Afsluiting hoofdstuk 1

Hoe heet de groep kolonisten die om geloofsredenen naar Amerika trekt?
A
Founding Fathers
B
Pilgrims
C
Pilgrim Fathers
D
Tea Party
1 / 14
volgende
Slide 1: Quizvraag
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Hoe heet de groep kolonisten die om geloofsredenen naar Amerika trekt?
A
Founding Fathers
B
Pilgrims
C
Pilgrim Fathers
D
Tea Party

Slide 1 - Quizvraag

Hoe heet de kolonie die de Pilgrim Fathers hebben gesticht?
A
North Carolina
B
Virginia
C
New England
D
Pennsylvania

Slide 2 - Quizvraag

De staatsgodsdienst in Engeland
A
Katholieke Kerk
B
Lutheraanse Kerk
C
Calvinistische Kerk
D
Anglicaanse Kerk

Slide 3 - Quizvraag

Hoe keken kolonisten aan tegen Indianen?
A
Met veel respect voor hun cultuur
B
Als een barbaarse cultuur
C
Als handelspartner ze kregen wapens van indianen
D
Indianen kregen respect omdat ze ook christelijk waren.

Slide 4 - Quizvraag

Hoe worden afschaffers van de slavernij genoemd?
A
Eliministen
B
Slavisten
C
Romanticisten
D
Abolitionisten

Slide 5 - Quizvraag

In welk jaar schaffen de Britten de slavernij af ?
A
1807
B
1833
C
1780
D
1857

Slide 6 - Quizvraag

Wat gebeurde eerder?
A
Amerikaanse Burgeroorlog
B
Amerikaanse revolutie

Slide 7 - Quizvraag

Waarom waren de Pilgrim Fathers naar Amerika gekomen?
A
Avontuur
B
Geloof
C
Nieuwe producten
D
Handel

Slide 8 - Quizvraag

Net als in de Nederlanden gebruiken ook de Engelsen een bedrijf in hun kolonialisme. In de Nederlanden hebben we de WIC die handelt, gebieden gaat koloniseren, oorlog mag voeren en namens de Nederlandse regering mag optreden. Hoe heet het Engelse bedrijf dat vergelijkbare handel voert als de WIC?
A
East Indian Company
B
The Virginia Company
C
Royal African Company
D
The Quaker Company

Slide 9 - Quizvraag

Sommige Amerikaanse historici spreken over een genocide op de Indianen door de kolonisten.
Waarom vinden ze het een genocide?
A
De Britten hadden ziektes waaraan de Indianen overleden.
B
De Britten sloopten de heilige plekken van de Indianen.
C
De Britten roeiden alle dieren uit die de Indianen aten.
D
De Britten voerden veroveringsoorlogen tegen de Indianen.

Slide 10 - Quizvraag

Wat is een plantage- economie?
A
Een economie die afhankelijk is van de opbrengsten van plantages.
B
Een economie die afhankelijk is van de opbrengsten van koloniën.
C
Een economie die afhankelijk is van de opbrengsten van slaven.
D
Een economie die afhankelijk is van de opbrengsten van landbouw.

Slide 11 - Quizvraag

Verlichte denkers zagen volkssoevereiniteit als alternatief voor absolute vorsten.
Maar wat betekent volkssoevereiniteit?
A
Een kleine groep mensen heeft de macht namens het volk .
B
Het volk heeft alle macht.
C
Het volk heeft de hoogste macht en bepaalt wie de bestuurders zijn.
D
Het volk wijst één leider aan dat namens hen gaat besturen.

Slide 12 - Quizvraag


Wat waren oorzaken voor het uitbreken van de Amerikaanse burgeroorlog?
A
Onenigheid over de oorlog met Frankrijk
B
Onenigheid over slavernij
C
Onenigheid over de te produceren producten
D
Onenigheid over de rol van GB in het dagelijks bestuur

Slide 13 - Quizvraag

De Amerikaanse Onafhankelijkheidsstrijd duurde van....tot....
A
1773 - 1783
B
1770 - 1776
C
1776 - 1783
D
1775 - 1783

Slide 14 - Quizvraag