EP5_algemene spelling

lesdoel
  • Je past trema's goed toe bij het meervoud
  • Je gebruikt de juiste tussenletters -n en -s
  • Je weet wanneer een vaste -s of een 's wordt gebruikt
  • Je weet wanneer je woorden aan elkaar schrijft
  • Je weet wanneer je hoofdletters gebruikt
  • Je weet wat publieksvragen zijn
  • Je begrijpt de nieuwe opdracht

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EP5MBOStudiejaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

lesdoel
  • Je past trema's goed toe bij het meervoud
  • Je gebruikt de juiste tussenletters -n en -s
  • Je weet wanneer een vaste -s of een 's wordt gebruikt
  • Je weet wanneer je woorden aan elkaar schrijft
  • Je weet wanneer je hoofdletters gebruikt
  • Je weet wat publieksvragen zijn
  • Je begrijpt de nieuwe opdracht

Slide 1 - Tekstslide

trema 
Een trema gebruik je als er meerdere klinkers naast elkaar staan die samen één klank kunnen zijn, terwijl ze juist niet bedoeld zijn als één klank.

ruine - ruïne    /    beinvloeden - beïnvloeden
gediscussieerd 
geolied

Slide 2 - Tekstslide

woorden op -ee

zee- zeeën
wee - weeën



woorden -ie

Met klemtoon
knie- knieën
kopie - kopieën

Zonder klemtoon
porie- poriën
bacterie- bacteriën


Slide 3 - Tekstslide

Wat is het meervoud van braderie?
A
braderieën
B
braderies
C
braderiën
D
braderien

Slide 4 - Quizvraag

Wat is het meervoud van olie?
A
olies
B
olieën
C
olien
D
oliën

Slide 5 - Quizvraag

meervoud -s
Blijft de uitspraak goed? Dan plak je de -s erachter
etage - etages
etui - etuis

Verandert de uitspraak? Dan gebruik je 's
risico - risico's
ski - ski's

Slide 6 - Tekstslide

agenda
commando
missie
ambulance
s
's
diploma

Slide 7 - Sleepvraag

samenstelling
Twee (of meer) woorden een samenstelling vormen, zijn ze één geheel. Er is daardoor ook vaak één hoofdklemtoon te horen: commándotroepen, rúgzak, rúgzaktoerisme.

  • samenstellingen schrijf je altijd aan elkaar
  • klinkerbotsing los je op met een  -koppelteken 
auto-ongeluk

Slide 8 - Tekstslide

zelfstandig naamwoorden zijn...
A
alle werkwoorden
B
mensen, dieren en dingen
C
het onderwerp
D
de persoonsvorm

Slide 9 - Quizvraag

regels -n en -s
Schrijf -en in een samenstelling als het eerste woord een zelfstandig naamwoord is met alleen een meervoud op -en: band + spanning = bandenspanning.

Uitzonderingen
het eerste deel
  •  heeft alleen een meervoud met -s  vredesmissie
  • heeft een meervoud op -en én -s: groenten en groentes, dus: groentesoep
  • heeft geen meervoud: tarwebrood, gerstebier is iets waarvan er maar één is: zonnestelsel
  • is een bijvoeglijk naamwoord of een werkwoord: platteland, hebbeding
versterkt het tweede woord: reuzeleuk

Slide 10 - Tekstslide

-en
Als het eerste woord een zelfstandig naamwoord is met alleen een meervoud op -en: 

band + spanning = bandenspanning
-s
Als het eerste woord een zelfstandig naamwoord is met alleen een meervoud met -s 
vrede - vredes dus:
vredesmissie

uitzonderingen:
groenten/groentes; groentesoep
zonnestraal/tarwebloem
platteland/hebbeding

Slide 11 - Tekstslide

Wanneer schrijf je een hoofdletter?

Slide 12 - Tekstslide

Geen hoofdletter

Slide 13 - Tekstslide

Schrijf de woorden op:

Slide 14 - Open vraag

publieksvragen

Slide 15 - Tekstslide

publieksvragen

Slide 16 - Woordweb

algemene richtlijnen teksten
Geen grammaticale fouten  
Schrijf actief en positief
Schrijf doelgroepgericht met de juiste tone-of-voice
Wissel korte en lange zinnen met elkaar af.
Gebruik makkelijk taal, geen jargon
Goed gebruik van leestekens en hoofletters
Gebruik geen afkorting

Goede indeling in alinea’s en witregels

Geen ‘men’ gebruiken   

Slide 17 - Tekstslide

opdracht publieksvragen
Belangrijk dat iedereen dezelfde schrijfstijl heeft
Houd je aan de reactietermijn
Gebruik het goede formulier
Lees eerst goed de opdracht + bijlagen!
Blijf altijd beleefd
Spelling is foutloos
sluit je tekst af met ^MK of ^voornaam

Slide 18 - Tekstslide

Tips voor de opdracht
lees eerst alle klantvragen door
prioriteer de vragen
handel de vragen af op volgorde van prioriteit (zie bijlage)
link naar de opdracht

Slide 19 - Tekstslide

tekst voor personeel
Lezer aanspreken met je  
Aanhef: Aan onze medewerkers  
Geen ondertekening  
Aantrekkelijke kop  
Tekst: een combinatie van wervend en informerend  
Tone-of-voice: wij-gevoel creëren 

Slide 20 - Tekstslide