les 5/4: tussenletters

Aan het eind van deze week:
- weet je hoe je leestekens op de juiste manier gebruikt;
- weet je hoe je leenwoorden op de juiste manier moet spellen;
- weet je hoe je het koppelteken en weglatingsstreepje op de juiste manier gebruikt.

Eerst doen we een oefening over Engelse leenwoorden en daarna gaan we aan de slag met de zakelijke brief!

1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Aan het eind van deze week:
- weet je hoe je leestekens op de juiste manier gebruikt;
- weet je hoe je leenwoorden op de juiste manier moet spellen;
- weet je hoe je het koppelteken en weglatingsstreepje op de juiste manier gebruikt.

Eerst doen we een oefening over Engelse leenwoorden en daarna gaan we aan de slag met de zakelijke brief!

Slide 1 - Tekstslide

Wat is juist?
A
erwtesoep
B
erwtensoep

Slide 2 - Quizvraag

Wat is juist?
A
garagedeur
B
garagendeur

Slide 3 - Quizvraag

Wat is juist?
A
heremode
B
herenmode

Slide 4 - Quizvraag

Wat is juist?
A
knorrepot
B
knorrenpot

Slide 5 - Quizvraag

Wat is juist?
A
lentebloemen
B
lentenbloemen

Slide 6 - Quizvraag

Wat is juist?
A
schapewol
B
schapenwol

Slide 7 - Quizvraag

Wat is juist?
A
stekeblind
B
stekenblind

Slide 8 - Quizvraag

Het linkerdeel heeft geen meervoud.
Het linkerdeel verwijst naar iets waar er maar een van is.

Het linkerdeel heeft (ook) een meervoud op s.

Het linkerdeel versterkt een bijvoeglijk naamwoord.

erehaag
nieuwsbericht
zonnebril
medailleoogst
ladeblok
vitrinekast
lachebek
retedruk

Slide 9 - Sleepvraag

Opdrachten maken
Maken: spelling paragraaf 5: opdracht 1 t/m 5
(boek: bladzijde 256)

Slide 10 - Tekstslide

Weet je nu:
- hoe je leestekens op de juiste manier gebruikt? 
- hoe je leenwoorden op de juiste manier spelt? 
- hoe je koppeltekens en weglatingsstreepjes op de juiste manier gebruikt? 
Huiswerk
    § 3 Leenwoorden
    • opdracht 2 + 4 + 5
    § 4 Koppelteken en weglatingsstreepje
    • Opdracht 1, 2, 3, 4, 5

    Slide 11 - Tekstslide