Les 1 LTAP Leiding geven

• Leidinggeven
• MBO
• Studiejaar 1

Leiding geven!

Lesdoelen voor vandaag:

• Vijf factoren organisatiecultuur kunnen benoemen
• Competing Values kunnen onderscheiden
• SMART uitleggen en doelstelling formuleren

Organisatiecultuur

Factoren die van invloed zijn.

• omgeving
• branche
• geschiedenis
• fusies
• personeel

Organisatiecultuur

• Normen en waarden 
• Rituelen
• Uitingen

Welke waarden vindt jij belangrijk?

Welke normen horen bij deze waarden?

Welke rituelen heb jij of zijn er in je familie?

Hoe uit jij je jezelf?

Competing Values Framework

Competing Values Framework

Familiecultuur 

1. flexibiliteit
2. Intern gericht
3. vrijheid
4. relatie medewerkers
5. loyaal aan elkaar

Competing Values Framework

Adhocratiecultuur

1. flexibel
2. extern gericht
3. innovatie
4. ontwikkelen
5. vrijheid voor creativiteit

Competing Values Framework

Hiërarchiecultuur

1. interne verhoudingen
2. stabiliteit
3. beheersbaarheid
4. regels en procedures
5. efficiëntie

Competing Values Framework

Marktcultuur

1. stabiliteit
2. beheersbaarheid
3. extern gericht
4. betrouwbaar
5. kwaliteit
6. rendement

Andere modellen 

• Rolcultuur
• Taakcultuur
• Persoonscultuur
• Machtscultuur

Managementlagen

Managementniveau	Taken	Tijdpad
Strategisch	Strategie bepalen Beleid vaststellen	Lange termijn Drie tot vijf jaar
Tactisch	Strategie en beleid vertalen naar werkvloer Doelstellingen formuleren	Middellange termijn Eén tot drie jaar
Operationeel	Uitvoeren van beleid Uitvoeren taken om doelen te halen	Korte termijn Nul tot één jaar

Management lagen

Uit welke elementen bestaat een organisatiecultuur?

Wat betekent waarden als we het over normen en waarden hebben?

1. Zaken die belangrijk zijn.
2. Opvatting over wenselijk gedrag.
3. De kosten voor een bepaald product.
4. Opstaan voor ouderen.

Welke vier organisatieculturen ken je?

Op welk managementniveau wordt het beleid vastgesteld?

1. Tactisch
2. Operationeel
3. Strategisch

Welke van de onderstaande doelstellingen is Specifiek volgens de SMART methode?

1. Ik wil gezonder worden.
2. Ik wil mijn nu huis opknappen.
3. Ik wil binnen twee dagen mijn tuin opknappen.
4. Ik wil binnen 3 maanden 15 kilo afvallen door 2 x per week hard te lopen.

Wat betekent "SMART"?

Vragen?

Opdrachten voor thuis:

Zoek de organisatiestructuur van het Zadkine uit en werk deze uit in een document.

Formuleer jou doel voor deze opleiding met de SMART methode.