gezond eten

Gezonde voeding
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Gezonde voeding

Slide 1 - Tekstslide

0

Slide 2 - Video

timer
2:00
Wat zijn voedingsmiddelen?

Slide 3 - Woordweb

Voedingsmiddelen
Alles wat je eet en drinkt.

Slide 4 - Tekstslide

timer
2:00
Welke gezonde voedingsstoffen ken je?

Slide 5 - Woordweb

Voedingsstoffen

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Schijf van 5
Tips voor gezonde voeding:

1. Eet gevarieerd
2. Niet teveel & beweeg
3. Minder verzadigd vet
4. Veel groente, fruit en brood
5. Veilig
www.voedingscentrum.nl
Als er suiker of alcohol aan drinken is toegevoegd 
staat dat niet in de schijf van 5 

Slide 8 - Tekstslide

Schijf van 5
  • De schijf van vijf bestaat uit vijf vakken.
  • Elk vak bevat een groep van 
     voedingsmiddelen die we dagelijks nodig
     hebben.
  • Als je elke dat iets eet uit elk vak dan 
     krijg je alle voedingsstoffen binnen. 
  • De vakken zijn niet even groot.
  • Uit de grote vakken moet je meer eten
     dan uit de kleine vakken.
  • De grote vakken bevatten plantaardige 
     voedingsmiddelen.
www.voedingscentrum.nl

Slide 9 - Tekstslide

Schijf van 5

1. Eet gevarieerd
2. Niet teveel & beweeg
3. Minder verzadigd vet
4. Veel groente, fruit en brood
5. Veilig
Op A3 papier
Deze  voedingsmiddelen leveren vooral zetmeel, plantaardige eiwitten, vitamines en mineralen en voedingsvezel.
Kies vooral donkere producten: Volkoren brood, zilvervliesrijst en volkoren macaroni. De vliesjes hiervan bevatten bijv. de vitamines en de mineralen en veel voedingsvezel.

Deze voedingsmiddelen leveren vooral vitamine C en voedingsvezel.
Deze voedingsmiddelen leveren vooral (dierlijke en plantaardige) eiwitten, vitamines en mineralen (o.a. kalk). Je kunt het beste de minder vette soorten kiezen. Bijvoorbeeld halfvolle melk en magere yoghurt. 
Maar: Bij vis kies je juist voor vette vis!

Deze voedingsmiddelen leveren vooral vetten en vitamines.
Het is beter om plantaardige vetten te gebruiken dan dierlijke vetten.    

Drink elke dag voldoende.
Drink je iets anders dan water / thee / koffie.
Let dan op wat er is toegevoegd (bijv. hoeveel suiker)!

Slide 10 - Tekstslide

In welk vak van de
schijf van vijf
staat bloemkool?
A
Blauw
B
Groen
C
Oranje
D
Rose en Geel

Slide 11 - Quizvraag

Tot welk vak behoort welk vak behoort spaghetti?
A
Het vak met Brood en granen etc.
B
Het vak met groente en fruit
C
Het vak met zuivelproducten
D
Het vak met vis, kip en vlees etc.

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Video

Schijf van 5

1. Eet gevarieerd
2. Niet teveel & beweeg
3. Minder verzadigd vet
4. Veel groente, fruit en brood
5. Veilig
Op A3 papier
buiten de schijf van 5

Slide 14 - Tekstslide

VETTEN

Slide 15 - Tekstslide

Wat is gezonder voor de mens, verzadigde vetten of onverzadigde vetten?
A
Verzadigde vetten
B
Onverzadigde vetten

Slide 16 - Quizvraag

Waarom eet je?
timer
2:00

Slide 17 - Open vraag

Welke gezonde stof zit in meergranen producten?

Slide 18 - Open vraag

Welke gezonde stof zit in fruit
A
eiwitten
B
vitaminen
C
koolhydraten
D
mineralen

Slide 19 - Quizvraag

Zijn tussendoortjes gezond?
timer
2:00

Slide 20 - Open vraag

welke voedingsmiddelen horen niet bij de schijf van vijf?
A
gefrituurde kipstukjes
B
appelmoes
C
appels
D
gebakken kip stukjes

Slide 21 - Quizvraag

In welke twee vakken komen voedingsmiddelen voor die rijk zijn aan voedingsvezel?
A
Vak met groenten en fruiten en Brood en granen
B
Vak met groenten en fruit en vak met vis en kip etc.
C
Vak met melk, boter en olie en vak met vis en kip etc.
D
Vak met groenten en fruit en vak met melk, boter en olie.

Slide 22 - Quizvraag

Opdracht broodje gezond

  1. Maak groepjes van 3 á 4 leerlingen.
  2. Verzin een recept van een broodje wat voldoet aan de eisen van de schijf van vijf.
  3. Controleer dit op de site van het voedingscentrum!
  4. Het recept moet voldoen aan alle criteria (zie opdracht).
  5. Print het recept uit en geef deze aan je docent.

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Link