2.3 Jodendom en Christendom

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

 VWO 4
2.3 Jodendom en christendom
Lesdoelen:
In deze paragraaf leer je:
-hoe het jodendom zich ontwikkelde
- hoe het christendom ontstond
- hoe het christendom de Romeinse staatsgodsdienst werd.
KA: - de ontwikkeling van het jodendom en het christendom als de eerste monotheïstische godsdiensten.

Slide 2 - Tekstslide

Juist
Onjuist
De Romeinen verwoestten de tempel in Jeruzalem, het centrum van het jodendom.
In de Tenach staan verhalen over de vroegste geschiedenis van de joden.
Het joodse volk was bijzonder omdat het steeds monotheïstisch is geweest.

Slide 3 - Sleepvraag

In het Romeinse Rijk leefden veel verschillende culturen met hun eigen goden
  • Romeinse godsdienst is polytheïstisch
  • Romeinen zijn tolerant voor andere godsdiensten:
  • je mag je eigen goden en godsdienst houden, maar ...
  • Je moet ook de Romeinse goden én de keizer vereren. 
  • Er is dus godsdienstige verdraagzaamheid 

Romeinse godin Minerva in mozaiëk.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

2.3 Jodendom en christendom
Centrum jodendom: tempel in Jeruzalem (Judea).
  • Met de verovering van Judea kwam er een nieuw volk in het Romeinse Rijk: de Joden. 
  • Joden zijn monotheïstisch en vereerden de keizer niet
  • Ook geloofden zij dat God een nieuwe koning zou sturen, de Messias om hen te bevrijden (van de Romeinen) 
  • In 66 n.C. kwamen ze in opstand. Als straf werden zij verjaagd uit Judea (vanaf dan Palestina). Dit heet diaspora


Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

2.3 Jodendom en christendom
Ontstaan van het Christendom
  • Christenen zijn volgelingen van Christus, maar Jezus was Joods
  • Paulus maakte christendom los van het jodendom, door ... 
  • ook niet-joden tot het christendom toe te laten (d.m.v. dopen)
  • Christendom zeer populair, want ... 
  • Nadruk op hiernamaals en naastenliefde en 
  • Verlossingsleer: bevrijden van zonden --> hemel
  • Vooral voor kansarmen (vrouwen, slaven, armen). 


Slide 8 - Tekstslide


Christenen in het Romeinse Rijk


Het Christendom verspreidt zich snel in het Romeinse Rijk. 
De goede wegen en de aantrekkingskracht van het geloof 
zorgen ervoor dat veel mensen christen worden.


De verspreiding van het Christendom in het Romeinse Rijk.
Verspreiding rond het jaar 75.
Verspreiding rond het jaar 200.
Verspreiding rond het jaar 300.
Verspreiding rond het jaar 400.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide


Christenvervolging


Maar christen zijn in het Romeinse Rijk is levensgevaarlijk! 
Net als het Jodendom geloven de christenen maar in één god, 
en dat is niet de Romeinse keizer!

De Romeinse keizers laten daarom de christenen vervolgen en doden...
Om voor elkaar (maar niet voor de Romeinen!) herkenbaar te zijn, gebruikten christenen symbolen. Zo tekenden ze bijvoorbeeld een ichthus (vis) in het zand om hun geloof aan andere christenen kenbaar te maken. Als er dan een Romein in de buurt was, konden ze het symbool weer eenvoudig wissen.
Hoewel de naam ichthus, vis betekent, is het ook een afkorting van de eerste letters van: Jezus Christus, Gods zoon, (en / de) Redder, in het Grieks.

Slide 11 - Tekstslide

Christenvervolgingen was een 'volkssport'. Hier worden ze voor de leeuwen geworpen. 

Slide 12 - Tekstslide

Lees de tekst 'Het ontstaan van het christendom'. Sleep de uitspraken naar het goede vak..
Juist
Onjuist
Paulus maakte de verering van Jezus, die volgens hem de Messias was, los van het jodendom.
Christenen geloven dat Jezus door God naar de aarde was gestuurd en mens was geworden om met zijn lijden de mensheid te verlossen van alle zonden.
Jezus van Nazareth was volgens Romeinse bronnen omstreeks 30 n.C op bevel van keizer Nero gekruisigd.

Slide 13 - Sleepvraag

2.3 Jodendom en christendom
Het christendom wordt staatsgodsdienst
Joden en christenen weken af --> geen verering staatsgoden.
Joden werden getolereerd. Christenen waren een bedreiging!
  • Ze probeerden anderen te bekeren (met succes).
  • Ze keuren Romeinse normen en waarden af, zoals geweld. 
  • Christenen verdienden de doodstraf omdat ze niet offerden voor de staatsgoden --> sterven als een martelaar.

Slide 14 - Tekstslide

Noem twee redenen waarom het christendom in tegenstelling tot het jodendom verboden werd.

Slide 15 - Open vraag

2.3 Jodendom en christendom
In hoc signo vinces  'In dit teken zult gij overwinnen''
  • In 313 gaf keizer Constantijn de christenen godsdienstvrijheid.
  • Christenen waren gegroeid tot  betrouwbare bondgenoten
  • In 380 maakte keizer Theodosius van het christendom de staatsgodsdienst --> 392 werden alle andere godsdiensten verboden (jodendom uitzondering).

Keizer Constantijn

Slide 16 - Tekstslide

3

Slide 17 - Video

01:17
Wat vraagt keizer Diocletianus wat voor de christenen onmogelijk is om te doen?

Slide 18 - Open vraag

03:20
Zoek op het internet het teken op dat keizer Constantijn in deze strijd op de schilden van de soldaten liet zetten.

Slide 19 - Open vraag

05:43
Wat werd er vastgelegd in het Concilie van Nicea?
A
De geloofsleer van de christenen.
B
De geloofsleer van de joden.
C
Jezus Christus is de almachtige God.
D
Jezus Christus is volgens de joden de Messias.

Slide 20 - Quizvraag