Gesprekken voeren examen Deviant Nederlands

Gesprekken voeren examen Deviant Nederlands
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Gesprekken voeren examen Deviant Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Informatie
Beste kandidaat,
Je gaat examen doen in het onderdeel gesprekken voeren van het vak Nederlands op 2F-niveau. Dit
examen bestaat uit één opdracht: je voert een overleg met twee andere kandidaten. Je krijgt eerst tijd
om het overleg voor te bereiden. Dit doe je door de informatie hieronder en de informatie die je van
de toetsleider krijgt te lezen. Je mag hierbij aantekeningen maken als je dat handig vindt. Tijdens het
voorbereiden mag je niet overleggen met de andere kandidaten. De toetsleider geeft aan wanneer
jullie mogen beginnen met het overleg.

Slide 2 - Tekstslide

Situatie
Je zit samen met twee medeleerlingen in de feestcommissie van je school. Jullie hebben een
schoolfeest georganiseerd. Het feest was alleen voor leerlingen en docenten van jullie eigen school. In
de week voorafgaand aan het feest konden zij op vertoon van hun schoolpas een kaartje kopen. 

Slide 3 - Tekstslide

Het feest vond afgelopen vrijdag plaats in de aula van jullie school. Bij de ingang werden de kaartjes
gecontroleerd. Tijdens het feest was er een dj die muziek draaide. Omdat er ook minderjarige
leerlingen op school zitten, werd er geen alcohol geschonken. 

Slide 4 - Tekstslide

Het feest was een succes: er waren veel leerlingen en de sfeer was goed. Jullie hebben dan ook veel
positieve reacties gehad. Maar er zijn ook wat dingen misgegaan tijdens het feest. Jullie komen als
feestcommissie bij elkaar om deze problemen te bespreken en te bedenken hoe jullie de problemen
een volgende keer kunnen voorkomen.

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht
Voer het overleg met je medeleerlingen van de feestcommissie. Ga als volgt te werk:
- Zet eerst samen op een rij welke problemen er waren. Gebruik hierbij de input die jullie elk
gekregen hebben.
- Bespreek vervolgens wat jullie kunnen doen om deze problemen een volgende keer te voorkomen.
Zorg ervoor dat jullie het allemaal eens zijn over de oplossingen van de problemen.
- Sluit het overleg af door de oplossingen samen te vatten

Slide 6 - Tekstslide

Belangrijke informatie
- Zorg ervoor datje alle punten uit jouw input noemt tijdens het overleg.
- Het overleg moet 7 tot 12 minuten duren. Na 10 minuten krijgen jullie een seintje datjullie nog 2
minuten overlegtijd hebben.
- Kandidaat 1 begint het overleg.

Slide 7 - Tekstslide

Beoordeling
Je wordt beoordeeld op:
- je inhoudelijke bijdrage;
- je gespreksvaardigheid.
Let op: Zorg ervoor datje verstaanbaar bent tijdens het overleg. Als de beoordelaars je niet kunnen
verstaan, wordt je deelname aan het overleg niet beoordeeld.

Slide 8 - Tekstslide

 Informatie voor kandidaten over de beoordelingsaspecten
Beste kandidaat,
Binnenkort doe je examen in het onderdeel gesprekken voeren van het vak Nederlands op 2F-niveau.
Je gaat een overleg voeren met twee medekandidaten. Je ontvangt de examenopdracht tijdens het
afnamemoment en krijgt dan eerst tien minuten om het overleg voor te bereiden.
Je wordt beoordeeld op twee aspecten:
- inhoudelijke bijdrage (50% van je beoordeling)
- gespreksvaardigheid (50% van je beoordeling)

Slide 9 - Tekstslide

Inhoudelijke bijdrage
Als je met anderen een overleg voert, heb je samen eeh doel voor ogen; het gesprek moet een
bepaalde uitkomst hebben. Dit is het gespreksdoel. Tijdens het overleg moetje samen met je
medekandidaten het gespreksdoel bereiken. Je moet er dus voor zorgen dat watje tijdens het overleg
zegt, bijdraagt aan het bereiken van het gespreksdoel. Geef relevante informatie en reageer op de
inbreng van je medekandidaten. Het gespreksdoel kun je afleiden uit de opdracht.

Slide 10 - Tekstslide

Gespreksvaardigheid
Je gesprekshouding zegt veel over je motivatie en je inzet tijdens het overleg. Een goede
gespreksvaardigheid helpt je bij het bereiken van het gespreksdoel. Zorg er daarom voor datje een
actieve gesprekshouding hebt. Dit houdt in datje rechtop zit, een open houding hebt en oogcontact
maakt met je medekandidaten.
Gespreksvaardigheid houdt ook in datje respect toont voor je medekandidaten. Dit doe je door op de
juiste manier de beurt te nemen, goed naar je medekandidaten te luisteren, hen niet in de rede te
vallen en vriendelijk en beleefd te reageren op watje medekandidaten zeggen. 

Slide 11 - Tekstslide

Daarnaast word je bij gespreksvaardigheid beoordeeld op je woordgebruik, de vloeiendheid waarmee
je spreekt en je grammaticale beheersing. Ook moet je tijdens het overleg verstaanbaar zijn. Als dit
laatste niet het geval is, word je niet beoordeeld.

Slide 12 - Tekstslide

Tot slot
Het belangrijkste bij het voeren van het overleg is dat je samen met je medekandidaten het
gespreksdoel bereikt. Houd het gespreksdoel dus goed voor ogen tijdens het overleg. 

Slide 13 - Tekstslide

Zorg er ook voor dat alle punten die in de opdracht staan aan de orde komen in het overleg en dat je
alle punten uit jouw input inbrengt tijdens het overleg. Doe je dit niet, dan krijgje een lagere
beoordeling omdat je niet (helemaal) aan de opdracht hebt voldaan.

Slide 14 - Tekstslide

Vragen!?

Slide 15 - Tekstslide