Fictieopdracht - voorbereiding

Fictieopdracht - vwo3
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

Fictieopdracht - vwo3

Slide 1 - Tekstslide

Theorie
In deze LessonUp vind je eerst verschillende filmpjes over een aantal literaire begrippen die je nodig hebt voor de eindopdracht. Bekijk ze allemaal goed. Je mag hierbij op een los blaadje aantekeningen maken, die je later in de opdracht weer kunt raadplegen.

Slide 2 - Tekstslide

Theorie
Personages

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Theorie
Perspectief en vertelsituatie

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Video

Theorie
Tijd

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Theorie
Ruimte

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Voorbereiding voor de eindopdracht

Slide 12 - Tekstslide

Voorbereiding

Op de volgende dia's staan voorbereidende opdrachten die je moet uitvoeren. Dit doe je steeds in deze Lessonup.
Maak goed gebruik van de theorie die je in voorgaande dia's hebt doorgenomen.

Slide 13 - Tekstslide

Voorbereiding

De voorbereiding wordt de basis van het verhaal dat je tijdens een 80-minutenles gaat schrijven. Dit wordt het eerste deel van je fictiedossier. Deze voorbereiding levert je ook punten op, dus doe het serieus.

Slide 14 - Tekstslide

Waarover?
Kies één van de verhaalideeën op de volgende website: verhaalideeën

Probeer niet te lang te blijven hangen in het zoeken naar een idee, stel je bijvoorbeeld een tijdslimiet van 5 à 10 minuten.

Kopieer het idee en vul het in op de volgende dia.

Slide 15 - Tekstslide

Het verhaalidee

Slide 16 - Open vraag

Brainstorm
Brainstorm in de volgende dia over je gekozen verhaalidee. Schrijf de eerste dingen (woorden/woordgroepen) op die in je opkomen als je aan het idee denkt. Er komen minimaal 15 dingen bij te staan die je mogelijk in je verhaal gaat verwerken. Het maakt niet uit als er in je lijst ook een paar dingen staan die je uiteindelijk niet in je verhaal gebruikt.


Slide 17 - Tekstslide

Brainstorm

Slide 18 - Woordweb

Hoofdpersonen

Bedenk welke hoofdpersonen een rol in je verhaal spelen. Geef ze een naam en omschrijf in een kort stukje tekst hun uiterlijk en karakter .

Zet dit stukje tekst in de volgende dia.

Slide 19 - Tekstslide

Hoofdpersonen

Slide 20 - Open vraag

Bijpersonen

Bedenk welke personen je nog meer in je verhaal wil laten voorkomen. Bedenk er minimaal twee.

Noem ze in de volgende dia en vertel wat hun rol wordt (bijvoorbeeld: Wat zijn ze van de hoofdpersoon? Wat is hun relatie?).

Slide 21 - Tekstslide

Bijpersonen

Slide 22 - Open vraag

Perspectief en vertelsituatie
Beschrijf in de volgende dia zo nauwkeurig mogelijk het perspectief / de vertelsituatie waarin je je verhaal gaat schrijven. Vertel ook waarom je voor dit perspectief kiest.

Slide 23 - Tekstslide

Perspectief en vertelsituatie

Slide 24 - Open vraag

Tijd


Beschrijf in de volgende dia kort de tijd waarin je jouw verhaal laat spelen: wat is er bijzonder aan.

Slide 25 - Tekstslide

Tijd

Slide 26 - Open vraag

Ruimte


Beschrijf in de volgende dia kort de ruimte waarin je jouw verhaal laat spelen: wat is er bijzonder aan.

Slide 27 - Tekstslide

Ruimte

Slide 28 - Open vraag

Het verhaalidee

Leg kort uit hoe je het verhaalidee verder wil gaan invullen, hoe gaat het verhaal in het kort verlopen. Het wordt dus een korte samenvatting van het verhaal dat je gaat schrijven.

Zet deze beschrijving in een aantal zinnen in de volgende dia.

Slide 29 - Tekstslide

Korte omschrijving situatie

Slide 30 - Open vraag

Tot slot
Kijk goed of je volledig bent geweest in het uitvoeren van de opdrachten. Check je werk ook op taal en spelling.

Slide 31 - Tekstslide

Tot slot
Bij het schrijven van je verhaal krijg je een opdracht, die je met behulp van deze LessonUp gaat uitvoeren. Je mag hem er dus bij houden. Het heeft geen zin om voor de tijd al een heel verhaal te schrijven, want je weet nog niet aan welke eisen deze moet voldoen. Wel kun je natuurlijk nadenken over mogelijke verhaallijnen, zodat je niet helemaal van nul af hoeft te starten.

Slide 32 - Tekstslide