H4 - 17 oktober. Paragraaf 4. Continuïteit en verandering

17 oktober
  • 17 oktober
  • Herhaling 3.2 en 3.3
  • Continuïteit en verandering
  • Werken aan mondeling
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

17 oktober
  • 17 oktober
  • Herhaling 3.2 en 3.3
  • Continuïteit en verandering
  • Werken aan mondeling

Slide 1 - Tekstslide

17 oktober
1091: delen van Londen worden getroffen door een verwoestende tornado, met (volgens huidige berekeningen) windsnelheden >340 km/u .

Uit de Journal of Meteorology (1999):  "this appears to be possibly the most violent tornado on record on the British Isles"

Deze uitspraak is gebaseerd op eigentijdse getuigenissen van meer dan 20 jaar later (~1115).

Zijn de invloed van het weer en het klimaat nu hetzelfde als 1000 jaar geleden? Waarom wel/waarom niet?


Slide 2 - Tekstslide

Herhaling 3.2 en 3.3
Herhalingsvragen 3.2 en 3.3

Slide 3 - Tekstslide

Welke twee verplichtingen hadden de horigen ten opzichte van de landeigenaar?

Slide 4 - Open vraag

Koningen maakten bisschoppen graag tot leenman omdat:
A
Bisschoppen heel gelovig waren
B
Koningen dan hun land weer terugkregen
C
Bisschoppen heel gehoorzaam waren
D
Bisschoppen grote legers hadden

Slide 5 - Quizvraag

Wat past NIET bij het feodale stelsel?
A
Horigheid
B
Leenheer
C
Vazal
D
Eed van trouw

Slide 6 - Quizvraag

Wat is NIET waar over het feodale stelsel?
A
Het is een politiek systeem
B
Een ander woord is leenstelsel
C
Het werd bedacht rond het jaar 500
D
Het werd bedacht rond het jaar 800

Slide 7 - Quizvraag

Welk begrip hoort niet thuis bij het feodale stelsel
A
leenheer
B
leenman
C
domein
D
eed van trouw

Slide 8 - Quizvraag

Wat waren gevolgen van het feodale stelsel (let op: 2 goede antwoorden)?
A
Koning werd te machtig
B
Versnippering in het rijk
C
Iedereen steunde de koning trouw
D
Niemand wist meer wie de leenheer was

Slide 9 - Quizvraag

Welke verplichting had een leenman NIET aan zijn leenheer binnen het feodale stelsel?
A
besturen van zijn gebied
B
rechtspreken in zijn gebied
C
vechten voor de heer in tijden van oorlog
D
bewerken van de grond

Slide 10 - Quizvraag

Uit de serie Gewenste Woorden: Continuïteit en Verandering
1. Chronologie en kenmerkende aspecten
2. Causaliteit
3. Werken met bronnen
4 Continuïteit en verandering
5. Standplaatsgebondenheid

Slide 11 - Tekstslide

wat is continuïteit?

Slide 12 - Woordweb

Leerdoel
  • Je kunt in historische processen continuïteit en verandering onderscheiden

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

  1. Sociaal
  2. Politiek-bestuurlijk/militair
  3. Economisch
  4. Cultureel
Continuïteit en verandering kunnen onderscheiden worden aan de hand van  deze vier gebieden.

Slide 15 - Tekstslide

Hoe kunnen we alles wat vroeger is gebeurd, ordenen als een ontwikkeling in de tijd?
Heel veel dingen die mensen doen – werken, eten, slapen – gaan volgens vaste patronen. In de loop van de tijd lijken ze nauwelijks te veranderen.
Dat geldt ook voor de omgeving en de omstandigheden waarin mensen leven. Toch zijn die veranderingen er – soms heel geleidelijk, dan weer heel onverwacht. Een goed verhaal over het verleden houdt hier rekening mee. Als je bezig bent met de vraag wat op bepaalde momenten verandert, wat hetzelfde blijft en hoe je dat waardeert, denk je na over continuïteit en verandering.

Maar hoe herken je continuïteit en verandering? Hierna volgen 5 inzichten die je daarbij helpen.

Slide 16 - Tekstslide

Inzicht 1 
Een verandering kan groot zijn, maar hij is nooit totaal. Er zijn altijd voorbeelden van continuïteit.

Slide 17 - Tekstslide

Inzicht 2
Het maken van een chronologie van gebeurtenissen is een basisvorm van ordenen. Door het onderscheiden van tijdsperioden geven mensen aan hoe ze continuïteit en verandering interpreteren.

Voorbeeld: de overgang van de Romeinse tijd naar de tijd van Monniken en Ridders. Door de opkomst van de Islam, het wegvallen van het centrale gezag , etc. is een 'andere tijd' begonnen

Slide 18 - Tekstslide

Inzicht 3 Continuïteit & Verandering
Verandering is een ingewikkeld proces dat soms snel en soms langzaam gaat. Door het aanwijzen van een keerpunt geven mensen achteraf aan dat ze vinden dat de richting, de omvang of de snelheid van een historisch proces beslissend is veranderd.

Slide 19 - Tekstslide

Inzicht 4
Aan verandering of continuïteit geven mensen vaak een waardeoordeel, bijvoorbeeld door te spreken over vooruitgang, bloei en verval. Daarover kan altijd discussie blijven bestaan.

Slide 20 - Tekstslide

Inzicht 5
Ook de begrippen die we gebruiken om over het verleden te praten, zijn aan verandering onderhevig.

Soms blijven begrippen wel hetzelfde, maar verandert de betekenis ervan.
Denk bijvoorbeeld aan de invulling van het begrip 'democratie', 'burger' of 'dictator'.

Slide 21 - Tekstslide

Oefenen
Op de volgende dia's staan oefenvragen bij het onderwerp continuïteit en verandering.


Slide 22 - Tekstslide

Continuïteit of verandering: de Griekse cultuur werd vervangen door de Romeinse
A
Continuïteit
B
Verandering
C
Beide
D
Geen van beide

Slide 23 - Quizvraag

Bij welke van onderstaande gebeurtenissen is er sprake van continuïteit?
A
De Romeinen veroveren gebieden Spanje
B
Friezen worden christelijk
C
Europeanen sterven aan Zwarte Dood
D
Christenen geloven in één God

Slide 24 - Quizvraag

Wat is waar over continuïteit?
A
Continuïteit vindt alleen plaats als er verandering is
B
Continuïteit kan snel of langzaam plaatsvinden.
C
Bij continuïteit blijft alles hetzelfde.
D
Continuïteit gaat over iets dat hetzelfde blijft.

Slide 25 - Quizvraag

Bron: 'De kerstboom heeft helemaal niets te maken met de geboorte van Christus. Maar waar komt die traditie dan vandaan? Het is een feit dat de verering van bomen al heel lang bestaat. Onze kerstboom is een voortvloeisel van de Germaanse levensboom. In elk dorp stond wel zo'n boom die bescherming bood tegen rampen. Ook het versieren van bomen met kransen en ballen bestond al heel lang. Volgens oud volksgeloof wenden blinkende voorwerpen onheil af'.

Bovenstaande bron gaat over....
A
continuïteit (blijft hetzelfde)
B
geen van de genoemde antwoorden is juist.
C
langzame verandering.
D
snelle verandering.

Slide 26 - Quizvraag

5e-eeuwse Romeinse keizers kregen minder macht maar hoefden niet af treden
A
Verandering
B
Continuïteit
C
Beide
D
Geen van beide

Slide 27 - Quizvraag

Continuïteit betekent in de geschiedenis
A
Er verandert iets binnen een hele lange periode
B
Er verandert niets binnen een lange periode
C
Er verandert iets binnen een hele korte periode
D
Er verandert niets binnen een hele korte periode.

Slide 28 - Quizvraag

Middeleeuwse steden moesten voortaan belasting betalen.
A
Verandering
B
Continuïteit
C
Geen van beide
D
Beide

Slide 29 - Quizvraag

In de 11e eeuw werden Christenen opgeroepen heilige oorlogen uit te vechten
A
Continuïteit
B
Verandering
C
Geen van beide
D
Allebei

Slide 30 - Quizvraag

Wapens werden in de Middeleeuwen steeds effectiever
A
Verandering
B
Continuïteit
C
Geen van beide
D
Allebei

Slide 31 - Quizvraag

Leerdoel
  • Je kunt in historische processen continuïteit en verandering onderscheiden

Slide 32 - Tekstslide

Voorbereiding op het mondeling
"Ook kan tijdens het mondeling per tijdvak gevraagd worden een antwoord op (één of enkele) van de volgende vragen te geven en (eventueel) toe te lichten:"

...
3. Welke continuïteit is er te zien in dit tijdvak vergeleken met het voorgaande tijdvak?

Opdracht: geef van het door jou gekozen tijdvak een voorbeeld van continuïteit t.o.v. het voorgaande.

TIP: gebruik SPEC :-)

Slide 33 - Tekstslide