Doorgeven welke huisproef je gaat uitvoeren + toelichting rubric
Huiswerk + evaluatie + vooruitblik
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3
In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Les 3 5.1 voeding en 5.2 koolstofkringloop
Inhoud:
Startopdracht (herh. vragen 5.1 via LessonUp)
Leerdoelen
Mindmapopdracht bij 5.2
Doorgeven welke huisproef je gaat uitvoeren + toelichting rubric
Huiswerk + evaluatie + vooruitblik
Slide 1 - Tekstslide
Naast koolstofdioxide en glucose zij er nog 2 stoffen betrokken bij de fotosynthese reactie, welke stoffen?
A
zetmeel en water
B
zuurstof en zonlicht
C
water en zonlicht
D
zuurstof en water
Slide 2 - Quizvraag
Alle koolhydraten bestaan uit de atoomsoorten...
A
C, H, O
B
C, H, S
C
H, O
D
C, H
Slide 3 - Quizvraag
Welke stof is het grootste koolhydraat? (meervoudig koolhydraat)
A
Glucose
B
Fructose
C
Sacharose
D
Zetmeel
Slide 4 - Quizvraag
Wat is de belangrijkste voedingsstof voor de groei en reparatie van weefsels?
A
Koolhydraten
B
Vetten
C
Eiwitten
D
Vitaminen
Slide 5 - Quizvraag
Welke twee stoffen ontstaan bij de afbraak van vet?
A
glycerol
B
vetzuren
C
water
D
lipiden
Slide 6 - Quizvraag
Leerdoelen
Je oefent met het maken van een mindmap
Je leert de volgende begrippen kennen en kunt deze toepassen in de praktijk: Biosfeer, Korte en lange koolstofkringloop, Fossiele brandstof, Broeikaseffect en Biomassa
Je begrijpt wat er van je verwacht wordt bij het uitvoeren van de huisproef + het te maken verslag
Slide 7 - Tekstslide
Mindmapopdracht bij 5.2
Verwerk de te leren begrippen in jouw mindmap, ondersteund door een korte toelichting/uitleg + tekening/symbool/...
timer
15:00
Slide 8 - Tekstslide
Noteer de huisproef die jij gaat doen: Huisproef bij 5.1, 5.2, 5.3, 5.4, 5.5 Noteer de paragraaf
Slide 9 - Open vraag
Toelichting Rubric
Dit a.d.h.v. het word document
Slide 10 - Tekstslide
Huiswerk, evaluatie, vooruitblik
Huiswerk:
Lz. 5.2 Koolstofkringloop. H: m. opdr. 14, 15, 18, 19 en 20 V: 14, 15, 18, 19, 20, 21 en 25
Start met de proef inzetten/voorbereiden/uitvoeren