Herhaling paragraaf 2

Wat is de bovenloop van de rivier
A
Het eerste stuk van de rivier bij de zee
B
Het eerste stuk van de rivier in de bergen
C
Het laatste stuk van de rivier bij de zee
D
Het laatste stuk van de rivier in de bergen
1 / 13
volgende
Slide 1: Quizvraag
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Wat is de bovenloop van de rivier
A
Het eerste stuk van de rivier bij de zee
B
Het eerste stuk van de rivier in de bergen
C
Het laatste stuk van de rivier bij de zee
D
Het laatste stuk van de rivier in de bergen

Slide 1 - Quizvraag

In de bovenloop is er veel erosie
A
Waar
B
Niet Waar

Slide 2 - Quizvraag

Wat is de bovenloop van een rivier?
A
Het hoogste deel van een waterval
B
Het deel het dichtst bij de oeverwallen
C
Het hoogste deel van de rivier
D
Het laagste deel van de rivier

Slide 3 - Quizvraag

Wat hoort NIET bij de bovenloop?
A
Stroomt snel
B
Bevat weinig water
C
Erosie
D
Sedimentatie

Slide 4 - Quizvraag

Wat wordt er gesedimenteerd in de middenloop?
A
Grind
B
Zand
C
Klei

Slide 5 - Quizvraag

middenloop
A
bovenste deel van een rivier in de alpen
B
middelste deel van de rivier, tussen de boven en beneden loop

Slide 6 - Quizvraag

Wat hoort NIET bij de middenloop?
A
Stroomt rustiger
B
Bevat weinig water
C
Erosie
D
Sedimentatie

Slide 7 - Quizvraag

In de benedenloop is veel sedimentatie
A
doordat het laag is
B
door de lage stroomsnelheid
C
door de zware stenen
D
omdat het vlakbij zee is

Slide 8 - Quizvraag

In de benedenloop is veel sedimentatie
A
Goed
B
Fout

Slide 9 - Quizvraag

Wat hoort NIET bij de benedenloop?
A
Veel water
B
Meanderen
C
Erosie
D
Sedimentatie

Slide 10 - Quizvraag

In de benedenloop stromen rivieren ...
A
Snel, omdat het gebied uit gesteente bestaat.
B
Snel, omdat er veel reliëf is
C
Langzaam, omdat er weinig reliëf is.
D
Langzaam, omdat het gebied uit zand en klei bestaat.

Slide 11 - Quizvraag


'Het stroomgebied van de Maas is groter dan het stroomgebied van de Rijn.'
A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quizvraag

Het stroomgebied is
A
De hoofdrivier en alle zijrivieren
B
hetzelfde als het stroomstelsel
C
Het hele gebied dat afwatert op een rivier en de zijrivieren

Slide 13 - Quizvraag