woordenschat
1 / 15
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
prefereren....
A
gang van zaken
B
geluk hebben
C
liever willen
Slide 2 - Quizvraag
foerageren...
A
de weg kwijt zijn
B
verwachtingen
C
voedsel zoeken en eten
Slide 3 - Quizvraag
1. beaamt
2. speculatief
3. lexicon
4. gissen
denkbeeldig; niet zeker
woordenschat
raden
geeft toe; bevestigt
Slide 4 - Sleepvraag
Reflectie..
A
spiegels
B
klemmend advies
C
nadenken over iets, jezelf
D
geschiktheid
Slide 5 - Quizvraag
Woordenschat. Sleep het woord naar de juiste betekenis
in kleine delen verdelen
afvoeren
voorwerpen herkennen door geluid uit te zenden
beschadigen
één van een soort
groep dieren van een bepaalde soort
aantasten
echolocatie
exemplaar
populaties
versnippering
lozen
Slide 6 - Sleepvraag
unicum
A
een, een keer uniek
B
analyse
C
belangrijk, bepalend
Slide 7 - Quizvraag
constructie..
A
bouwsel, hoe opgebouwd
B
plagiaat
C
denkwijze
Slide 8 - Quizvraag
illustreren..
A
betrappen op
B
machtsvertoon
C
laten zien
Slide 9 - Quizvraag
circuleren..
A
veel geld uitgeven
B
in bezit nemen
C
rondgaan
Slide 10 - Quizvraag
penibel...
A
gevaarlijk, hachelijk
B
slachtoffer zijn
C
niet doelmatig
Slide 11 - Quizvraag
inflatie..
A
geld wordt meer waard
B
geld wordt minder waard
C
steun van de overheid
Slide 12 - Quizvraag
forensisch...
A
opheldering
B
samenhangend
C
voor een strafzaak
Slide 13 - Quizvraag
gedesoriënteerd...
A
afgrijselijk
B
hachelijk
C
de weg kwijt
D
verre oosten
Slide 14 - Quizvraag
op grote voet leven....
A
weinig geld uitgeven
B
veel geld uitgeven
C
schoenen kapot
