1.5 Optellen met verschillend aantal decimalen

• Rekenen
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

	Vak: Rekenen Hoofdstuk: 1.5
1.	Lesopening
2.	Lesdoel
3.	Arrangementen + mini-check
4.	Instructie
5.	Begeleid inoefenen
6.	Zelfstandig werken
7.	Evaluatie

1. Lesopening

Pak je werkboek van rekenen op tafel. 

Open je boek op blz. 21

Denk er aan: 

- Schrijf altijd de HELE berekening op (zie voorbeeld opgave!). 

- GEEN rekenmachine. 

2. Lesdoel 

Aan het eind van deze les:

- kun je cijferend optellen met verschillend aantal decimalen.

3. Arrangementen

- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie.

Je maakt zelfstandig opdracht 40 t/m 45 op blz. 21 + 22.

Namen lln

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 

Namen lln

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten. 

Namen lln

Mini-check

Leerlingen in het basis en intensief arrangement doen mee met de mini-check. 

Reken de volgende som uit:
0,71 + 8,632 =

Reken de volgende som uit:
74 + 21,87 + 26,7 =

Reken de volgende som uit:
122,7 + 69,75 =

Wie maakt wat?

Had je alle vragen goed? Dan mag je zelfstandig aan de slag: opdracht 40 t/m 45 op blz. 21 t/m 22.

De rest doet mee met de instructie. 

4. Instructie 

Kijk en luister mee naar de instructievideo op de volgende dia. 

Rekenen met een kommagetal

Achter een kommagetal mag ik altijd een 0 zetten. 

Voorbeeld:

 3,5 is hetzelfde als 3,50

Belangrijke regel

Zorg er altijd voor dat de komma recht onder elkaar staat.

15,35                   18,19                           23,1                         154,3

98,14+                   7,98+                        23,324+                 98,456+

________              _______                      _________             ____________ 

Samen opdr. 44, blz. 22.

Kijk naar de stappen die je moet 

zetten in het groene kader.

SCHRIJF DE HELE BEREKENING OP, inclusief schatting!

5. Begeleid inoefenen

Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?

Namen lln, jullie maken zelfstandig opdracht 40 t/m 45 op blz. 21 t/m 22

Wie heeft nog extra instructie nodig (intensief)? Namen lln of had je alle vragen van de mini-check fout?  Wij maken samen opdracht 41 b/c.

6. Zelfstandig werken

Je leest en maakt zelfstandig, in stilte:

V: Les 1.5, blz. 21 t/m 22,  opdr. 40 t/m 45 --> namen lln

B: Les 1.5, blz. 21 t/m 22, opdr. 40 t/m 45 --> namen lln

I: Les 1.5, blz. 21 t/m 22, opdr. 40 t/m 45 --> namen lln

Ben je klaar?

Dan kijk je de opdrachten na.

Studiemeter: startrekenen online, 1F, domein getallen, oefeningen optellen. 

Daarna pak je een Smartgame uit de kast of maak je een Sudoku. 

7. Evaluatie

Evaluatie lesdoelen --> Quiz mee! 

ik kan cijferend optellen met verschillend aantal decimalen.

010

Huiswerk & Toetsen

Huiswerk: 

...dag .. maand

1.5 opdracht 40 t/m 45

Toetsen: 

...

geen

Afsluiting

Ruim je boek en spullen van RV op.

Volgende lesuur: ....................