Huishoudkunde Praktijk Periode 2, les 1 en 2 Schoonmaak etc.

Huishoudkunde Praktijk periode 2

1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Huishoudkunde Praktijk periode 2

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huishoudkunde Theorie periode 2

Schoonmaakmiddelen en Gevaarsymbolen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel van de les 
Weet je:

  • Welke vier groepen schoonmaakmiddelen
    er zijn.

  • De  juiste schoonmaakmiddelen kunnen kiezen en gevaarsymbolen van het etiket kunnen lezen bij het schoonmaken.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom maak je schoon?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom schoonmaken?       

  • Hygiëne
  • Veiligheid
  • Prettige sfeer
  • Voorkomen van vergiftigingen
  • Huishoudelijk schoon
  • Onderhoudsmiddelen zorgen voor beschermlaag 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar denk je aan als je het woord
SCHOONMAAKMIDDEL hoort?



Slide 6 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Schoonmaakmiddelen kun je indelen in vier groepen:
  1. Reinigingsmiddelen
  2. Onderhoudsmiddelen 
  3. Desinfecteermiddelen 
  4. Oplosmiddelen 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebruik jij voor het schoonmaken van een vet fornuis?
A
Chloor
B
Vetoplosser
C
Azijn
D
Glassex

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de functie van onderhoudsmiddelen?
A
Dat materialen glanzen
B
Dat materialen niet meer roesten
C
Dat materialen geen bacterie meer bevatten
D
Dat materialen een extra beschermlaagje krijgen

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar zorgen desinfecteermiddelen voor?
A
Dat alles schoon blijft
B
Dat alle vlekken worden verwijderd
C
Dat alles glanst
D
Dat de meeste micro-organismen doodgaan.

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is chloor een milieuvriendelijk schoonmaakmiddel?
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Oplosmiddelen zijn milieugevaarlijk?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Gevaarsymbolen & Etiketten lezen
Waarom is het belangrijk om te kijken naar een gevaarsymbool voordat je begint met schoonmaken? 
  1. Je kunt zien welke schadelijke stoffen er in het middel zitten (bijv. milieugevaarlijk)
  2. Je kunt zien wat de risico's zijn (bijv. giftig of slikgevaar)

Mocht er een gevaarsymbool van toepassing zijn, dan is de fabrikant verplicht deze op een etiket te vermelden. 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke gevaarsymbolen lees je op het etiket?
Wat betekenen deze symbolen?

Is het schoonmaakmiddel gevaarlijk voor het milieu?

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

     Thuisopdracht!



Maak een video van jezelf waarin jij vertelt en laat zien welke schoonmaakmiddelen bij jouw thuis wordt gebruikt. Daarnaast vertel jij waarom er verschillende schoonmaakmiddelen wordt gebruikt en waarvoor zij dienen. Beschrijf de werking hiervan.  

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nabespreking huiswerk

  • Super leuke en goede filmpjes! Chapeau!
  • Toelichting filmpjes door jullie zelf

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet jij nog van de vorige les?

Kennisvraag: Vertel wat de vier groepen schoonmaakmiddelen zijn?
Inzichtvraag: Welke schoonmaakmiddel zorgt voor het  ontstaan van irritatie op de huid/ogen? Hoe zou jij dit kunnen voorkomen? 
Toepassingsvraag: Stel als jij een huidallergie zou hebben, welke schoonmaakmiddel zou jij dan gebruiken? 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar denk je aan als je het woord
SCHOONMAAKREGEL hoort?

Slide 18 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Dit zijn de volgende schoonmaakregels waaraan jij je moet houden:








  1. Werk van schoon naar vuil;
  2. Werk van buiten naar binnen;
  3. Werk van hoog naar laag;
  4. Werk in een logische; werkvolgorde 
  5. Werk in een ruimte steeds linksom of rechtsom.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Frequentie en schoonmaakplan:
• Goede tijdsplanning maken; 
• Sommigen schoonmaak werkzaamheden mogen periodiek en jaarlijks schoongemaakt worden; 
• In het schoonmaakplan kun je de schoonmaakfrequentie vinden. Hierin kun je zien wat je moet schoonmaken, op welke manier en welke materialen en middelen je kan gebruiken.  

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Op welke manier je schoonmaakt hangt af van:


1. Soort ruimte dat je schoonmaakt;  
2. De aard van de vervuiling;  
3. Het vereiste reinigingniveau.  

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoog naar laag
Linksom of rechtsom 
logische werkvolgorde
buiten naar binnen 
Schoon naar vuil 

Slide 22 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem drie verschillende gewoontes op waar schoonmaken afhankelijk van is:

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Thuisopdracht:
Maak een korte filmpje over jezelf. Laat het filmen over aan een ander, want jij gaat laten zien hoe jij de 5 schoonmaakregels gebruikt tijdens het schoonmaken!

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je nog van de vorige les?





Kennisvraag: Vertel wat de vijf belangrijkste schoonmaakregels zijn? 
Inzichtvraag: Welke schoonmaakmanier gebruik jij, tijdens het schoonmaken van een bepaalde plek in jou huis?  
Toepassingsvraag: Stel dat jij moet schoonmaken bij iemand thuis, welke schoonmaakregels zou jij gebruiken? Waarom zou jij je aan deze regels houden, tijdens het schoonmaken?  

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les 3: Schoonmaakmaterialen!





Aan het eind van deze les kan de leerling: 
  • Benoemen welke materialen er gebruikt moet worden bij  schoonmaakwerkzaamheden 

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar denk je aan als je het woord
schoonmaakmaterialen hoort?

Slide 27 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Welke schoonmaakmaterialen zijn er?
• Emmers;
• Stofwisapparaat;
• Mopsteel;
• Stofzuiger;
• Materiaalwagen;
• Kunststof borstels.
• bezems 
• trekkers  

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pictogrammen!

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Thuisopdracht: Vloggen!





Dit keer vlog jij jezelf. Maak een vlog over welke schoonmaakmaterialen er bij jou thuis wordt gebruikt en voor welke schoonmaakwerkzaamheden dit zijn.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schoonmaakmaterialen en middelen
Schoonmaken en opruimen is een belangrijk onderdeel van je werk.

Bij het schoonmaken gebruik je verschillende materialen en schoonmaakmiddelen. Veel cliënten en instellingen hebben een voorkeur voor bepaalde schoonmaakmiddelen. Er wordt niet overal op dezelfde manier schoongemaakt.

  • Schoonmaakmaterialen zijn de 'gereedschappen' waarmee je schoonmaakt. 
  • Schoonmaakmiddelen gebruik je om vuil te verwijderen.

Vraag --> Waar moet je op letten tijdens het gebruik van 
schoonmaakmiddelen? 

Slide 32 - Tekstslide

Waar moet je op letten bij het gebruik van schoonmaakmiddelen? 
- De juiste water tempratuur. 
- Inwerktijd van het middel 
- Wasgoed op de juiste temp. wassen. 
- De dosering /hoeveelheid 

Waarom is het belangrijk om je hieraan te houden? 
- Het kan gevaarlijke situaties opleveren. 
- Teveel verbruik kost geld 
- Slecht voor het milieu 
Gevaarsymbolen & Etiketten lezen
Waarom is het belangrijk om te kijken naar een gevaarsymbool voordat je begint met schoonmaken? 
  1. Je kunt zien welke schadelijke stoffen er in het middel zitten (bijv. milieugevaarlijk)
  2. Je kunt zien wat de risico's zijn (bijv. giftig of slikgevaar)

Mocht er een gevaarsymbool van toepassing zijn, dan is de fabrikant verplicht deze op een etiket te vermelden. 

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat staat er op het etiket van een schoonmaakmiddel?

Slide 34 - Woordweb

- Dosering
- Hoe te gebruiken 
- De gevaarsymbolen, pictogrammen, kleurcodes  
- Is het schadelijk voor het milieu
- Waarvoor gebruik je het? 
- Waar moet je de verpakking weggooien 

Veilig opbergen van schoonmaakmiddelen
Sommige mensen gebruiken veel schoonmaakmiddelen tegelijk, dit kan gevaarlijk zijn. Let op! Dit een chemische reactie veroorzaken, er kunnen schadelijke gassen vrijkomen, er kan een emmer heet water omvallen en dit kan brandwonden veroorzaken. 
Denk daarom aan: 
  1.  Zorg voor voldoende ventilatie als je met schoonmaakmiddelen werkt. 
  2. Plaats een emmer met sop op een goede ondergrond en blijf uit de buurt van elektriciteit.

Belangrijk!: Zet een schoonmaakmiddel altijd op een plek waar kinderen, maar ook ouderen niet bij kunnen.

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ongelukjes met schoonmaakmiddelen 
Hoe voorzichtig je ook bent, het kan voorkomen dat er een ongeluk gebeurt. 
Denk hierbij aan: 
- Je krijgt schoonmaakmiddel op je huid 
- Je krijgt schoonmaakmiddel in je oog 
- Er komen giftige dampen vrij door het mengen van een middel
- Een cliënt heeft het opgedronken. 

Wat kun je doen? Op de Gifwijzer kun je precies lezen wat je moet doen.  

Slide 36 - Tekstslide

De gifwijzer is te bestellen en hangt in veel instellingen, ook kan je een app downloaden. 

Er kunnen ook ongelukjes met schoonmaakmiddelen gebeuren op een ondergrond of op materialen. 
- Emmer sop die over het laminaat valt? 
- Je hebt gemorst bijv. met chloor op je kleding
- Er is een fles schoonmaakmiddel omgevallen in de kast.