Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
klas 2a OOH, 2.4 grammatica, mv opdracht 1
2.4 grammatica
Opdracht 1
1 / 42
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
In deze les zitten
42 slides
, met
tekstslides
.
Lesduur is:
10 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
2.4 grammatica
Opdracht 1
Slide 1 - Tekstslide
Zin 1
Naast het fietsenhok lag
een kapotte fiets
.
Slide 2 - Tekstslide
Zin 1
Naast het fietsenhok lag
een kapotte fiets
.
1. Zoek eerst de persoonsvorm
- vraagzin
- tijd veranderen
- enkelvoud/meervoud
Slide 3 - Tekstslide
Zin 1
Naast het fietsenhok |
lag
|
een kapotte fiets.
3. wg = lag
4. Zoek nu het onderwerp
- wie/wat + wg
Slide 4 - Tekstslide
Zin 1
Naast het fietsenhok |
lag
|
een kapotte fiets.
2. Streep voor, onder en achter de persoonsvorm en verdeel de zin in zinsdelen
3. Zoek nu het werkwoordelijk gezegde (wg).
- pv + alle andere werkwoorden
Slide 5 - Tekstslide
Zin 1
Naast het fietsenhok |
lag
|
een kapotte fiets.
4. onderwerp = een kapotte fiets
* klaar *
Slide 6 - Tekstslide
Zin 1
Naast het fietsenhok |
lag
|
een kapotte fiets.
4. Zoek nu het onderwerp
- wie/wat + wg -> wie/wat lag?
Slide 7 - Tekstslide
Zin 2
Deze reis
heb ik via internet geboekt.
Slide 8 - Tekstslide
Zin 2
Deze reis
heb ik via internet geboekt.
1. Zoek eerst de persoonsvorm
- vraagzin
- tijd veranderen
- enkelvoud/meervoud
Slide 9 - Tekstslide
Zin 2
Deze reis |
heb
|
ik via internet geboekt.
2. Streep voor, onder en achter de persoonsvorm en verdeel de zin in zinsdelen
3. Zoek nu het werkwoordelijk gezegde (wg).
- pv + alle andere werkwoorden
Slide 10 - Tekstslide
Zin 2
Deze reis |
heb
|
ik | via internet | geboekt.
3. wg = heb geboekt
4. Zoek nu het onderwerp
- wie/wat + wg
Slide 11 - Tekstslide
Zin 2
Deze reis |
heb
|
ik | via internet | geboekt.
4. Zoek nu het onderwerp
- wie/wat + wg -> wie/wat heb (heeft) geboekt?
Slide 12 - Tekstslide
Zin 2
Deze reis |
heb
|
ik | via internet | geboekt.
4. Onderwerp = ik
5. Zoek het lijdend voorwerp
- wie/wat + wg + o
Slide 13 - Tekstslide
Zin 2
Deze reis |
heb
|
ik | via internet | geboekt.
5. wie/wat + wg + o -> wie/wat heb ik geboekt?
Slide 14 - Tekstslide
Zin 2
Deze reis |
heb
|
ik | via internet | geboekt.
5. Lijdend voorwerp = deze reis
Slide 15 - Tekstslide
Zin 3
Met een e-mailtje
maakte
het meisje de verkering uit.
1. Zoek eerst de persoonsvorm
- vraagzin
- tijd veranderen
- enkelvoud/meervoud
Slide 16 - Tekstslide
Zin 3
Met een e-mailtje
maakte
het meisje de verkering uit.
1. persoonsvorm = maakte
Slide 17 - Tekstslide
Zin 4
Hoeveel euro
heb
jij voor deze tweedehands Iphone
betaald
?
Slide 18 - Tekstslide
Zin 4
Hoeveel euro
heb
jij voor deze tweedehands Iphone
betaald
?
1. Zoek eerst de persoonsvorm
- vraagzin
- tijd veranderen
- enkelvoud/meervoud
Slide 19 - Tekstslide
Zin 4
Hoeveel euro
heb
jij voor deze tweedehands Iphone
betaald
?
2. Streep voor, onder en achter de persoonsvorm en verdeel de zin in zinsdelen
3. Zoek nu het werkwoordelijk gezegde (wg).
- pv + alle andere werkwoorden
Slide 20 - Tekstslide
Zin 4
Hoeveel euro |
heb |
jij | voor deze tweedehands Iphone |
betaald
?
3. Zoek nu het werkwoordelijk gezegde (wg).
- pv + alle andere werkwoorden
Slide 21 - Tekstslide
Zin 4
Hoeveel euro |
heb |
jij | voor deze tweedehands Iphone |
betaald
?
3. wg = heb betaald
Slide 22 - Tekstslide
Zin 5
Afgelopen weekend hebben
Johan en Natasja
een fietstocht verkocht van 40 kilometer gemaakt.
Slide 23 - Tekstslide
Zin 5
Afgelopen weekend hebben
Johan en Natasja
een fietstocht verkocht van 40 kilometer gemaakt.
1. Zoek eerst de persoonsvorm
- vraagzin
- tijd veranderen
- enkelvoud/meervoud
Slide 24 - Tekstslide
Zin 5
Afgelopen weekend |
hebben
|
Johan en Natasja
een fietstocht verkocht van 40 kilometer gemaakt.
2. Streep voor, onder en achter de persoonsvorm en verdeel de zin in zinsdelen
3. Zoek nu het werkwoordelijk gezegde (wg).
- pv + alle andere werkwoorden
Slide 25 - Tekstslide
Zin 5
Afgelopen weekend |
hebben
|
Johan en Natasja
| een fietstocht van 40 kilometer | gemaakt.
3. wg = hebben gemaakt
4. Zoek nu het onderwerp
- wie/wat + wg
Slide 26 - Tekstslide
Zin 5
Afgelopen weekend |
hebben
|
Johan en Natasja
| een fietstocht van 40 kilometer | gemaakt.
4. Zoek nu het onderwerp
- wie/wat + wg -> wie/wat hebben gemaakt?
Slide 27 - Tekstslide
Zin 5
Afgelopen weekend |
hebben
|
Johan en Natasja
| een fietstocht van 40 kilometer | gemaakt.
4. Onderwerp = Johan en Natasja
Slide 28 - Tekstslide
Zin 6
Voor haar verjaardag gaf ik Monisha
het spel Kolonisten van Catan.
Slide 29 - Tekstslide
Zin 6
Voor haar verjaardag gaf ik Monisha
het spel Kolonisten van Catan.
1. Zoek eerst de persoonsvorm
- vraagzin
- tijd veranderen
- enkelvoud/meervoud
Slide 30 - Tekstslide
Zin 6
Voor haar verjaardag |
gaf
| ik Monisha
het spel Kolonisten van Catan.
2. Streep voor, onder en achter de persoonsvorm en verdeel de zin in zinsdelen
3. Zoek nu het werkwoordelijk gezegde (wg).
- pv + alle andere werkwoorden
Slide 31 - Tekstslide
Zin 6
Voor haar verjaardag |
gaf
| ik | Monisha |
het spel Kolonisten van Catan.
3. wg = gaf
4. Zoek nu het onderwerp
- wie/wat + wg
Slide 32 - Tekstslide
Zin 6
Voor haar verjaardag |
gaf
| ik | Monisha |
het spel Kolonisten van Catan.
4. Zoek nu het onderwerp
- wie/wat + wg -> wie/wat gaf?
Slide 33 - Tekstslide
Zin 6
Voor haar verjaardag |
gaf
| ik | Monisha |
het spel Kolonisten van Catan.
4. Onderwerp = ik
5. Zoek het lijdend voorwerp
- wie/wat + wg + o
Slide 34 - Tekstslide
Zin 6
Voor haar verjaardag |
gaf
| ik | Monisha |
het spel Kolonisten van Catan.
5. Lijdend voorwerp
- wie/wat + wg + o -> wie/wat gaf ik
Slide 35 - Tekstslide
Zin 6
Voor haar verjaardag |
gaf
| ik | Monisha |
het spel Kolonisten van Catan.
5. Lijdend voorwerp = het spel Kolonisten van Catan
Slide 36 - Tekstslide
Zin 7
Welke tuinbank is van steigerhout gemaakt?
Slide 37 - Tekstslide
Zin 7
Welke tuinbank
is van steigerhout gemaakt?
1. Zoek eerst de persoonsvorm
- vraagzin
- tijd veranderen
- enkelvoud/meervoud
Slide 38 - Tekstslide
Zin 7
Welke tuinbank
|
is
| van steigerhout gemaakt?
2. Streep voor, onder en achter de persoonsvorm en verdeel de zin in zinsdelen
3. Zoek nu het werkwoordelijk gezegde (wg).
- pv + alle andere werkwoorden
Slide 39 - Tekstslide
Zin 7
Welke tuinbank
|
is
| van steigerhout | gemaakt?
3. wg = is gemaakt
4. Zoek nu het onderwerp
- wie/wat + wg
Slide 40 - Tekstslide
Zin 7
Welke tuinbank
|
is
| van steigerhout | gemaakt?
4. Zoek nu het onderwerp
- wie/wat + wg -> wie/wat is gemaakt?
Slide 41 - Tekstslide
Zin 7
Welke tuinbank
|
is
| van steigerhout | gemaakt?
4. Onderwerp = welke tuinbank
Slide 42 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
grammatica
December 2018
- Les met
34 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 2
maandag 18 maart taalverzorging 2de jaars
Maart 2024
- Les met
34 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Onderwerp en persoonsvorm
November 2023
- Les met
52 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
T2L9: Supertalenten
Februari 2023
- Les met
10 slides
Nederlands
Lager onderwijs
4 Taal deel 1
Maart 2024
- Les met
15 slides
Nederlands
Lager onderwijs
Zinsontleding
15 dagen geleden
- Les met
15 slides
Nederlands
Lager onderwijs
Werkwoordelijk en naamwoordelijk gezegde
November 2023
- Les met
20 slides
Nederlands
Lager onderwijs
Les 13 hv2 avoir,être,vraagzin zonder/met vraagwoord
September 2021
- Les met
25 slides
Frans
Enseignement Secondaire