Anatomie fysiologie dikke darm & Lever & herhaling spijsvertering
1 / 24
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Deze organen horen bij spijsverteringsstelsel
A
maag, dunne darm, hart
B
mond, maag, hart
C
mond, maag, lever
Slide 3 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Hoe heet enzym in mond dat begint met afbreken van koolhydraten?
Slide 4 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat weet je?
Oesofagus
Lever
Colon
Galblaas
Maag
Alvleesklier
Dunne darm
Anus
Appendix
Slide 5 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke stof zit NIET in maagsap?
A
Pepsinogeen
B
Lipase
C
Zoutzuur
D
Slijm
Slide 6 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is de belangrijkste functie van het maagslijm?
A
activatie van enzymen
B
bescherming tegen maagzuur
C
doden van bacteriën
D
doden van virussen
Slide 7 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Pepsine in de maag breekt ....af.
A
eiwitten
B
koolhydraten
C
vetten
Slide 8 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Hoe lang is de dunne darm?
A
1-2 meter
B
4-5 meter
C
6-7 meter
D
10-11 meter
Slide 9 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is de belangrijkste functie van de dunne darm?
A
water opnemen
B
voedingsvezels verteren
C
het kneden van voedselbrij
D
voedingsstoffen opnemen
Slide 10 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 11 - Tekstslide
We zijn aangekomen bij het laatste stuk dat onze voedselresten afleggen in de spijsvertering: het colon oftewel dikke darm. Laten we de video spijsvertering erbij pakken, de we een aantal weken terug helemaal hebben gezien. We bekijken nu nog eens de drie minuten die over het colon gaan en daarna een paar kijkvragen.
Slide 12 - Tekstslide
bekijk met studenten het stukje van 18:30 tot minuut 21:30. hierin komt de bouw, lengte, functies aan bod. https://youtu.be/JTphyweJcug?t=1116
Laat ze daarna meteen hun boek openslaan bij paragraaf 8.4.6 Vertering en deze par. lezen. (5 min) daarna kennisvragen
De dikke darm is ... meter lang.
Slide 13 - Open vraag
1,5 meter lang en 2,5 cm breed. ongeveer 3x 50 cm; omhoog, dwars, omlaag
In de dikke darm zitten crypten, villi en microvilli.
A
Niet waar
B
Waar
Slide 14 - Quizvraag
wel crypten-kloofjes met kliercellen, maar geen villi en mircovilli. Vraag aan studenten: waar zitten WEL (micro)villi? die zitten alleen in dunne darm
Vraag evt. door: waarom maken kliercellen slijm aan? Waarom is dat handig i dikke darm? Antwoord = soepel verplaatsen etensresten/bijna poep door dikke darm heen = glijmiddel
Wat zijn de functies van de dikke darm?
Slide 15 - Open vraag
Bijna alle nuttige dingen zijn uit het eten opgenomen. Wat er nog over is, is restjes die niet verteerd konden worden: daar komen de bacteriën om de hoek, die WEL plantenresten kunnen verteren. JIPPIE. Die bacteriën doen nog iets moois voor ons; ze maken vitamine K.
2e functie dikke darm = Indikken voedselbrij, dikke darm onttrekt het meeste water en een aantal zouten aan de brij. Als hij dat niet doet, heb je altijd diarree en moet je 1 liter extra drinken/dag
Vertraging passage: zodat er voldoende tijd is om water en zouten op te nemen
Slide 16 - Tekstslide
endeldarm-poep opslag
bacteriën - vit K
dekweefsel - epitheel
spierlaag - peristaltiek
anus - inwendige kringspier
Slide 17 - Tekstslide
hier zie je de anatomie van de anus. Dat we kunnen aansturen wanneer we naar het toilet gaan - zindelijkheid - betekent dat we de buitenste/uitwendige kringspier bewust kunnen aansturen. Als die ontspant, poep je. En hoe noemen we het als je voelt dat je naar de wc moet? Antwoord = defecatiedrang
Slide 18 - Tekstslide
We doen een korte introductie van de lever
Hij is het grootste orgaan in buik
Hangt vast aan buikvlies en zit Rechts bovenin de buik, direct onder middenrif. Hij is super knap, kan zich makkelijk herstellen, heeft alles bij elkaar wel 500 functies. Een van de belangrijkste functies = voedingsstoffen ombouwen tot functionele stoffen voor je lijf
Slide 19 - Tekstslide
De lever bestaat uit megaveel kleine eenheden die allemaal bezig zijn met gal maken en voedingsstoffen checken. Ik zie dat voor me als een fabriek die grondstoffen binnen krijgt en via lopende band checkt waar elke grondstof heen moet: a is al goed, meteen inpakken en door naar verkoop (vet naar vetcel), b moet worden
versmolten met ander ingrediënt (aminozuur koppelen aan andere en dan als eiwit naar dijbeenspier voor herstel), c houden we hier om op te slaan voor later (glucose omzet in glycogeen voor voorraad energie in lever). Volgende week duiken we dieper in de stofwisselingen die hier plaatsvinden.
Slide 20 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 21 - Tekstslide
we gaan naar de afronding van de les. Eens kijken of jullie de woorden uit de woordenlijst scherp op je netvlies hebben. Daarna check huiswerk
De dikke darm heet
A
caecum
B
colon
C
sigmoid
Slide 22 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
De goede volgorde in dikke darm =
A
afdalend deel, endeldarm, anus
B
afdalend deel, anus, endeldarm
Slide 23 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Hepar is Latijn voor
A
dunne darm
B
endeldarm
C
lever
D
maag
Slide 24 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
