Parkinson & Dementie

Parkinson
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
FarmacotherapieMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Parkinson

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je over parkinson?

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Video

Ter info
  • Hypokinesie bv. vlakke gezichtsuitdrukking (maskergelaat), een monotone of zachtere stem, een stijve houding, verminderende armzwaai, schuifelen en kleinere stappen zetten -> afnamen van bewegingen
  • Akinesie bv. moeite hebben met het starten en stoppen van bewegingen. Moeite om bij het lopen de eerste stap te zetten of na het lopen moeite met stoppen.
  • Bradykinesie traagheid bij (sommige) bewegingen. Moeite met herhalende bewegingen zoals het tikken met de vinger.

Slide 4 - Tekstslide

Bij ziekte van Parkinson is er een tekort aan serotonine in de hersenen
Waar
Niet waar

Slide 5 - Poll

Parkinson
  • Te kort aan Dopamine 
  • Verstoorde motoriek
  • Bewegingsarmoede
  • Psychische klachten 

Slide 6 - Tekstslide

Dopamine
  • Neurotransmitter / boodschappersstof-> zenuwcellen kunnen met elkaar communiceren 
  • Dopamine komt vrij bij sporten, eten, seks of drugs.
  • Te veel Dopamine -> psychoses 
  • Beloningssysteem (gokken - euforisch voelen)
  • Te kort aan Dopamine -> moeilijker bewegen, moeite met plannen, beven en traagheid

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Kenmerken
  • Bewegingsarmoede
  • Verhoogde spierspanning
  • Maskergelaat
  • Monotone spraak
  • Afgevlakte emoties
  • Tremor 
  • Psychische klachten -> depressie, slechte concentratie, moe

Slide 9 - Tekstslide

Behandeling
  • Ongeneeslijk en onvertraagbaar
  • Symptomatisch 
  • Levodopa -> gecombineerd met een enzym om goed te werken
  • Gewone tabletten en tabletten MGA 
  • Bij jonge patiënten -> DBS

Slide 10 - Tekstslide

Geneesmiddelen
  1.  Amantadine (Symmetrel) -> wordt vaak mee gestart <65jaar
  2. Levodopa + Benserazide (Madopar)
  3. Levodopa + Carbidopa (Duodopa of Sinemet)
  4. Ropinirol en Pramipexol bij RLS -> stimuleren dopaminereceptoren 

Levodopa werking neemt af daarom vaak dosering verhoging


Slide 11 - Tekstslide

Levodopa + enzymremmer
Levodopa wordt altijd samen voorgeschreven met een hulpstof. Deze hulpstof wordt een decarboxylaseremmer genoemd bv.(benserazide of carbidopa). 
Levodopa wordt namelijk afgebroken door een enzym. Deze moet geremd worden.
De hulpstof zorgt ervoor dat meer levodopa in de hersenen terecht komt.

Slide 12 - Tekstslide

Er volgen nu een aantal vragen..

Slide 13 - Tekstslide

Wat is geen symptoom van Parkinson?
A
Hallucinaties
B
Maskergezicht
C
Traag bewegen
D
Tremor

Slide 14 - Quizvraag

Wat zijn symptomen van Parkinson?
A
trillen, stijfheid, maskergelaat
B
trillen, stijfheid, flexibel zijn
C
flexibiliteit & rechte houding
D
rechte houding, snel reactievermogen

Slide 15 - Quizvraag

Parkinson is een chronische ziekte
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Parkinson is met medicatie te genezen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Hoe werkt medicatie bij de ziekte van parkinson? Wat doet het?

Slide 18 - Open vraag

Antwoord
  • De medicijnen vullen het tekort van Dopamine aan.
  • De medicijnen stimuleren de Dopamine receptoren.

Slide 19 - Tekstslide

Parkinson is een:
A
Ziekte van de bloedvaten
B
Ziekte van het hart
C
Ziekte van de hersenen
D
Ziekte van de zenuwen

Slide 20 - Quizvraag

Vragen?
Tip!
  • Youtube Juf Daniëlle
  • www.herseninstituut.nl
  • www.parkinsonnet.nl
  • www.parkinson-vereniging.nl


Slide 21 - Tekstslide

Dementie

Slide 22 - Tekstslide

Dementie
  • Alzheimer
  • Vasculaire dementie
  • Parkinson dementie

Focus: ziekte van Alzheimer

Slide 23 - Tekstslide

Wat is dementie?
  • Dementie is een verzamelnaam van stoornissen waarbij de hersenen informatie niet meer goed kunnen verwerken.
  • Chronische aandoening die in ernst toeneemt (langzaam).
  • Ongeneeslijk.

Slide 24 - Tekstslide

Symptomen dementie

Slide 25 - Woordweb

Symptomen
  • Vergeetachtigheid
  • Veranderde persoonlijkheid 
  • Eiwitten vormen plaques tussen de hersencellen (geen goede balans) -> hersencellen gaan verloren -> hersendelen sterven af 
  • Alzheimer dementie -> meestal 70 jaar of ouder
  • Verlies van zelfstandigheid (langzame achteruitgang)

Slide 26 - Tekstslide

Geneesmiddelen 
  1. Vertragen de achteruitgang bij dementie
  2.  Remmen de symptomen bij dementie -> verbeteren aandacht, concentratie en spraakvermogen

  • Bij onvoldoende werkingen het medicijn staken in verband met de bijwerkingen -> diarree, misselijkheid en braken. Of sufheid, duizeligheid.

Slide 27 - Tekstslide

Preparaten
  • Rivastigmine (Exelon) -> in pleistervorm
  • Galantamine (Reminyl)
  • Memantine (Ebixa)
  • Donepezil (Navazil)

Denk ook aan antipsychotica bij dwalen, agressie etc. 

Slide 28 - Tekstslide

Er volgen nu een aantal vragen..

Slide 29 - Tekstslide

Dementie
A
Heeft een traag verlopend proces
B
Is een psychiatrische stoornis
C
Tast het lange termijn geheugen aan
D
Treedt acuut op

Slide 30 - Quizvraag

Dementie is...
A
vaak goed te genezen
B
soms te genezen
C
niet te genezen

Slide 31 - Quizvraag

Galantamine is verkrijgbaar in pleistervorm
A
Waar
B
Niet waar

Slide 32 - Quizvraag

De medicatie bevat veelal een gele sticker 'kan het reactievermogen verminderen'.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 33 - Quizvraag

Mensen met Alzheimer kunnen vaak goed over hun jeugd praten.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 34 - Quizvraag

Vragen?
Wil je meer weten?
Kijk dan naar de Prezi die ik heb gemaakt:
https://prezi.com/i/l8at2esy1dc9/ 

Slide 35 - Tekstslide