Slavernij niet voorbij: de bittere smaak van chocola

Van wie kopen de Nederlanders landen hun slaven?
A
de Portugezen
B
de Spanjaarden
C
Afrikaanse stammen
D
op de slavenmarkt in de koloniën
1 / 35
volgende
Slide 1: Quizvraag
Burgerschapskunde+1Middelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Introductie

Je komt meer te weten over de trans-Atlantische slavenhandel, de oneerlijke handel vandaag de dag én je eindigt met een creatieve verwerkingsopdracht.

Instructies

Dit lesprogramma duurt 60-90 minuten en is ontwikkeld voor basisschoolleerlingen uit groep 7 & 8 en leerlingen van de onderbouw Voortgezet Onderwijs. In deze les staat het onderwerp ‘oneerlijke handel’ centraal.

De les bestaat uit drie onderdelen:  
• een introductie over de trans-Atlantische slavenhandel, 
• meer informatie over het onderwerp oneerlijke handel en hoe je dit vandaag de dag terug ziet in het dagelijks leven. 
• een afsluitende creatieve verwerkingsopdracht.   

Lees van tevoren de docentenhandleiding. Vervolgens speel je de les af via het digibord. Geef de leerlingen de inlogcode waarmee zij individueel op de vragen kunnen reageren.    

Onderdelen in deze les

Van wie kopen de Nederlanders landen hun slaven?
A
de Portugezen
B
de Spanjaarden
C
Afrikaanse stammen
D
op de slavenmarkt in de koloniën

Slide 1 - Quizvraag

SLAVERNIJ NIET VOORBIJ
De bittere smaak van chocola

Slide 2 - Tekstslide

Doen
Lezen
Bekijken

Slide 3 - Tekstslide

slavernij

Slide 4 - Woordweb

Slavenhandel

Slide 5 - Tekstslide

Slavenhandelaren
Wie waren er actief in de slavenhandel en slavernij?

  • Portugezen;
  • Spanjaarden;
  • Nederlanders;
  • Fransen;
  • Britten.

Slide 6 - Tekstslide

Ontwikkeling slavenhandel
  • Slavenhandel was er altijd al geweest in Afrika
  • Arabieren hadden slaven
  • Maar slavenhandel wordt massaal door kolonisatie van Amerika
  • Portugezen en later ook de Nederlanders kocht slaven aan de kust. 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Slavenhandel

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

De WIC
  • De West Indische Compagnie 1621
  • Tijdens oorlog Spanje: kaapvaart
  • Loop v.d. eeuw: slavenhandel
  • Trans-Atlantische slavenhandel
  • Alleenrecht in handel Amerika

Slide 11 - Tekstslide

Uit Afrika
  • De slavenhandel

  • Het transport

Slide 12 - Tekstslide

De trans-Atlantische slavenhandel.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slavenmarkt Amerika

Slide 15 - Tekstslide

Slavenmarkt
Slaven werden op marken verkocht
Vervolgens gebrandmerkt (in het gezicht) en vervoerd naar de plantage
Daar gedwongen aan werk gezet

Slide 16 - Tekstslide

Niet indiaanse slaven, maar Afrikaanse slaven werkten op grote landbouwbedrijven van de veroveraars. Waarom werden er helemaal uit Afrika slaven gehaald?
A
De indianen waren erg lui
B
De indianen weigerden te werken voor de veroveraars
C
De indianen konden het werk lichamelijk niet aan

Slide 17 - Quizvraag

Waarom was het christendom zo aantrekkelijk voor slaven?
A
Het christendom beloofde mensen een beter leven in de hemel
B
Het christendom wilde alle slaven vrijheid geven
C
Slaven kregen geld van de christenen
D
Voor het christendom was iedereen gelijk

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Video


Wat vind jij van deze standbeelden?
A
ze moeten verwijderd worden
B
ze moeten blijven staan
C
ze mogen blijven staan, maar met juiste informatie
D
ik heb een ander idee

Slide 20 - Quizvraag

timer
5:00
suiker
iPhone
nootmuskaat
chocolade
je eigen kleding

Slide 21 - Sleepvraag

iPhone – China
nootmuskaat – Indonesië
chocola (cacao) – West-Afrika 
suiker – Brazilië
jouw kleding  – Bangladesh

Slide 22 - Tekstslide

‘Nee joh, ben je gek, ik eet geen chocolade. Als ik geld heb, dan geef ik dat uit aan eten dat mijn lichaam nodig heeft.’ 
- Desiré Kamagaté, Ivoriaanse chauffeur. 

Waar komt chocola vandaan?
‘Voor één reep chocola koop ik 7 kilo rijst of twee kippen’ 
- Konan, de vertaler 

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Welk deel van de productie wordt in Afrika gedaan? En welk deel in Europa?

Slide 25 - Open vraag


Het is niet erg dat de arbeiders op cacaoplantages nooit een chocoladereep hebben gegeten.
A
eens
B
oneens

Slide 26 - Quizvraag

Slide 27 - Video

Hoe kunnen Afrikaanse boeren/bedrijven meer verdienen aan chocolade?

Slide 28 - Open vraag

‘Een vriend van mijn vader bracht me naar de cacaoplantage van een man die hij kende. Daar ging ik aan het werk. Er waren nog veel meer kinderen.’  
 

Bassirou uit Ivoorkust, 15 jaar (p. 121, 122, publicatie Tony)
Waarom werken kinderen op de cacaoplantage?

Slide 29 - Tekstslide

Welke gevaren zijn er voor kinderen op de cacaoplantage? 

Slide 30 - Woordweb


Als je iets koopt, ben je niet verantwoordelijk voor de omstandigheden waarin dat product wordt gemaakt.
A
eens
B
oneens

Slide 31 - Quizvraag


Als je iets te goedkoop koopt (bv. kleding, chocola) draag je bij aan oneerlijke handel.
A
eens
B
oneens

Slide 32 - Quizvraag

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Link

Welk gevolgen van de slavernij zie je in de chocolade industrie?

Slide 35 - Open vraag