Poëzie

NEDERLANDS
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

NEDERLANDS

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
  • Korte terugblik vorige lessen
  • Theorie: les 4 - literatuur - poëzie
  • Opdrachten maken


    --> je leert  wat poëtisch taalgebruik is en wat de functies van poëzie zijn

Slide 2 - Tekstslide

Poëzie
Wat is dat?


Wat is proza? Wat is het verschil tussen proza en poëzie?

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Poëzie
Inhoud krijgt extra lading
Vorm krijgt meer nadruk 


Je kunt méér zeggen dan dat de woorden letterlijk betekenen
(net als bij uitdrukkingen en beeldspraak)

Slide 5 - Tekstslide

Poëzie

Vaak ontroerend, of grappig, of het zet je aan het denken.

Daar zijn mensen gevoelig voor.

Slide 6 - Tekstslide

Waarom niet gewoon zeggen wat je bedoelt?


Waarom zo vaag?

Slide 7 - Tekstslide

Dichters zeggen júíst wat ze bedoelen!

Zij kunnen het vaak niet in alledaagse taal verwoorden. Die taal schiet tekort. 

Niets in een gedicht is toevallig. 
Ongrammaticale zinnen zijn geen fouten.

Slide 8 - Tekstslide

Functies poëzie
1. mimetische functie
2. pragmatische functie
3. expressieve functie
4. autonome functie 

Slide 9 - Tekstslide

Functies poëzie
1. mimetische functie - werkelijkheid wordt nagebootst

2. pragmatische functie - je kunt iets leren

3. expressieve functie - gedachten en gevoelens dichter staan centraal 

4. autonome functie - gedicht staat volledig op zichzelf

Slide 10 - Tekstslide

Dus:

Alles kan

Alles mag
Alles heeft betekenis
Alles heeft een functie

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Oefenen
Maak: les 4 (poëzie), opdracht 1 t/m 5
P. 140 werkboek

Slide 13 - Tekstslide

Bedankt!

Let op: over 2 weken rode sneeuw gelezen hebben t/m blz. 165

Slide 14 - Tekstslide