Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Woorden begrijpend lezen 12-4
Woorden begrijpend lezen 12-4
1 / 18
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Woordenschat
Basisschool
Groep 6-8
In deze les zitten
18 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslide
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Woorden begrijpend lezen 12-4
Slide 1 - Tekstslide
Wat betekent:
wanten
A
wattenschijfjes
B
handschoenen
C
poffertjes
D
bolletje wol
Slide 2 - Quizvraag
wat betekent:
knotwilgen
A
een soort knot in je haar
B
een soort eten
C
een soort boom
D
een heuvel
Slide 3 - Quizvraag
wat betekent:
trollen
A
vreemd wezen
B
aardappel
C
wortels
D
prinses
Slide 4 - Quizvraag
wat betekent:
afdruk
A
pijn
B
gedrukte afbeelding
C
blaasje in je mond
Slide 5 - Quizvraag
wat betekent:
fladderen
A
roken
B
vleugels die snel op en neer gaan
C
langzame vleugels
D
een soort vogel
Slide 6 - Quizvraag
wat betekent:
walgelijk
A
lekker
B
mooi
C
lelijk/smerig
D
stom
Slide 7 - Quizvraag
wat betekent:
bovenal
A
in de eerste plaats
B
allereerst
C
allerlaatst
Slide 8 - Quizvraag
wat betekent:
opdoemen
A
verschijnen
B
schrikken
C
verdwijnen
Slide 9 - Quizvraag
wat betekent:
conducteur
A
bouwvakker
B
iemand die de trein bestuurt
C
iemand die de mensen in de trein controleert
D
bakker
Slide 10 - Quizvraag
wat betekent:
de oren spitsen
A
aandachtig luisteren
B
slecht luisteren
C
doof zijn
Slide 11 - Quizvraag
wat betekent:
stralend
A
heel mooi en schijnend
B
donker
C
somber
Slide 12 - Quizvraag
wat betekent:
kleurrijk
A
saai
B
heel veel kleuren
C
rijk
D
veel geld
Slide 13 - Quizvraag
wat betekent:
mollig
A
een beetje dik
B
een beetje mager
C
heel dik
D
heel slank
Slide 14 - Quizvraag
wat betekent:
grootwarenhuis
A
grote winkel met meerdere verdiepingen
B
een grote flat
C
veel appartementen
Slide 15 - Quizvraag
wat betekent:
oneindig
A
iets wat niet stopt, maar altijd doorgaat
B
iets wat snel stopt
Slide 16 - Quizvraag
wat betekent:
ribbels
het zijn een soort lijntjes
A
~~~~~~
B
---------
Slide 17 - Quizvraag
wat betekent:
weerspiegelen
A
iets terugzien zoals in een spiegel
B
slecht weer
C
een spiegel die het weer voorspelt
Slide 18 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Woordenkraker deel 5
11 dagen geleden
- Les met
12 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Herhalingsoefeningen Taalweb 6 - Uitdaging 1
September 2021
- Les met
30 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
220506_ToonmomentDuidelijkeInstructietaalWoodwize_D
Mei 2022
- Les met
49 slides
Hoger onderwijs
2223 Woordenschat les 3
Oktober 2022
- Les met
47 slides
Nederlands
Hoger onderwijs
Joris en de geheimzinnige toverdrank
4 dagen geleden
- Les met
22 slides
Woordenschat
Nederlands
Lager onderwijs
Test: WOORDSOORTEN 1
September 2022
- Les met
11 slides
Nederlands
Lager onderwijs
T4 Hoofdpunten + leesopdracht
Mei 2023
- Les met
50 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Thema 19.1
December 2023
- Les met
25 slides
NT2
Hoger onderwijs