2H: chapitre 6: bron C

Chapitre 6
Bon ap'!

2 HAVO
week 19
les 1
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Chapitre 6
Bon ap'!

2 HAVO
week 19
les 1

Slide 1 - Tekstslide

Aujourd'hui, c'est le ...
Objectif:
Heb je het aanwijzend voornaamwoord in het Frans geoefend.
 
Qu'est-ce que nous allons faire aujourd'hui?
- Aanwijzend voornaamwoord
- Les devoirs

In Teams: stof voor SO chapitre 6 van volgende week en in opdrachten de PO.

Slide 2 - Tekstslide

Het aanwijzend voornaamwoord

Slide 3 - Tekstslide

Wat is een aanwijzend voornaamwoord in het Nederlands?
A
de / het / een
B
mijn / jouw / haar / zijn
C
voor / na / tijdens / tegelijk
D
dit / dat / die / deze

Slide 4 - Quizvraag

Toelichting aanwijzend voornaamwoord in het Nederlands 
Een aanwijzend voornaamwoord vertelt zelf eigenlijk al wat het doet. Je gebruikt het wanneer je iets aanwijst. Dus bijvoorbeeld:
Dat meisje heeft een mooie tekening gemaakt.
 Dat = aanwijzend vnw

Slide 5 - Tekstslide

Wat zou een aanwijzend voornaamwoord dan in het Frans zijn?
A
mon/ma/mes
B
le/la/les
C
ce/cet/cette/ces
D
un/une/des

Slide 6 - Quizvraag

En dan nu in het Frans..
Je hebt verschillende vormen van het aanwijzend voornaamwoord in het Frans. Namelijk:






Om te weten welke vorm je moet gebruiken, kijk je naar het woord ná het aanwijzend vnw. Als dat woord vrouwelijk is, gebruik je de vrouwelijke vorm van het aanwijzend vnw, etc

Slide 7 - Tekstslide

Stappenplan aanwijzend vnw
Stap 1 : Kijk naar het woord ACHTER het aanwijzend voornaamwoord. 
Staat het in het meervoud? [meestal eindigt het op  x / s.] --> gebruik CES
par exemple: Ces garçons ont beaucoup de devoirs  
Stap 2: is het woord vrouwelijk? [woorden uit je woordenlijst met lidwoord "la"] --> gebruik CETTE
par exemple: Cette salade est délicieuse.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Wat is het goede AV?
deze/die huizen = ...... maisons
A
ce
B
cet
C
cette
D
ces

Slide 10 - Quizvraag

Les devoirs - 2H
Morgen 1ste uur: 
Lees: grammaire C TB p. 80
Maak: exercices C13 + C14

Leren: 
- le vocabulaire A & B
- la grammaire C


Slide 11 - Tekstslide