AOR4 25-4-2024

• Anders
• MBO
• Studiejaar 1

Planning

• Herhaling werkwoorden met oefening op papier
• 4.1 - Huiswerk
• 4.2 - Herhalen
• 4.3 - Herhalen opdracht 17 en dan vanaf opdracht 20
• 4.4 - Je leert woorden bij soep koken
• 4.5 - Je praat over het eten aan tafel
• 4.6 - Je leert woorden met -ig. 

Herhalen

Herhalen werkwoorden:

- Je krijgt een papier met oefeningen

- De docent zegt een zin. Je schrijft de zinnen op.

Verder met hoofdstuk 4

Eten en drinken

Huiswerk

4.1: We kijken de opdrachten 4, 5, 6, 7 en 8 na

4.2: We kijken naar de video

4.3: We herhalen opdracht 17 en gaan verder met opdracht 20

4.4 Soep koken

- Wie kookt het eten?

- Wie vindt soep lekker?

- Je leert de woorden:

de soep, de liter, de tomaat, de ui, het zout, snijdt (snijden), kookt (koken), de pan, de minuut, doet (doen), klaar, nodig hebben.  

4.4 Soep koken

• Samen luisteren naar de tekst (25) 
• In de les: Maak opdracht 26, 27 en 33.

• Huiswerk: opdracht 28, 29, 30, 31 en 32

4.5 Aan tafel!

- We leren de woorden bij 'aan tafel eten'.

- We kijken naar de video (opdracht 34)

- We oefenen met de blauwe woorden.

- In de les: opdracht 35 en 39 en 42

- Het huiswerk is: 36, 37, 38, 40, 41

4.6 Woorden met -ig

- Je ziet -ig, maar je zegt -ug met de u van bus. 

- We lezen de woorden op pagina 128

- We werken in 2-tallen bij opdracht 44

- We luisteren naar de woorden bij opdracht 45

Afsluiting

Maandag is er geen les!

Zijn er nog vragen?