Argumentatieve vaardigheden 5 november
1 / 24
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
0
Slide 2 - Video
Deze slide heeft geen instructies
"Vindicat moet verboden worden."
Eens of oneens? Leg uit waarom.
Eens of oneens? Leg uit waarom.
Slide 3 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 4 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Feitelijk of waarderend?
De kans is erg klein dat je iets wint bij de Postcodeloterij. Je kunt er beter niet aan deelnemen.
De kans is erg klein dat je iets wint bij de Postcodeloterij. Je kunt er beter niet aan deelnemen.
timer
0:15
A
feitelijk
B
waarderend
Slide 5 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
"Ik vind dat studentenverenigingen verboden moeten worden, want niemand zou zich bloot moeten stellen aan de beschamende activiteiten van een ontgroening."
A
feitelijk argument
B
waarderend argument
Slide 6 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Gaf je eerder een feitelijk of waarderend argument voor het (niet) verbieden va Vindicat?
Slide 7 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 8 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Welk type argumentatie herken je?
De instelling van het team is bijzonder goed. Dat merk je wel aan de sfeer in de groep.
De instelling van het team is bijzonder goed. Dat merk je wel aan de sfeer in de groep.
timer
0:30
A
voorbeeld
B
autoriteit
C
oorzaak en gevolg
D
vergelijking
Slide 9 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welk type argumentatie herken je?
Ik geloof niet dat de VS en hun bondgenoten de oorlog tegen IS alleen met bombardementen kunnen winnen. Heb je dat commentaar van die Amerikaanse generaal in Nieuwsuur niet gehoord?
Ik geloof niet dat de VS en hun bondgenoten de oorlog tegen IS alleen met bombardementen kunnen winnen. Heb je dat commentaar van die Amerikaanse generaal in Nieuwsuur niet gehoord?
timer
0:30
A
voorbeeld
B
autoriteit
C
kenmerk of eigenschap
D
vergelijking
Slide 10 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welk type argumentatie herken je?
Door veel te lezen vergroot je je tekstbegrip. Het is net zoiets als schrijven: dat leer je ook alleen goed door het vaak te doen.
Door veel te lezen vergroot je je tekstbegrip. Het is net zoiets als schrijven: dat leer je ook alleen goed door het vaak te doen.
timer
0:30
A
voorbeeld
B
autoriteit
C
kenmerk of eigenschap
D
vergelijking
Slide 11 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke drogreden herken je?
Die verslaggever van Nieuwsuur is altijd slordig gekleed en heeft een afstotelijke boksersneus. Naar zo iemand luister je toch niet graag?
Die verslaggever van Nieuwsuur is altijd slordig gekleed en heeft een afstotelijke boksersneus. Naar zo iemand luister je toch niet graag?
timer
0:30
A
ontduiken van de bewijslast
B
persoonlijke aanval
C
bespelen van het publiek
D
vals dilemma
Slide 12 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat zijn drogredenen?
A
redenen die door een droge manier tot stand koemn
B
tegenargumenten
C
een reden die niet klopt, maar wel waarschijnlijk lijkt
D
argumenten om je standpunt te onderbouwen
Slide 13 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 14 - Tekstslide
God bestaat, omdat het in de Bijbel staat.
Alles wat in de Bijbel staat, klopt, omdat God dat zegt.
Wil je de toets één week verzetten? Dus jij wil die toets pas echt over 3 maanden gaan maken?
Slide 15 - Tekstslide
– Als Nederland het gebruik van softdrugs legaliseert, krijgen we veel meer drugsverslaafden, zal het aanzien en de invloed van ons land in de Europese unie enorm afnemen en zal de illegale teelt vanwege de sterkte van de illegale wiet niet verdwijnen.
– De Spanjaarden zullen moeten kiezen tussen een splitsing van het land of een burgeroorlog.
Die leraar heeft altijd dezelfde kleren aan, dat moet wel een saaie leraar zijn.
Slide 16 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Welke drogreden werd door Prem gebruikt?
A
Verkeerde vergelijking
B
Bespelen van het publiek
C
Persoonlijke aanval
D
Onjuist beroep op autoriteit
Slide 17 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 18 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Welke drogreden gebruikt Gordon hier, naast de persoonlijke aanval?
A
Bespelen van het publiek
B
Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
C
Overhaaste generalisatie
D
Cirkelredenering
Slide 19 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 20 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Welke drogreden gebruikt Johan Derksen hier?
A
Verkeerde vergelijking
B
Vertekenen van het standpunt
C
Persoonlijke aanval
D
Cirkelredenering
Slide 21 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke drogreden herken je?
Als de examenklassen studieverlof hebben, hebben wij daar ook recht op.
Als de examenklassen studieverlof hebben, hebben wij daar ook recht op.
timer
0:30
A
verkeerde vergelijking
B
cirkelredenering
C
vals dilemma
D
vertekenen van het standpunt
Slide 22 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke drogreden herken je?
Ga toch niet skiën! Op alle skipistes ligt kunstsneeuw, zo'n vakantie is peperduur en de kans dat je op krukken terugkomt is levensgroot.
Ga toch niet skiën! Op alle skipistes ligt kunstsneeuw, zo'n vakantie is peperduur en de kans dat je op krukken terugkomt is levensgroot.
timer
0:30
A
overdrijven van de nadelen
B
overhaaste generalisatie
C
onjuist beroep op autoriteit
D
vertekenen van het standpunt
Slide 23 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 24 - Link
Deze slide heeft geen instructies
