Autisme

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 1,2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen:
Aan het einde van de workshop kun je in eigen woorden uitleggen wat autisme is en de vormen benoemen.


Aan het einde van de workshop kun je minimaal twee begeleidingstips geven.

Slide 2 - Tekstslide

Autisme

Slide 3 - Woordweb

6 vormen van ass
1: Autistische stoornis
Dit werd vroeger ook wel klassiek autisme genoemd. Bij kinderen met deze stoornis zie je dat ze moeite hebben met communiceren. Andere problemen zijn ongeremdheid/hyperactief gedrag en agressiviteit. Somberheid zie je ook vaak bij mensen met klassieke autisme, als ook tics of dwangmatig gedrag. Slaapproblemen en epilepsie zijn ook niet ongewoon. In sommige gevallen is er ook sprake van een verstandelijke beperking.

2. Syndroom van Asperger
In sociaal opzicht lijkt iemand met het syndroom van Asperger op iemand met een autistische stoornis/ klassiek autisme. Er is geen vertraagde taalontwikkeling of een achterblijvende verstandelijke ontwikkeling. Praten en leren leveren in principe geen probleem op. Soms praat een kind wel veel. Wel heeft iemand met het syndroom van Asperger moeite om taal te begrijpen en ook om te begrijpen wat andere mensen bedoelen, denken en voelen. Een ander verschil met autistische stoornis/ klassiek autisme is dat kinderen met een dit syndroom meer fantasie hebben. Ook zie je dat dat ze vriendschappen proberen te sluiten. Dit zie je bij klassiek autisme vaak niet. Mensen met het syndroom van Asperger hebben een normale tot hoge intelligentie.

Slide 4 - Tekstslide

3. PDD-NOS (Pervasive Development Disorder Not Otherwise Specified)
Mensen met de PDD-NOS hebben de sociale en communicatieve problemen zoals we die ook zien bij autistische stoornis/ klassiek autisme, alleen niet zo uitgebreid. In deze gevallen wordt dan gesproken over 'aan autisme verwante problematiek'. 
4. Multiple complex Development Disorder (McDD)
Dit behoort officieel niet tot ASS, maar wordt gezien als een variant van PDD-NOS. Bij deze stoornis heeft iemand moeite zijn emoties onder controle te houden. Het onderscheid tussen werkelijkheid en fantasie valt vaak ook niet makkelijk te maken door iemand met deze stoornis. Ook hier zie je dat deze persoon zich moeilijk kan verplaatsen in een ander.
5. Syndroom van RETT
Het syndroom van RETT is een aangeboren afwijking die vooral bij meisjes voorkomt en zich manifesteert tussen 6 en 18 maanden na de geboorte. De ontwikkeling van het kind stagneert en verslechtert.
6. Syndroom van Heller
Kinderen met het syndroom van Heller ontwikkelen zich de eerste jaren na hun geboorte normaal, maar daarna treedt er een terugval op in het functioneren.




Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Check lesdoelen:
Aan het einde van de workshop kun je in eigen woorden uitleggen wat autisme is en de vormen benoemen.


Aan het einde van de workshop kun je minimaal twee begeleidingstips geven.

Slide 11 - Tekstslide

Vragen?
timer
0:30

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Tekstslide