H 4. herhaling quiz Werken met aantallen klas CK3

Herhaling Hoofdstuk 4 Quiz
Lesdoel: aan het einde van de kan ik 
  1. werken met machten 
  2. werken met procenten en factor
  3. werken met steeds hetzelfde percentage
  4. werken met steeds dezelfde factor
Rekenmachine erbij!
M.Linger
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Herhaling Hoofdstuk 4 Quiz
Lesdoel: aan het einde van de kan ik 
  1. werken met machten 
  2. werken met procenten en factor
  3. werken met steeds hetzelfde percentage
  4. werken met steeds dezelfde factor
Rekenmachine erbij!
M.Linger

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Wat is het grondtal in:


95
A
9
B
5
C
59049
D
9*5 = 45

Slide 3 - Quizvraag

Wat is de exponent in:


53
A
3
B
5
C
15

Slide 4 - Quizvraag


Reken deze macht uit:
A
6
B
9
C
33
D
27

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Video

Wat is
in procenten?
A
20%
B
60%
C
80%
D
75%

Slide 7 - Quizvraag

Van breuk naar procent
1/5 is ...
Schrijf het procent
A
25%
B
15%
C
20%
D
10%

Slide 8 - Quizvraag

Hoeveel procent komt erbij als je met de factor 1,35 vermenigvuldigt?
A
65%
B
0,35 %
C
35 %
D
0, 65 %

Slide 9 - Quizvraag

Hoeveel procent komt erbij of gaat eraf met een factor van 1,17?
A
17% erbij
B
17% eraf
C
83% erbij
D
83% eraf

Slide 10 - Quizvraag

Dezelfde factor
Je €1000,- wil j op spaarrekening zetten.
1,25% 

Formule :         
 begingetal x factor ^periode


M.Linger


Slide 11 - Tekstslide

Stappenplan factor
Stijging van 2,1% --> het komt er bij
100 + 2,1= 102,1
102,1 : 100= 1,021

Slide 12 - Tekstslide

Hans is lid bij een voetbalvereniging. Elk jaar wordt de contributie verhoogt met 2,1%. Wat is de factor?
A
2,1
B
102,1
C
1,021
D
97,9

Slide 13 - Quizvraag

Lotte wil een zonnebril kopen. Zij ziet een leuke met 15% korting. Zij wil weten hoeveel zij nog moet betalen. Wat is de factor?
A
115
B
1,15
C
85
D
0,85

Slide 14 - Quizvraag

Stappenplan factor
Korting gaat er af - dus min honderd
100 - 15 = 85
85:100= 0,85

Slide 15 - Tekstslide

Wat is de formule voor een vermenigvuldiging met steeds dezelfde factor?

Slide 16 - Open vraag

In 2010 telt New York 8,20 miljoen inwoners. Hoeveel is het aantal na 5 jaar als het ieder jaar met 4,1% stijgt. Bereken het aantal inwoners.
A
8,5 miljoen
B
7,05 miljoen
C
9,1 miljoen
D
10,02 miljoen

Slide 17 - Quizvraag

Bereken de waarde van de camper na 4 jaar.
Camper kostte 56.000 euro met een factor van 0,92
A
41.000
B
51.250
C
40.118
D
55.100

Slide 18 - Quizvraag

Hoe ga ik leren voor de toets en denk je dat je een voldoende gaat halen?

Slide 19 - Woordweb

Huiswerk
Opdrachten E1 t/m E10
(blz.142 t/m 144)

Ben je klaar, dan mag je iets voor jezelf doen


M.Linger
timer
10:00

Slide 20 - Tekstslide

Volgende les E8 t/m E13     H4 Werken met aantallen

Slide 21 - Tekstslide