar?
A
De kalender die christenen gebruiken om belangrijke gebeurtenissen in het leven van Jezus Christus te herdenken.
B
De kalender die moslims gebruiken om belangrijke gebeurtenissen in het leven van Mohammed te herdenken.
C
De kalender die joden gebruiken om belangrijke gebeurtenissen in het leven van Mozes te herdenken.
D
De kalender die boeddhisten gebruiken om belangrijke gebeurtenissen in het leven van Boeddha te herdenken.

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom gebruiken christenen het kerkelijke jaar?
A
Om heidense feesten te vieren
B
Om belangrijke momenten in het leven van Jezus Christus te herdenken
C
Om de seizoenen te markeren
D
Om belangrijke momenten in de geschiedenis te vieren

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer begint een nieuw kerkelijk jaar?
A
Op Pasen
B
Op Kerstmis
C
Op Hemelvaartsdag
D
Op de eerste zondag van Advent

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebeurt er bij de laatste zondag kerkelijk jaar (of op 31 december)?
A
Overleden mensen worden herdacht
B
Er worden nieuwe leden in de kerk verwelkomd
C
Er wordt geld ingezameld voor het goede doel
D
Er wordt een speciale mis gevierd

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe wordt de laatste zondag van het kerkelijke jaar genoemd?
A
De zondag van de overledenen
B
52e kerkelijke zondag
C
Eeuwigheidszondag
D
Laatste zondag in november

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de rol van christelijke feestdagen in de westerse wereld?
A
Alleen voor religieuze vieringen
B
Geen enkele rol
C
Basis voor de schoolvakanties
D
Basis voor economische groei

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zijn er speciale liederen gemaakt voor christelijke feestdagen?
A
Soms
B
Ja
C
Alleen voor Pasen
D
Nee

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is Advent?
A
Een periode van 4 weken voor Pinksteren, ter voorbereiding op de komst van de Heilige Geest.
B
Een periode van 4 weken na kerst, ter viering van de geboorte van Jezus Christus.
C
Een periode van 4 weken voor kerst, ter voorbereiding op de komst van Jezus Christus.
D
Een periode van 4 weken voor Pasen, ter voorbereiding op de opstanding van Jezus Christus.

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent 'Advent'?
A
Op weg naar kerst
B
Aanloopperiode
C
Geboorte
D
Komst

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk christelijk feest wordt gevierd op 25 en 26 december?
A
Kerst
B
Pasen
C
Pinksteren
D
Hemelvaart

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom wordt Kerst op 25 december gevierd?
A
Dit is de exacte datum van de geboorte van Jezus Christus.
B
Dit was de dag waarop Jezus Christus opstond uit de dood.
C
Dit was de dag waarop Jezus Christus stierf aan het kruis.
D
De datum is historisch onjuist, maar het was de datum van een Romeins feest genaamd Sol Invictus.

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe worden de weken voor Pasen genoemd?
A
Lijdenstijd
B
Paastijd
C
40-dagen tijd
D
7 weken tijd

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe wordt de laatste week van Jezus op aarde genoemd?
A
De stille of goede week
B
De vastenperiode
C
De paasweek
D
De kerstweek

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt gevierd op Witte Donderdag?
A
De kruisiging van Jezus.
B
De geboorte van Jezus.
C
De opstanding van Jezus.
D
Het eerste avondmaal van Jezus met zijn leerlingen.

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt herdacht op Goede Vrijdag?
A
De dag waarop Jezus Christus werd gekruisigd.
B
De dag waarop Jezus Christus zijn leerlingen ontmoette.
C
De dag waarop Jezus Christus opstond uit de dood.
D
De dag waarop Jezus Christus werd geboren.

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebeurde er in de tempel van Jeruzalem tijdens de kruisiging van Jezus?
A
Er werden gebeden opgezegd.
B
Er werden paaslammeren geslacht.
C
Er werd een feestmaal gehouden.
D
Er werden offers gebracht aan andere goden.

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebeurt er op Stille Zaterdag?
A
Er wordt feest gevierd ter ere van de opstanding van Jezus Christus.
B
Er wordt stilgestaan bij de dood van Jezus Christus en er wordt bezonnen.
C
Het is de dag tussen Goede Vrijdag en Pasen.
D
Er wordt stilgestaan bij de geboorte van Jezus Christus en er wordt bezonnen.

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt gevierd tijdens Pasen?
A
Uitstorting van de Heilige Geest
B
Geboorte van Jezus Christus
C
Opstanding van Jezus Christus
D
Hemelvaart van Jezus Christus

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Op welke dag wordt Pasen gevierd?
A
Woensdag
B
Maandag
C
Dinsdag
D
Zondag

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe lang duurde het voordat Jezus na zijn dood aan zijn leerlingen verscheen?
A
Een maand
B
Drie dagen
C
Een week
D
Een dag

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Op welke dag valt Hemelvaart?
A
Een zaterdag
B
Een donderdag
C
Een zondag
D
Een vrijdag

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt er gevierd tijdens Hemelvaart?
A
De uitstorting van de Heilige Geest
B
De opstanding van Jezus Christus
C
De geboorte van Jezus Christus
D
Het vertrek van Jezus Christus naar de hemel

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt gevierd tijdens Pinksteren?
A
Hemelvaart van Jezus Christus
B
Opstanding van Jezus Christus
C
Uitstorting van de Heilige Geest
D
Geboorte van Jezus Christus

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer wordt Pinksteren gevierd?
A
Op de 40e dag na Pasen
B
Op 25 december
C
Op de eerste zondag van januari
D
Op de 50e dag na Pasen

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de Engelse naam voor Pinksteren?
A
The day of Thanksgiving
B
The day of Easter
C
The day of Christmas
D
The day of Pentacost

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Reflectie
Wat heb je geleerd over christelijke feesten en het kerkelijke jaar? Welk feest vond je het meest interessant en waarom?

Slide 27 - Tekstslide

Laat de leerlingen reflecteren op wat ze hebben geleerd in de les. Bespreek de antwoorden in de klas.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 28 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Welke geschiedenissen of verhalen horen bij de advent-tijd?

Slide 29 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 30 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.